ECLI:NL:GHDHA:2022:2857
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een hoger beroep in een Second Opinion-procedure met betrekking tot ontruiming en gebruiksvergoeding
In deze zaak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de kantonrechter te Rotterdam, waarin hij werd veroordeeld tot ontruiming en betaling van een gebruiksvergoeding, buitengerechtelijke kosten en proceskosten. Het hoger beroep is ingediend bij exploot van 3 maart 2022, na een kort geding dat op 4 februari 2022 had plaatsgevonden. Het Gerechtshof Den Haag heeft op 5 april 2022 een mondelinge behandeling gelast, die op 20 mei 2022 heeft plaatsgevonden. Tijdens deze zitting hebben beide partijen verzocht om toelating tot de Second Opinion-procedure, waarvoor zij een ingevuld SO-formulier hebben ingediend. Het hof heeft dit verzoek toegewezen en de zaak herbeoordeeld volgens de regels van de Second Opinion-procedure.
De grief van [appellant] was dat de kantonrechter ten onrechte de vordering van de geïntimeerde, Stichting Woonstad Rotterdam, had toegewezen. Het hof heeft de zaak herbeoordeeld aan de hand van de stukken uit de eerste aanleg en heeft zich verenigd met de overwegingen van de kantonrechter. Het hof heeft besloten het vonnis van de kantonrechter te bekrachtigen, zonder nadere motivering, zoals toegestaan onder het Second Opinion Reglement. Tevens is [appellant] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die zijn beperkt tot het door Woonstad betaalde griffierecht en een punt voor de mondelinge behandeling.
De beslissing van het hof is op 2 augustus 2022 uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, waarbij de kosten van de procedure zijn vastgesteld op € 783,- aan griffierecht en € 1.114,- aan salaris voor de advocaat.