Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 13 januari 2021, met producties;
- de separaat ingediende producties 6, 7 en 8 zijdens Woonstad;
- de zijdens [gedaagde] ingediende producties 1, 2 en 3;
- de pleitaantekeningen van de gemachtigde van [gedaagde];
2..De vaststaande feiten
2..De bestemming van het gehuurde
en“een voorwaarde voor het mogen blijven beschikken over de woning is dat de cliënt zich openstelt voor behandeling en begeleiding door de instelling”.
Omdat er geen WMO plan aanwezig is kan er niet meer voldaan worden aan deze voorwaarde.
3..De vordering
- de woning binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, met alle zich daarin bevindende personen en/of zaken te ontruimen en te verlaten en door afgifte van de sleutels aan Woonstad ter beschikking te stellen;
- maandelijks een gebruiksvergoeding van € 639,44 voor de woning te betalen aan Woonstad vanaf 1 februari 2022 tot en met de maand waarin Woonstad weer de beschikking over de woning heeft;
- buitengerechtelijke kosten van € 462,50 aan Woonstad te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 14 dagen na de datum van het vonnis;
- met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, waaronder nakosten.
4..Het verweer
5..De beoordeling
huuren
zorg. De overeenkomst strekt immers enerzijds tot het verschaffen van woonruimte aan [gedaagde], die daarvoor maandelijks een huurprijs is verschuldigd, en anderzijds is een woonbegeleidingsovereenkomst tussen [gedaagde] en Ontmoeting gesloten die een onlosmakelijk geheel vormt met de huurzorgovereenkomst.
6..De beslissing
1 februari 2022 tot en met de maand waarin Woonstad de beschikking over de woning heeft, een ingegane maand voor een volle gerekend;
- € 634,43 aan verschotten;
- € 374,00 aan salaris voor de gemachtigde;