Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.MS Amlin Insurance SE,
Baloise Belgium N.V.,
Nationale-Nederlanden Schadeverzekeringsmaatschappij N.V.,
SGL No. 1 Ltd,
Navigators Corporate Underwriters Ltd,
Achmea Schadeverzekeringen N.V.,
Uniport Multipurpose Terminals B.V.,
1.Seatrade Group N.V.,
Seatrade Reefer Chartering N.V.,
Seatrade Rotterdam B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop
- het dossier van de procedure bij de rechtbank Rotterdam;
- de tussen partijen gewezen vonnissen van 16 oktober 2019 en 19 augustus 2020;
- de dagvaarding in hoger beroep van 16 november 2020 van Uniport c.s.;
- de memorie van grieven van Uniport c.s., met bijlagen;
- de memorie van antwoord van Seatrade c.s., met bijlagen.
3.Feitelijke achtergrond
Beste [A] , Bijgevoegd tarief voorstel Uniport […] Indien je op en/of aanmerkingen hebt, dat hoor ik dat graag. Het is begrepen wat jullie belangrijkste parameters zijn. […]”Bij e-mailbericht van 6 december 2016 (verstuurd aan [C] met een cc naar [A] ) heeft [B] op het tariefvoorstel van Uniport gereageerd. “Het e-mailbericht heeft als onderwerpaanduiding
‘Seatrade / Uniport / NZ service terminal contract’en noemt als aanduiding van de bijlagen:
‘[…] Standard Stevedore Contract Seatrade Group ver Mar 2016.doc; […].”Verder is er in te lezen:
Agreement for Stevedoring Services between …. (Hereinafter referred to as the “Contractor” […] AND Seatrade Group N.V.; acting as pool managers of the Seatrade Reefer Pool […]”. Het contract vermeldt rechts bovenaan: “
S.G. Stevedoring Services Agreement – Ver March 2016”.
"Contract proposal incl. Tariffs Uniport - Seatrade Group N.V.”
"ja, maar ik heb de container niet vastgezet."Ten gevolge van de val van de container in het schip (hierna: het voorval) is het schip beschadigd geraakt. De herstelwerkzaamheden waren op 5 april 2017 afgerond. Na het voorval heeft Seatrade Group een ander (container)schip, de "Kea Trader" bevracht. De Nordamelia heeft zij, ingaande 24 april 2017 doorvervracht.
4.Vorderingen en beslissing van de rechtbank
5.Vorderingen in hoger beroep en bezwaren tegen de vonnissen
6.Beoordeling door het hof
grief 1heeft de rechtbank ten onrechte geoordeeld dat de VRTO-voorwaarden niet toepasselijk zijn. De grief valt uiteen in vier deelgrieven. Volgens
grief 1ais de toepasselijkheid van de voorwaarden tijdens de onderhandelingen aanvaard. Ook als dat anders is, is die toepasselijkheid in ieder geval (telkens) bij de uitvoering van de samenwerking aanvaard, aldus
grief 1b.
Grief 1cvoegt hieraan toe dat de overeenkomst met Seatrade Reefer is aangegaan. Tot slot betogen Uniport c.s. onder
grief 1ddat ook als Seatrade Reefer als agent voor Seatrade Group is opgetreden, zij zich, op grond van het ingevolge het Haags Vertegenwoordigingsverdrag op de vertegenwoordigingsverhouding toepasselijke Belgische recht, jegens Uniport in eigen naam heeft verbonden aan de overeenkomst en de toepasselijkheid van de VRTO-voorwaarden.
Wat mij betreft, afgezien van het contract woording zjn we er uit”,met daarbij de verwijzing naar de komst van het eerste schip overeenkomst het schedule –
“Ik ben van mening dat wij gezamenlijk een goed overleg hebben gehad om deze deal mogelijk te maken.”). Dat de voor die uitvoering vereiste feitelijk informatie (laadlijsten, aanmelding schepen) vervolgens door Seatrade Rotterdam en Seatrade Reefer aan Uniport werd verstrekt, doet daaraan niet af.
Standard Stevedore Contract Seatrade Group ver Mar 2016.doc’) bevatte een uitvoerige aansprakelijkheidsregeling ten nadele van de stuwadoor, die afweek van de op 23 december 2016 door Uniport met haar voorstel meegestuurde VRTO-voorwaarden. Mede tegen deze achtergrond mocht Uniport uit de e-mail van 3 januari 2017 van [B] nog niet begrijpen dat daarin alsnog werd ingestemd met de toepasselijkheid van die voorwaarden. Integendeel bleef ook in de e-mailwisseling van 3 januari 2017 expliciet het punt van de ‘woording’ open en zou [B] nog met een reactie komen. Zonder dat over die (verdere) contractsinhoud overeenstemming was bereikt, zijn partijen vervolgens op basis van de door Uniport gehanteerde tarieven en het tijdens de contractonderhandelingen verstrekte vaarschema uitvoering gaan geven aan de overeenkomst van opdracht.
grief 3zijn Seatrade c.s. niet-ontvankelijk in hun vorderingen ter zake van de advocaat en expertisekosten omdat zij onvoldoende hebben aangetoond dat zij last en volmacht hebben om deze geldend te maken. Uniport c.s. voeren aan dat uit de door Seatrade c.s. overgelegde e-mail van 9 april 2018 niet voldoende duidelijk blijkt dat deze ook namens verzekeraars is geschreven en zij hebben betwist dat de daarin gegeven last naar het toepasselijke recht geldig zou zijn.
“as requested we hereby conform to have given Julian van de Velde verbally te instructions to sign the Power of Atterney on our behalf”.
grief 4betogen Uniport c.s. dat Seatrade c.s. geen schade in het eigen vermogen hebben geleden omdat Seatrade Group een pool van schepen beheert en de schade zal zijn verdeeld over de leden van de pool.
grief 5heeft de rechtbank de schade van Seatrade c.s. ten onrechte vastgesteld op € 176.662,16 en USD 476.604,-. In de toelichting op de grief wordt allereerst in het algemeen een beroep gedaan op de VRTO-voorwaarden, die volgens Uniport c.s. vergoeding van de gevorderde kosten uitsluiten (memorie van grieven, 9.2). Behalve de door rechtbank in navolging van Seatrade c.s. als zodanig aangeduide gevolgschade kwalificeren ook de posten kosten classificatiebureau (€ 8.470,-), diverse expertisekosten (€ 17.644,50 resp. 13.883,50 en € 14.180,15), kosten herstuwage container (€ 4.217,70) en de accountantskosten (USD 4.240) als gevolgschade in de zin van deze VRTO-voorwaarden, zodat de desbetreffende onderdelen van de schadevordering krachtens de VRTO-voorwaarden niet toewijsbaar zijn, aldus Uniport c.s. (memorie van grieven, 12.12).
grief 7faalt.