Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het tussenvonnis van 16 oktober 2019 alsmede de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de fax van 6 november 2019 van Uniport houdende een verzoek om tussentijds appèl tegen het tussenvonnis open te stellen;
- de fax van 6 november 2019 van Seatrade c.s. houdende verzet tegen het openstellen van tussentijds appèl;
- de beslissing van 7 november 2019 van de rechtbank houdende afwijzing van het verzoek van Uniport;
- de op 17 december 2019 ingekomen akte na tussenvonnis van Uniport, met producties;
- de antwoordakte van 15 januari 2020 van Seatrade c.s., met producties;
- de antwoordakte van 6 mei 2020 van Uniport.
2..De verdere beoordeling
in conventie
Club Rulesvolgt dat Insurance Services slechts optrad als manager voor verzekeraar The West of England Ship Owners’ Mutual Insurance Association (Luxembourg) (hierna: de P&I Club). Volgens Uniport blijkt uit de last en volmacht dat Insurance Services expertise- en advocaatkosten had vergoed, terwijl uit de
Club Rulesen de facturen volgt dat de P&I Club deze kosten heeft vergoed.
- Herstelkosten [naam schip 1] € 30.453,50
- Schoonmaakkosten [naam schip 1] € 105.457,31
- Kosten klassebureau DNV-GL € 8.470,00
- Expertisekosten Van Ameyde Marine € 17.644,50
- Vervangingswaarde container US$ 1.325,00
- Herstuwage lading in nieuwe container EID Maritiem B.V. € 4.217,70
- Kosten schade-expert € 14.180,15
- Bunkerkosten en vracht [naam schip 1] 20 maart – 23 april 2017 US$ 484.447,00
- Bevrachting [naam schip 2] 26 april – 12 juli 2017 US$ 188.650,00
- Kosten ballastreis [naam schip 2] US$ 325.526,00
- Minus: inkomsten vervrachten [naam schip 1] -
- Totaal gevolgschade US$ 494.885,00
- Accountantskosten US$ 4.240,00
- Buitengerechtelijke incassokosten € 4.885,00
- Wettelijke rente over directe schade en
Block Fee Agreement/Periodical Service Agreementheeft met DNV-GL, zodat de gevorderde kosten op grond van die overeenkomst mogelijk niet verschuldigd waren. Daarnaast ontbreekt volgens Uniport bewijs dat Reederei Nord de kosten aan DNV-GL heeft voldaan en dat Seatrade Group deze aan Reederei Nord heeft voldaan en verschuldigd was.
Block Fee Agreement / Periodical Service Agreementvallen, en geen kosten van inspecties naar aanleiding van een schade-evenement. Voorts is Seatrade Group volgens Seatrade c.s. op grond van artikel 35 van de bevrachtingsovereenkomst jegens de eigenaar van de [naam schip 1] verantwoordelijk voor schade veroorzaakt aan het schip door de stuwadoor, zodat Seatrade Group op die grond ook de klassekosten aan de eigenaar van de [naam schip 1] diende te vergoeden.
payment discountkon worden gekregen van € 82,70, en dat Seatrade Group haar schade aldus had moeten beperken, zodat niet meer dan (€ 4.217,70 - € 82,70 = ) € 4.135,- kan worden toegewezen.
recommendation’ had gegeven die eerst diende te worden hersteld, voordat de [naam schip 1] mocht uitvaren.
Meridian Tradeopgezet, vanuit havens in Nieuw-Zeeland en Peru naar de Verenigde Staten en Europa en terug. In Nieuw-Zeeland en Peru werden met name kiwi’s en exotisch fruit geladen, welke lading in Europa en de Verenigde Staten werd gelost. In Europese havens werd droge lading geladen, die naar Nieuw-Zeeland en Peru werd vervoerd. In het kader van de
Meridian Tradeliepen schepen elke tien dagen vooraf vastgelegde havens aan. Seatrade Group had deze dienst gegarandeerd aan haar klanten, in het bijzonder voor het fruit.
Meridian Tradekunnen opvangen, zodat Seatrade Group genoodzaakt was om een ander schip te bevrachten. Seatrade Group had haar klanten immers gegarandeerd dat de schepen de havens uit het schema op de in het schema genoemde data zou aandoen. Dit, omdat fruithandelaren erop moeten kunnen vertrouwen dat het fruit direct na het plukken aan boord van een schip kan worden geladen, om te voorkomen dat het fruit overrijp raakt of rot. Omdat de [naam schip 1] midden in het plukseizoen van kiwi’s in Nieuw-Zeeland had moeten aankomen, zou een te late aankomst problematisch zijn.
Meridian Tradevolgens een vast en intercontinentaal vaarschema voer om o.a. fruit te vervoeren. Het is gezien de kwetsbaarheid van fruit van algemene bekendheid dat het van groot belang is dat schepen die fruit vervoeren zoveel mogelijk op schema dienen te varen. Met hun in zoverre niet weersproken stellingen hebben Seatrade c.s. derhalve aangetoond dat er voldoende dreiging was dat de schade zou oplopen indien zij niet een ander schip zou bevrachten. Op bovenstaande gronden oordeelt de rechtbank dat de gemaakte kosten voor het bevrachten van de [naam schip 2] in zodanig verband staat met de gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid van Uniport berust, dat deze haar, mede gezien de aard van de aansprakelijkheid en van de schade, als een gevolg van deze gebeurtenis kan worden toegerekend. Seatrade Group diende haar schade in dit kader te beperken. Of Seatrade Group haar schade hiermee achteraf gezien daadwerkelijk heeft beperkt of niet, doet hieraan op zichzelf niet af (Parl. Gesch. BW Boek 6 1981, p. 334 e.v. (nr. 4)). Seatrade Group kon in redelijkheid de afweging maken dat de bevrachting van een ander schip nodig was. De stelling van Uniport dat Seatrade Group slechts over diende te gaan tot schadebeperkende maatregelen doordat zij zelf te traag was in het organiseren van de herstelwerkzaamheden, is, tegenover de door Seatrade c.s. gegeven toelichtingen, onvoldoende gemotiveerd gehandhaafd.
- Bunkerkosten en vracht [naam schip 1] 20 maart – 23 april 2017 US$ 464.841,50
- Bevrachting [naam schip 2] 26 april – 12 juli 2017 US$ 188.650,00
- Kosten ballastreis [naam schip 2] US$ 325.526,00
- Minus: inkomsten vervrachten [naam schip 1] -
- Herstelkosten [naam schip 1] € 30.453,50
- Schoonmaakkosten [naam schip 1] € 105.457,31
- Kosten klassebureau DNV-GL € 8.470,00
- Expertisekosten Van Ameyde Marine € 13.883,50
- Vervangingswaarde container US$ 1.325,00
- Herstuwage lading in nieuwe container EID Maritiem B.V. € 4.217,70
- Kosten schade-expert € 14.180,15
- Bunkerkosten en vracht [naam schip 1] 20 maart – 23 april 2017 US$ 464.841,50
- Bevrachting [naam schip 2] 26 april – 12 juli 2017 US$ 188.650,00
- Kosten ballastreis [naam schip 2] US$ 325.526,00
- Minus: inkomsten vervrachten [naam schip 1] - US$ 503.738,00
- Accountantskosten US$ 4.240,00
- Buitengerechtelijke incassokosten € 1.334,00
- Wettelijke rente ex 6:119 BW m.i.v. 20 maart 2017 (dag incident) p.m.
9.297,00(3,0 punten × tarief € 3.099,00)