ECLI:NL:GHDHA:2022:2514

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
16 december 2022
Publicatiedatum
16 december 2022
Zaaknummer
2200106818
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor gewelds- en zedendelicten, afpersing en vrijheidsberoving met TBS-maatregel

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 16 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De verdachte is veroordeeld voor een reeks ernstige misdrijven, waaronder gewelds- en zedendelicten, afpersing en vrijheidsberoving. De feiten vonden plaats in de periode van juli tot augustus 2016, waarbij de verdachte samen met medeverdachten meerdere slachtoffers heeft mishandeld, bedreigd en gedwongen tot seksuele handelingen. De verdachte heeft onder andere [slachtoffer 1] gedurende een periode van drie weken van zijn vrijheid beroofd en hem stelselmatig bedreigd en mishandeld. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaren, maar het hof heeft deze straf verlaagd tot 5 jaren, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn van de procedure en de psychische toestand van de verdachte. Daarnaast is de TBS-maatregel met voorwaarden opgelegd, waarbij de verdachte in een forensisch-psychiatrische kliniek moet worden behandeld. Het hof heeft ook schadevergoedingen toegewezen aan de slachtoffers, die aanzienlijke immateriële en materiële schade hebben geleden door de daden van de verdachte. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de noodzaak van behandeling van de verdachte.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001068-18
Parketnummer: 10-700460-16
Datum uitspraak: 16 december 2022
TEGENSPRAAK
Gerechtshof Den Haag
meervoudige kamer voor strafzaken
Arrest
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 23 februari 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
thans gedetineerd in [verblijfsplaats].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 9 primair tenlastegelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 1, 2, 3, 4, 5 primair, 6, 7, 8, 9 subsidiair, 10 en 11 tenlastegelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast is een beslissing genomen omtrent de vorderingen van de benadeelde partijen, zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijzigingen van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg en de wijziging van de tenlastelegging in hoger beroep - tenlastegelegd dat:
1. zaak Sommelsdijk)
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 01 juli 2016 tot en met 06 augustus 2016 te Sommelsdijk, gemeente Goeree-Overflakkee en/of 's-Gravenhage en/of Halsteren, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) met dat opzet (telkens)
- verbleven in de directe nabijheid van die [slachtoffer 1] in zijn/een woning in Sommelsdijk en hem aldus belet om de woning te verlaten en/of bewaakt en/of in de gaten gehouden en/of
- die [slachtoffer 1] tijdens één of meer autorit(ten), rijdend tussen (onder meer) Sommelsdijk en/of Melissant en Schiphol (voortdurend) (bewapend) vergezeld en/of (aldus) die [slachtoffer 1] belet alarm te slaan en/of
- met een of meer (airsoft)wapen(s) op het lichaam van die [slachtoffer 1] geschoten en/of
- die [slachtoffer 1] (meermalen) gewurgd door zijn keel dicht te knijpen en/of
- die [slachtoffer 1] vastgehouden en/of opgetild en (vervolgens) met zijn hoofd onder water geduwd en gehouden en/of
- water gegoten en/of gespoten over en/of geürineerd op het hoofd van die (op de grond liggende) [slachtoffer 1] terwijl deze een (natte) doek op het gezicht had, en/of
- het (hoofd)haar van die [slachtoffer 1] (gedeeltelijk) weggebrand en/of
- gedreigd om met een kniptang en/of een mes (een)(de) o(o)r(en) en/of (een)(de) pink(en) en/of de penis en/of (een)(de) te(e)n(en) van die [slachtoffer 1] af te knippen/af te snijden, en/of
- die [slachtoffer 1] met een (honkbal)knuppel en/of boor, althans een hard voorwerp geslagen op benen, armen, voeten, knieën, ribben, rug, penis en teelbal(len) en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen voedsel te eten waar afwasmiddel op was gedaan en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen dierlijke ontlasting (van een kat) te eten en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen menselijke ontlasting (van medeverdachte [medeverdachte 1]) te eten en/of
- bij die [slachtoffer 1] een honkbalknuppel in zijn anus geduwd waarna die [slachtoffer 1] gedwongen werd aan deze knuppel te likken en/of
- die [slachtoffer 1] opdracht gegeven (telkens) na zijn werk gedoucht/gewassen en in zijn (opgeruimde) woning op verdachte en zijn medeverdachte(n) te wachten en/of hen binnen te laten en/of
- die [slachtoffer 1] (meermalen) opdracht gegeven met verdachte en/of zijn medeverdachte(n) mee te gaan en/of voor hen werkzaamheden te verrichten en/of
- die [slachtoffer 1] (meermalen) (langdurig) mishandeld indien hij door verdachte en/of zijn medeverdachte(n) gegeven opdrachten niet (goed) uitvoerde en/of
- die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd: "Als jij met dit verhaal naar de politie gaat maken wij jou en je vader af en brengen je moeder naar het buitenland om daar als hoer te werken" en/of "Als jij zelfmoord pleegt maken wij je ouders, broers en andere familieleden om" en/of "Ik heb thuis een vuurwapen" en/of "Als jij de politie waarschuwt zullen wij je vermoorden en je ouders mee nemen naar een schuur en daar in stukken hakken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
als gevolg waarvan die [slachtoffer 1] (dusdanig bang is geworden dat hij):
- geen weerstand kon/durfde te bieden aan (de opdrachten van) de verdachte en/of zijn medeverdachte(n) en/of
- ( telkens) belet is te gaan waar hij wilde en/of gedwongen werd om op door verdachte(n) bepaalde tijdstippen aanwezig te zijn op door verdachte(n) bepaalde plaatsen en/of
- geen hulp in durfde te roepen;
2. ( zaak Sommelsdijk)
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 01 juli 2016 tot en met 06 augustus 2016 te Sommelsdijk, gemeente Goeree-Overflakkee en/of 's-Gravenhage en/of Halsteren, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met voorbedachten rade
meermalen, althans eenmaal, (telkens) [slachtoffer 1] heeft mishandeld door
- met een of meer (airsoft)wapen(s) op het lichaam van die [slachtoffer 1] te schieten en/of
- die [slachtoffer 1] te wurgen door zijn keel dicht te knijpen en/of
- het hoofd van die [slachtoffer 1] onder water te duwen en te houden en/of
- water te gieten op en/of te spuiten over en/of te urineren op het hoofd van die (op de grond liggende) [slachtoffer 1] terwijl deze een (natte) doek op het gezicht had en/of
- het (hoofd)haar van die [slachtoffer 1] (gedeeltelijk) weg te branden en/of;
- met een kniptang en/of een mes (in) een teen van die [slachtoffer 1] te verwonden en/of te snijden en/of
- die [slachtoffer 1] met een (honkbal)knuppel en/of een boor te slaan op benen, armen, voeten, knieën, ribben, rug, penis en teelbal(len) en/of
- bij die [slachtoffer 1] een (honkbal)knuppel in zijn anus te duwen waarna die [slachtoffer 1] gedwongen werd aan deze knuppel te likken en/of
- die [slachtoffer 1] in de zij en/of tegen de borst en/of tegen het lichaam, armen en benen te schoppen en/of te slaan en/of
- die [slachtoffer 1] te dwingen voedsel te eten waar afwasmiddel op was gedaan en/of
- die [slachtoffer 1] te dwingen dierlijke ontlasting (van een kat) te eten en/of
- die [slachtoffer 1] te dwingen menselijke ontlasting (van verdachte [medeverdachte 1]) te eten;
3A.
(zaak Sommelsdijk)hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 16 juli 2016 tot en met 3 augustus 2016 te Sommelsdijk, gemeente Goeree-Overflakkee, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het brengen/duwen/houden van een (honkbal)knuppel in de anus van die [slachtoffer 1] en/of het vervolgens dwingen van die [slachtoffer 1] om aan die knuppel te likken
welk geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
- ( meermalen) schoppen en slaan (met de vuist en/of een knuppel en/of een boor, althans een hard voorwerp) tegen de armen, benen en romp, althans het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of
- ( meermalen) onder water duwen van het hoofd van die [slachtoffer 1] (waardoor die [slachtoffer 1] in ademnood kwam) en/of
- ( meermalen) dreigen om de ouders van die [slachtoffer 1] te vermoorden en/of te ontvoeren indien [slachtoffer 1] niet zou doen wat hem opgedragen werd en/of naar de politie zou gaan en/of hulp inroepen en/of
- ( met kracht) duwen en/of heen en weer bewegen van die (honkbal)knuppel in de anus van die [slachtoffer 1] waarna die [slachtoffer 1] gedwongen werd aan deze knuppel te likken;
3B.
(zaak Sommelsdijk)hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 16 juli 2016 tot en met 3 augustus 2016 te Sommelsdijk, gemeente Goeree-Overflakkee, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens)
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
[slachtoffer 1], heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het brengen/duwen/houden van een fles in de anus van die [slachtoffer 1]
welk geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
- ( meermalen) schoppen en slaan (met de vuist en/of een knuppel en/of een boor, althans een hard voorwerp) tegen de armen, benen en romp, althans het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of
- ( meermalen) onder water duwen van het hoofd van die [slachtoffer 1] (waardoor die [slachtoffer 1] in ademnood kwam) en/of
- ( meermalen) dreigen om de ouders van die [slachtoffer 1] te vermoorden en/of te ontvoeren indien [slachtoffer 1] niet zou doen wat hem opgedragen werd en/of naar de politie zou gaan en/of hulp inroepen en/of
- dwingen van die [slachtoffer 1] om met ontbloot onderlichaam te gaan zitten op een fles en/of
- ( vervolgens) schoppen/trappen van die [slachtoffer 1], (mede) tengevolge waarvan die fles (verder) in zijn anus is binnen gedrongen;
4. ( zaak Sommelsdijk)
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 01 juli 2016 tot en met 06 augustus 2016 te Sommelsdijk, gemeente Goeree-Overflakkee en/of 's-Gravenhage en/of Halsteren, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer 1] van het leven te beroven,
althans zwaar lichamelijk letsel toe brengen, met dat opzet
- die op de grond liggende [slachtoffer 1] meermalen, met kracht, met geschoeide voet heeft geschopt en/of getrapt tegen het hoofd en/of het lichaam en/of in de zij en/of
- met een honkbalknuppel en/of een boor, althans (een) daarop gelijkend(e) hard(e) voorwerp(en) heeft geslagen tegen de penis en/of de ballen en/of het hoofd, althans op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of
- het hoofd van die [slachtoffer 1] gedurende enige tijd onder water heeft gehouden en/of
- de hals/keel van die [slachtoffer 1] heeft dichtgeknepen/dichtgehouden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5. primair (zaak Sommelsdijk)
hij op of omstreeks 06 augustus 2016 te Sommelsdijk, en/of Middelharnis, gemeente Goeree-Overflakkee, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen
- tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van een of meer telefoonabonnement(en) bij een of meer telecomprovider(s) en/of
- tot de afgifte van een of meer telefoon(s), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), te weten een Samsung Galaxy S7 Edge,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het meermalen, althans eenmaal (nadat verdachte en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 1] gedurende meerdere achtereenvolgende dagen in vereniging mishandeld hadden)
- ( telkens) (met kracht) met een knuppel en/of een boor slaan op de benen en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of
- die [slachtoffer 1] dreigend toevoegen dat [slachtoffer 1] naar een telecomwinkel moest gaan en een abonnement moest afsluiten en/of dat [slachtoffer 1] niemand mocht laten merken dat het abonnement onder dwang werd afgesloten, althans telkens woorden van gelijke aard en/of strekking;
5. subsidiair
(zaak Sommelsdijk)hij op of omstreeks 06 augustus 2016 te Sommelsdijk, en/of Middelharnis, gemeente Goeree-Overflakkee, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] te dwingen tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van een of meer telefoonabonnement(en) bij een of meer telecomprovider(s) en/of tot de afgifte van een of meer telefoon(s), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] voornoemd, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), te weten een Samsung Galaxy S7 Edge,
(nadat verdachte en/of zijn medeverdachte(n) die [slachtoffer 1] gedurende meerdere achtereenvolgende dagen in vereniging mishandeld hadden)
- meermalen, althans eenmaal (telkens) met kracht met een knuppel en/of een boor heeft geslagen op de benen en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of
- die [slachtoffer 1] dreigend heeft toegevoegd dat [slachtoffer 1] naar een telecomwinkel moest gaan en een abonnement moest afsluiten en/of dat [slachtoffer 1] niemand mocht laten merken dat het abonnement onder dwang werd afgesloten, althans telkens woorden van gelijke aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
6. ( zaak Sommelsdijk)
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 1 juli 2016 tot en met 6 augustus 2016 te 's-Gravenhage en/of te Sommelsdijk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten [slachtoffer 1], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het meermalen, althans eenmaal, (telkens) brengen/houden van de penis van [getuige 1] in de anus en/of de mond van die [slachtoffer 1] en/of het aftrekken van die [getuige 1];
het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
(nadat verdachte en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 1] gedurende meerdere achtereenvolgende dagen in vereniging mishandeld hadden en/of (meermalen) toegevoegd hadden dat zijn ouders vermoord zouden worden als verdachte iets zou zeggen of naar de politie zou gaan)
- ( dreigend) toevoegen door hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) aan die [slachtoffer 1] dat deze kon kiezen tussen het hebben van seks met genoemde [getuige 1] of het duwen/brengen van een honkbalknuppel in de anus van die [slachtoffer 1] en/of
- instrueren van die [slachtoffer 1] over wat hij tegen die [getuige 1] zou moeten zeggen zodat die [getuige] geen achterdocht zou krijgen en/of zou vermoeden dat de handelingen tegen de zin van [slachtoffer 1] waren en/of
- dreigen dat verdachte, en/of zijn mededader(s) (een) advertentie(s) met een (naakt)foto (op internet) zouden plaatsen waarin die [slachtoffer 1] werd aangeboden voor seks tegen betaling;
6. subsidiair (zaak Sommelsdijk)
hij op een of meer tijdstip(pen) gelegen in of omstreeks de periode van 16 juli 2016 tot en met 6 augustus 2016
te 's-Gravenhage en/of te Sommelsdijk, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
[slachtoffer 1], heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten het (telkens) brengen/houden van de penis van [getuige 1] in de anus en/of de mond van die [slachtoffer 1] en/of het aftrekken van die [getuige 1];
het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
(nadat verdachte en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 1] gedurende meerdere achtereenvolgende dagen in vereniging mishandeld hadden en/of (meermalen) toegevoegd hadden dat zijn ouders vermoord zouden worden als verdachte iets
zou zeggen of naar de politie zou gaan)
- ( dreigend) toevoegen door hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) aan die [slachtoffer 1] dat deze kon kiezen tussen het hebben van seks met genoemde [getuige 1] of het duwen/brengen van een honkbalknuppel in de anus van die [slachtoffer 1] en/of
- instrueren van die [slachtoffer 1] over wat hij tegen die [getuige 1] zou moeten zeggen zodat die [getuige] geen achterdocht zou krijgen en/of zou vermoeden dat de handelingen tegen de zin van [slachtoffer 1] waren en/of
- dreigen dat verdachte, en/of zijn mededader(s) (een) advertentie(s) met een (naakt)foto (op internet) zouden plaatsen waarin die [slachtoffer 1] werd aangeboden voor seks tegen betaling;
7. (
zaak Oude Tonge)
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2016 tot en met 26 juni 2016 te Oude-Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijke een persoon genaamd [slachtoffer 2] zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die op de grond liggende [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal, (telkens) tegen/op het hoofd en/of het lichaam heeft geschopt en/of getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
8. ( zaak Oude Tonge)
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2016 tot en met 26 juni 2016 te Oude Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen [slachtoffer 2] meermalen, althans eenmaal (telkens) heeft mishandeld door
- hem op/tegen het lichaam te schoppen en/of te trappen en/of te slaan en/of te stompen en/of
- hem op/tegen het lichaam te taseren en/of
- ( een pluk) haren uit het hoofd te trekken/te rukken;
9. primair (zaak Oude Tonge)
hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2016 tot en met 26 juni 2016 te Oude-Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten [slachtoffer 2], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het duwen en/of brengen en/of houden van een deodorantbus in de anus van die [slachtoffer 2],
het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het
- schoppen/trappen tegen het lichaam en/of in het gezicht (terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag) en/of
- taseren van die [slachtoffer 2] en/of
- trekken van (een pluk) haren uit het hoofd van die [slachtoffer 2] en/of
- slaan (met gebalde vuist) in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of
- geven van (de) opdracht(en) aan die [slachtoffer 2] om te kruipen naar de badkamer en/of (vervolgens) de kleding uit te doen en op handen en voeten te gaan zitten;
9. subsidiair
(zaak Oude Tonge)hij in of omstreeks de periode van 25 juni 2016 tot en met 26 juni 2016 te Oude Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door hem en/of (een) ander(en) voorgenomen misdrijf om door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten [slachtoffer 2], te dwingen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten door het duwen en/of brengen en/of houden van een deodorantbus in de anus van die [slachtoffer 2],
- heeft geschopt/getrapt tegen het lichaam en/of in het gezicht van die [slachtoffer 2] (terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag) en/of
- die [slachtoffer 2] heeft getaserd en/of
- ( een pluk) haren uit het hoofd van die [slachtoffer 2] heeft getrokken en/of
- ( met gebalde vuist) in het gezicht en/of tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 2] heeft geslagen en/of
- die [slachtoffer 2] opdracht heeft gegeven te kruipen naar de badkamer en/of (vervolgens) de kleding uit te doen en op handen en voeten te gaan zitten,
terwijl de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
10. ( zaak Battenoord)
hij meermalen, althans eenmaal, (telkens) in of omstreeks de periode van 4 juni 2016 tot en met 5 juni 2016 te Oude Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 3] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
immers heeft hij verdachte en/of zijn mededader(s) (meermalen) die [slachtoffer 3] in een woning, gelegen aan de [adres van de verdachte],
- tegen/op een bank geduwd en/of
- de woorden "Je mag niet meer weg en je kunt maar beter meewerken, want anders gaan er dingen gebeuren" en/of "Ik ga je tong uitsnijden, je familie uitmoorden en ik heb een plek waar ze je nooit meer vinden" en/of "ik heb een grote homo neger als vriend, waar ik je aan ga verkopen", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking toegevoegd en/of
- vastgepakt en/of
- vastgebonden met tape en/of
- op de grond neergegooid en/of
- getrapt tegen diens ribben en/of benen en/of hoofd en/of
- gevraagd of hij mensen kende waar geld te halen viel en/of of hij thuis nog spullen van waarde had, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- met een kunststof holster op/tegen/in het gezicht geslagen en/of
- een mes tegen de hals/keel en/of de tong en/of de polsen gezet en/of
- met een waterpomptang in de vingers geknepen;
11. ( zaak Battenoord)
hij meermalen, althans eenmaal, (telkens) in of omstreeks de periode van 4 juni 2016 tot en met 5 juni 2016 te Oude-Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een zak met xtc-pillen en/of een computer met toebehoren, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het (telkens) die [slachtoffer 3]
- in een woning, gelegen aan de [adres van de verdachte], tegen/op een bank duwen en/of
- de woorden toevoegen: "Je mag niet meer weg en je kunt maar beter meewerken, want anders gaan er dingen gebeuren" en/of "Ik ga je tong uitsnijden, je familie uitmoorden en ik heb een plek waar ze je nooit meer vinden" en/of "ik heb een grote homo neger als vriend, waar ik je aan ga verkopen", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking toegevoegd en/of
- vastgepakt en/of
- vastgebonden met tape en/of
- op de grond neergegooid en/of
- getrapt tegen diens ribben en/of benen en/of hoofd en/of
- gevraagd of hij mensen kende waar geld te halen viel en/of of hij thuis nog spullen van waarde had, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- met een kunststof holster op/tegen/in het gezicht geslagen en/of
- een mes tegen de hals/keel en/of de tong en/of de polsen gezet en/of
- met een waterpomptang in de vingers geknepen.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3A, 3B, 4, 5 primair, 6 subsidiair, 7, 8, 9 subsidiair, 10 en 11 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaren, met aftrek van het voorarrest en dat de verdachte ter zake van voornoemde feiten de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege zal worden opgelegd.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Geldigheid van de dagvaarding
De verdediging heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de dagvaarding ten aanzien van feit 1 nietig is, wegens strijd met artikel 261 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Ter onderbouwing van dat standpunt heeft de verdediging benadrukt dat het onder 1 tenlastegelegde feit niet duidelijk maakt of in genoemde periode sprake is van één of meerdere incidenten en aldus waarop, tegen die achtergrond, de in de tenlastelegging onder 1 genoemde handelingen zien. Dit maakt dat de dagvaarding in zoverre te vaag is en dat aldus onduidelijk is wat de verdachte precies wordt verweten.
Het hof overweegt als volgt.
De dagvaarding moet in het kader van de beoordeling van de geldigheid niet geheel op zichzelf maar in samenhang met het onderliggende dossier worden gelezen. Dit geldt zowel voor de tenlastegelegde periode als voor de feitelijke handelingen. In de dagvaarding is uitgebreid opgenomen welke handelingen de verdachte worden verweten en in welke periode deze handelingen zouden hebben plaatsgevonden. In samenhang met het onderliggende dossier maakt de dagvaarding daarom voldoende duidelijk waartegen de verdachte zich moet verdedigen.
Met de verdediging is het hof overigens van oordeel dat niet iedere tenlastegelegde handeling bij elk afzonderlijk feit in causaal verband kan worden gebracht met elk in de tenlastelegging genoemd gronddelict. Dit is evenwel een onderwerp dat bij de beoordeling van het bewijs aan bod zal komen en doet naar het oordeel van het hof niet af aan de geldigheid van de dagvaarding.
Het hof is dan ook van oordeel dat de dagvaarding geldig is. Het verweer wordt daarom verworpen.
Vrijspraak
Feit 4 impliciet primair (poging doodslag)
Met de verdediging en de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte en zijn medeverdachten (voorwaardelijk) opzet hebben gehad op de dood van aangever [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1]). De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Feit 6 primair
Met de rechtbank is het hof van oordeel dat de onder feit 6 tenlastegelegde handelingen moeten worden gekwalificeerd als feitelijke aanranding van de eerbaarheid, zodat aansluiting zal worden gezocht bij het in hoger beroep aan de tenlastelegging toegevoegde subsidiair feit. Van de primair tenlastegelegde verkrachting zal de verdachte worden vrijgesproken.
Feit 7
Naar het oordeel van het hof is niet komen vast te staan dat aangever [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2]) tegen het hoofd is geschopt. Het meermalen met geschoeide voet trappen tegen het lichaam levert naar het oordeel van het hof niet zonder meer de aanmerkelijke kans op het optreden van zwaar lichamelijk letsel op. De verdachte zal dan ook vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs worden vrijgesproken van de onder 7 tenlastegelegde poging tot zware mishandeling.
Feit 9 primair
Met de verdediging en de advocaat-generaal is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte en zijn medeverdachten zich schuldig hebben gemaakt aan een voltooide verkrachting, nu uit de verklaring van [slachtoffer 2] noch uit de overige bewijsmiddelen blijkt dat het slachtoffer [slachtoffer 2] daadwerkelijk anaal is gepenetreerd met een deodorantbus. [slachtoffer 2] heeft daarover zelf verklaard dat het de medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1]) niet is gelukt die bus in zijn anus te duwen. De verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van het onder 9 primair tenlastegelegde.
Nadere bewijsmotivering
Betrouwbaarheid verklaringen aangever [slachtoffer 1]
De verdediging heeft betoogd dat de verklaringen van aangever [slachtoffer 1] kritisch moeten worden bezien, omdat zij op onderdelen onbetrouwbaar zijn. Ter onderbouwing hiervan heeft de verdediging aangevoerd dat [slachtoffer 1] redenen kan hebben gehad om anderen te belasten. Zo is hij voor wat betreft de feiten in het dossier Oude Tonge aan te merken als verdachte, in welk licht [slachtoffer 1], ter voorkoming van vervolging, de aan de verdachte verweten feiten ernstiger kan hebben voorgedaan. Tevens heeft de verdediging benoemd dat [slachtoffer 1] zelf aangeeft dat hij vaak liegt en dingen verzint om zijn leven interessanter te laten lijken. Verder heeft de verdediging ook wraak als motief genoemd, omdat [slachtoffer 1] op zeer vernederende wijze is mishandeld. Voorts zou volgens de verdediging een motief kunnen bestaan in het verhullen van zijn seksuele geaardheid, welke immers niet door zijn omgeving zou worden geaccepteerd. Tot slot heeft de verdediging gesteld dat daar waar de verklaringen van [slachtoffer 1] niet worden ondersteund door een andere verklaring in het dossier, deze verklaringen in zoverre moeten worden aangemerkt als inconsistent. In dit verband heeft de verdediging tevens benadrukt dat voor de verklaringen van [slachtoffer 1] geen onderbouwing kan worden gevonden in enig objectief bewijs, terwijl zij wel door (één of meerdere) verdachten worden weersproken.
Het hof overweegt als volgt.
Voornoemd standpunt is gebaseerd op de veronderstelling dat er voor [slachtoffer 1] aanleiding zou hebben bestaan om bewust en in strijd met de waarheid anderen te belasten. Deze aanname is verder niet concreet onderbouwd, waardoor het hof dit verweer zal beoordelen aan de hand van de vaststelling of de verklaringen van [slachtoffer 1] onderbouwing vinden in de resultaten van het strafrechtelijk onderzoek. Het hof stelt vast dat hiervan sprake is nu de, op hoofdzaken consistente, verklaringen van [slachtoffer 1] blijkens het dossier op talrijke, vaak essentiële onderdelen steun vindt in andere bewijsmiddelen.
Anders dan de verdediging stelt, gaat het hier voor een belangrijk deel om objectief bewijs. Het hof wijst hiertoe bovenal op het omvangrijke en deels specifieke letsel dat bij [slachtoffer 1] is geconstateerd. Verder stelt het hof vast dat op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2]) een minutenlange film is aangetroffen waarop diverse handelingen zijn vastgelegd die ook tot in detail worden beschreven in de verklaringen van [slachtoffer 1]. Verder bevinden zich in het dossier gegevens afkomstig van de telefoon van medeverdachte [medeverdachte1] (zijnde zowel telefoon-, chat- als Whatsapp-gesprekken) die eveneens de verklaringen van [slachtoffer 1] ten aanzien van specifieke handelingen ondersteunen. Voorts is er steunend forensisch bewijs aangetroffen bij de doorzoekingen in de woningen van de verdachte en van [slachtoffer 1].
Naast deze objectieve bewijsmiddelen, bevat het dossier tevens een groot aantal getuigenverklaringen die de aangifte in belangrijke mate onderschrijven, waaronder de verklaringen van getuigen [getuige 2] en [getuige 3]. Maar ook de verklaring van de verdachte zelf, alsmede die van medeverdachten (waaronder medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1]), sluiten op een groot aantal punten aan bij de verklaringen van [slachtoffer 1]. Dit alles maakt dat het hof geen onderbouwing vindt voor het standpunt van de verdediging inzake het niet bruikbaar zijn van (delen van) de verklaringen van [slachtoffer 1].
De verklaringen van [slachtoffer 1] zijn naar het oordeel van het hof betrouwbaar en kunnen worden gebruikt voor het bewijs. Het verweer wordt verworpen.
Medeplegen
De verdediging heeft verder aangevoerd, dat de verdachte geen medepleger is bij een groot aantal in de tenlastelegging opgenomen handelingen die niet door hem maar door medeverdachten zijn begaan. Als de verdachte al (bewust) aanwezig was bij het handelen door de medeverdachten, heeft hij daaraan immers geen substantiële bijdrage geleverd. Dit maakt dat de verdachte van het medeplegen van verschillende, essentiële gedragingen – zoals het dwingen van [slachtoffer 1] om menselijke en dierlijke ontlasting te eten, de verkrachtingen van [slachtoffer 1] met een honkbalknuppel en de poging tot verkrachting van [slachtoffer 2] met een deodorantbus – moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt als volgt.
Het hof stelt bij de beoordeling van dit verweer voorop dat voor de kwalificatie van medeplegen ingevolge vaste jurisprudentie vereist is dat sprake is van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen. Dat vergt dat de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. De vraag of aan deze eis is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter onder meer rekening houden met de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Tegen de achtergrond van dit juridische kader stelt het hof allereerst vast dat de verdachte, met uitzondering van de ontuchtige handelingen als genoemd onder 6 subsidiair, blijkens de bewijsmiddelen steeds aanwezig is geweest bij de in de tenlastelegging genoemde gedragingen; dus ook bij handelingen die zijn opgenomen in relatie tot de vrijheidsberoving(en), mishandelingen en de (poging tot) verkrachting(en) waarop het betwiste medeplegen ziet. Deze gedragingen vonden niet alleen plaats in zijn directe aanwezigheid, deels vond dit handelen ook plaats in zijn eigen woning. De verdachte zelf heeft ter terechtzitting in hoger beroep desgevraagd overigens ook bevestigd dat hij bij verschillende gedragingen aanwezig is geweest, in welk verband hij tevens heeft verklaard dat hij het nog steeds moeilijk heeft met de beelden van het geweld (zoals de verkrachting van [slachtoffer 1] met een honkbalknuppel). De verklaring van de verdachte dat hij op een aantal essentiële momenten niet aanwezig is geweest, omdat hij bij zijn ouders was of in andere delen van de woning dan waar het handelen van de medeverdachten gebeurde, vindt geen steun in de overige bewijsmiddelen.
Naast zijn aanwezigheid heeft de verdachte volgens alle drie de aangevers actief bijgedragen aan veel van de geweldshandelingen, welke verklaringen worden bevestigd door getuigen en medeverdachten. Zo volgt uit de bewijsmiddelen dat de verdachte zelf ook [slachtoffer 1] heeft beschoten met een airsoft-wapen en hem meerdere malen onder water heeft gehouden. Deels heeft de verdachte ook zijn eigen bijdrage aan het gewelddadige handelen bevestigd. Zo heeft hij verklaard aangevers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] zelf te hebben geslagen en geschopt, waaronder tijdens het “waterboarden” van [slachtoffer 1].
Daarnaast blijkt uit verschillende bewijsmiddelen dat wanneer anderen, in zijn aanwezigheid, handelden of verder gingen waar de verdachte was gestopt, de verdachte niet actief afstand heeft genomen van die gedragingen of zich anderszins daarvan heeft gedistantieerd. Veeleer blijkt uit de verschillende verklaringen van getuigen en medeverdachten dat de verdachte rondom de gedragingen juist in nauwe en bewuste samenwerking met anderen acteerde. Zo zou de verdachte blijkens alle drie de aangevers herhaaldelijk aanwijzingen hebben gegeven hoe te handelen, hetgeen op onderdelen door medeverdachten is bevestigd. Dit zag niet alleen op geweld maar ook op de vrijheidsbeneming en andere gedragingen als genoemd in de tenlastelegging. Zo zou [slachtoffer 1] een “slaaf” en “gevangene” zijn van zowel de verdachte als van medeverdachte [medeverdachte 1]. Het is ook de verdachte die samen met medeverdachte [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] meeneemt naar een housewarming in [woonplaats getuige 4] en het is de verdachte die volgens getuige [getuige 1] nadrukkelijk bemoeienis heeft bij de gearrangeerde seksuele contacten tussen deze getuige en [slachtoffer 1]. Ook is de verdachte aanwezig bij de hem mede verweten afpersing en is het ook hij die volgens [slachtoffer 1] van tevoren belt over de in dit verband aan te schaffen telefoon. Ook diverse telefoongesprekken in aanloop en tijdens de vrijheidsbenemingen van aangevers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3]) zouden zijn gevoerd door de verdachte dan wel met diens telefoon. Het hof wijst er verder op dat [slachtoffer 1] tijdens zijn melding bij de politie aangeeft dat hij van de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] terug moet naar zijn woning, alwaar beiden op hem zouden wachten, hetgeen ook is gebleken.
Uit het voorgaande volgt naar het oordeel van het hof dat ook voor die in de tenlastelegging genoemde gedragingen waarbij de verdachte zelf niet actief heeft gehandeld, hij een zodanig wezenlijke bijdrage aan het handelen van de medeverdachte(n) heeft geleverd, dat hij, voor zover in de bewezenverklaring opgenomen, ook voor die gedragingen als medepleger verantwoordelijk is.
Het verweer wordt verworpen.
Overwegingen ten aanzien van feit 3A
De verdediging heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 3A tenlastegelegde, omdat het anaal inbrengen van een honkbalknuppel geen seksuele strekking had en daarom niet kan worden aangemerkt als ‘seksueel binnendringen’ in de zin van artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht (Sr), maar uitsluitend was bedoeld om de verdachte te mishandelen.
Het hof overweegt als volgt.
Gelet op de tekst en de strekking van de term “seksueel binnendringen van het lichaam” zoals deze in het licht van de wetsgeschiedenis moet worden geïnterpreteerd, omvat deze term ieder binnendringen van het lichaam met een seksuele strekking. Daaronder valt ook het binnendringen met een “artificieel substituut” (Hoge Raad 22 februari 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC9650). Voor het oordeel dat sprake is van seksueel binnendringen is niet vereist dat uit de bewijsmiddelen kan worden afgeleid dat de verdachte enig seksueel genot dan wel opwinding heeft ervaren bij het plegen van de bewezenverklaarde handelingen en dat het slachtoffer bedoelde handelingen als seksueel heeft ervaren. De subjectieve beleving van de dader onderscheidenlijk het slachtoffer kan van belang zijn voor de vraag of sprake is geweest van seksueel binnendringen van het lichaam als bedoeld in artikel 242 Sr, doch is daarvoor niet beslissend in die zin dat van verkrachting geen sprake zou kunnen zijn indien de dader niet bij (door) de desbetreffende handeling(en) bepaalde seksuele gevoelens heeft ondervonden onderscheidenlijk het slachtoffer die handelingen niet als seksueel heeft ervaren (Hoge Raad 2 mei 1995, ECLI:NL:HR:1995:ZD0031).
Op grond van de gebezigde bewijsmiddelen stelt het hof tegen deze achtergrond vast dat [slachtoffer 1] meermalen met een honkbalknuppel anaal is gepenetreerd. Bij deze gelegenheden is de knuppel door medeverdachte [medeverdachte 1] op en neer gehaald. [slachtoffer 1] heeft hierover verklaard: “Deze hebben ze ingespoten met glijmiddel dat daar stond en vervolgens hebben ze dat ding in mijn reet geduwd. Toen hebben ze lopen pompen met dat ding.” Het inbrengen van een knuppel in de anus en gebruik daarbij van een glijmiddel, alsmede het “pompen” en het maken van heen en weer gaande bewegingen, wijzen naar het oordeel van het hof duidelijk op seksuele bedoelingen van de verdachten bij deze handelingen.
Daarnaast blijkt een dergelijk seksueel motief ook uit de uitlatingen van medeverdachte [medeverdachte 2], die zijn te horen in het filmpje dat hij heeft gemaakt. [medeverdachte 2] zegt: “Kom op [voornaam slachtoffer 1]! 1,2,3,4. Lekker fles in je poeperd! 1,2,3,4. 1,2,3,4.”, “Trek ook effe aan je pik dan gelijk.” en “Zo, dat zal wel lekker zijn he?” Een andere stem, die van de verdachte of van medeverdachte [medeverdachte 1] moet zijn, zegt: “Lekker he [voornaam slachtoffer 1]?” en “Laat effe horen dat je het lekker vindt, het is toch lekker???”. Deze uitlatingen zijn weliswaar gedaan tijdens de onder 3B tenlastegelegde aanranding, maar deze maken duidelijk dat [medeverdachte 2] en de andere aanwezige verdachten een seksuele lading voor ogen hadden. Vlak hierna is de verdachte anaal gepenetreerd met de honkbalknuppel, zodat dit seksuele motief zich ook daartoe uitstrekt. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat medeverdachte [medeverdachte 1] volgens [slachtoffer 1] tijdens die handelingen eveneens in bewoordingen met een seksuele lading sprak: “[voornaam medeverdachte 1] zei toen van: “Die kinderen zeiden ook ‘alsjeblieft niet’ en toen gebeurde het ook, die hadden ook geen keus””.
Het hof ziet in het dossier noch in het verhandelde ter terechtzitting aanleiding te oordelen dat een dergelijk motief bij opvolgende of voorafgaande keren dat [slachtoffer 1] met de honkbalknuppel is gepenetreerd, zou hebben ontbroken.
Gelet op bovengenoemde jurisprudentie en de bewezenverklaarde feiten en omstandigheden is het hof dan ook van oordeel dat sprake is van seksueel binnendringen in de zin van artikel 242 Sr. Het verweer wordt verworpen.
Overwegingen ten aanzien van feit 5
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep een aantal maal herhaald dat de laatste week vóór de aangifte van [slachtoffer 1] niets gewelddadigs is voorgevallen. Door de verdediging is in dit verband gewezen op de verklaring van [slachtoffer 1] dat de sfeer in deze laatste week ‘soort van gezellig’ was.
Het hof overweegt als volgt.
Daargelaten dat [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij op 6 augustus 2016 opnieuw is mishandeld door de verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1], verbindt het hof aan de door de verdediging aangehaalde verklaringen niet de consequentie dat de optelsom van het in de tweede helft van juli 2016 toegepaste forse en langdurige geweld, geen doorwerking meer had op 6 augustus 2016 en de dagen hieraan voorafgaand. Naast de aard en inhoud van de bewezenverklaarde feiten, waaronder de vrijheidsberoving onder 1, wijst het hof in dit verband op de fysieke- en emotionele toestand waarin [slachtoffer 1] op 6 augustus 2016 zijn ouders heeft ontmoet en benaderd alsmede op hetgeen [slachtoffer 1] die dag, en bij de daaropvolgende aangifte, daarover heeft verklaard. Het hof is tegen die achtergrond dan ook van oordeel dat het langdurig in vereniging mishandelen van [slachtoffer 1] in de periode vanaf 16 juli 2016, ook nog op 6 augustus 2016 van grote invloed is geweest op (de gedragingen van) [slachtoffer 1].
Gelet hierop acht het hof bewezen dat het geweld dat [slachtoffer 1] op 6 augustus 2016 dwong tot het afsluiten van een telefoonabonnement, mede bestond uit het gedurende meerdere achtereenvolgende dagen in vereniging mishandelen, zoals onder 5 primair is bewezen verklaard. Het verweer wordt verworpen.
Overwegingen ten aanzien van feit 9 subsidiair
De verdediging heeft zich ter terechtzitting in hoger beroep op het standpunt gesteld dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 9 subsidiair tenlastegelegde, omdat het anaal inbrengen van een deodorantbus geen seksuele strekking had en daarom niet kan worden aangemerkt als ‘seksueel binnendringen’ in de zin van artikel 242 Sr, maar was bedoeld om de verdachte te mishandelen.
Het hof overweegt als volgt.
Uit het dossier blijkt dat om de deodorantbus een condoom werd gedaan, voordat werd geprobeerd om aangever [slachtoffer 2] te penetreren. Een condoom is een voorwerp dat in het algemeen geassocieerd wordt met seks. Nadat het [medeverdachte 1] niet was gelukt om de deodorantbus in de anus van [slachtoffer 2] te brengen, vroeg de verdachte vervolgens aan [slachtoffer 2]: “Hoe vind je dat nou dat jij voelt wat jij hebt aangericht bij die meiden?” [slachtoffer 2] verklaart verder over deze gebeurtenis: “5 à 10 minuten daarna moest ik mij van [voornaam medeverdachte 3] uitkleden, want ze wouden mij ook laten voelen zoals bij die meiden ook zouden voelen als ik hen zou verkrachten, zeg maar.”. Uit het dossier blijkt in dit verband dat de verdachten meenden dat [slachtoffer 2] ontucht had gepleegd met minderjarige meisjes. Voornoemde uitspraken maken dan ook duidelijk dat zij een verband legden tussen (vermeende) seksuele handelingen die [slachtoffer 2] zou hebben gepleegd en de poging tot penetratie met een deodorantbus.
Gelet op het bovenstaande en in het licht van hetgeen hiervoor reeds is overwogen met betrekking tot feit 3A, concludeert het hof dat de verdachten met de poging om aangever [slachtoffer 2] anaal te penetreren met een deodorantbus, een seksuele lading voor ogen hadden. Dit maakt dat het hof ook ten aanzien van dit feit bewezen acht dat sprake was van een poging tot seksueel binnendringen. Dat het mogelijk ook de bedoeling was om [slachtoffer 2] te vernederen en pijn te doen, doet daar niets aan af.
Het verweer wordt verworpen.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3A, 3B, 4, 5 primair, 6 subsidiair, 8, 9 subsidiair, 10 en 11 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. zaak Sommelsdijk)
hij op
een of meertijdstip
(pen
)gelegen in
of omstreeksde periode van
116juli 2016 tot en met 06 augustus 2016 te Sommelsdijk, gemeente Goeree-Overflakkee en/of 's-Gravenhage en/of Halsteren, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,meermalen, opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en
/ofberoofd gehouden,
immers
heeft/hebben hij, verdachte, en
/ofzijn mededader(s) met dat opzet
(telkens)
- verbleven in de directe nabijheid van die [slachtoffer 1] in zijn
/eenwoning in Sommelsdijk en hem aldus belet om de woning te verlaten en
/ofbewaakt en
/ofin de gaten gehouden en
/of
- die [slachtoffer 1] tijdens één of meer autorit(ten), rijdend tussen (onder meer) Sommelsdijk
en/of Melissanten Schiphol (voortdurend)
(bewapend)vergezeld en
/of (aldus
)die [slachtoffer 1] belet alarm te slaan en
/of
- met een of meer (airsoft)wapen(s) op het lichaam van die [slachtoffer 1] geschoten en/of
- die [slachtoffer 1] (meermalen) gewurgd door zijn keel dicht te knijpen en/of
- die [slachtoffer 1] vastgehouden en/of opgetild en (vervolgens) met zijn hoofd onder water geduwd en gehouden en/of
- water gegoten en/of gespoten over en/of geürineerd op het hoofd van die (op de grond liggende) [slachtoffer 1] terwijl deze een (natte) doek op het gezicht had, en/of
- het (hoofd)haar van die [slachtoffer 1] (gedeeltelijk) weggebrand en/of
- gedreigd om met een kniptang en/of een mes (een)(de) o(o)r(en) en/of (een)(de) pink(en) en/of de penis en/of (een)(de) te(e)n(en) van die [slachtoffer 1] af te knippen/af te snijden, en/of
- die [slachtoffer 1] met een (honkbal)knuppel en/of boor, althans een hard voorwerp geslagen op benen, armen, voeten, knieën, ribben, rug, penis en teelbal(len) en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen voedsel te eten waar afwasmiddel op was gedaan en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen dierlijke ontlasting (van een kat) te eten en/of
- die [slachtoffer 1] gedwongen menselijke ontlasting (van medeverdachte [medeverdachte 1]) te eten en/of
- bij die [slachtoffer 1] een honkbalknuppel in zijn anus geduwd waarna die [slachtoffer 1] gedwongen werd aan deze knuppel te likken en/of
- die [slachtoffer 1] opdracht gegeven (telkens) na zijn werk gedoucht/gewassen en in zijn (opgeruimde) woning op verdachte en zijn medeverdachte(n) te wachten en
/ofhen binnen te laten en
/of
- die [slachtoffer 1] (meermalen) opdracht gegeven met verdachte en/of zijn medeverdachte(n) mee te gaan en/of voor hen werkzaamheden te verrichten en/of
- die [slachtoffer 1] (meermalen) (langdurig) mishandeld
indien hij door verdachte en/of zijn medeverdachte(n) gegeven opdrachten niet (goed) uitvoerdeen
/of
- die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd: "Als jij met dit verhaal naar de politie gaat maken wij jou en je vader af en brengen je moeder naar het buitenland om daar als hoer te werken" en
/of"Als jij zelfmoord pleegt maken wij je ouders, broers en andere familieleden
omaf" en
/of"Ik heb thuis een vuurwapen" en
/of"Als jij de politie waarschuwt zullen wij je vermoorden en je ouders mee nemen naar een schuur en daar in stukken hakken", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,
als gevolg waarvan die [slachtoffer 1]
(dusdanig bang is geworden dat hij
):
- geen weerstand kon/durfde te bieden aan (de opdrachten van) de verdachte en
/ofzijn medeverdachte(n) en
/of
- ( telkens) belet is te gaan waar hij wilde en
/ofgedwongen werd om op door verdachte
(n
)bepaalde tijdstippen aanwezig te zijn op door verdachte
(n
)bepaalde plaatsen en
/of
- geen hulp in durfde te roepen;
2. ( zaak Sommelsdijk)
hij
op een of meer tijdstip(pen) gelegenin
of omstreeksde periode van
116juli 2016 tot en met 06 augustus 2016 te Sommelsdijk, gemeente Goeree-Overflakkee en/of 's-Gravenhage en/of Halsteren, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, met voorbedachten rade
meermalen,
althans eenmaal, (telkens)[slachtoffer 1] heeft mishandeld door
- met
een of meer (airsoft
)wapen
(s
)op het lichaam van die [slachtoffer 1] te schieten en
/of
- die [slachtoffer 1] te wurgen door zijn keel dicht te knijpen en/of
- het hoofd van die [slachtoffer 1] onder water te duwen en te houden en
/of
- water te gieten
op en/of te spuiten overen
/ofte urineren op het hoofd van die
(op de grond liggende
)[slachtoffer 1] terwijl deze een
(natte
)doek op het gezicht had en
/of
- het
(hoofd
)haar van die [slachtoffer 1]
(gedeeltelijk
)weg te branden en
/of;
- met een kniptang
en/of een mes (in)een teen van die [slachtoffer 1] te verwonden
en/of te snijdenen
/of
- die [slachtoffer 1] met een
(honkbal
)knuppel en/of een boor te slaan op benen, armen, voeten, knieën, ribben, rug, penis en teelbal
(len)en
/of
- bij die [slachtoffer 1] een (honkbal)knuppel in zijn anus te duwen waarna die [slachtoffer 1] gedwongen werd aan deze knuppel te likken en/of
- die [slachtoffer 1] in de zij en
/oftegen de borst en
/oftegen
het lichaam,armen en benen te schoppen en
/ofte slaan en
/of
- die [slachtoffer 1] te dwingen voedsel te eten waar afwasmiddel op was gedaan en
/of
- die [slachtoffer 1] te dwingen dierlijke ontlasting
(van een kat
)te eten en
/of
- die [slachtoffer 1] te dwingen menselijke ontlasting
(van verdachte [medeverdachte 1]
)te eten;
3A.
(zaak Sommelsdijk)hij
op een of meer tijdstip(pen) gelegenin
of omstreeksde periode van 16 juli 2016 tot en met 3 augustus 2016 te Sommelsdijk, gemeente Goeree-Overflakkee, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,meermalen,
althans eenmaal, (telkens)
door geweld
en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit
of mede bestonden uithet seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het brengen/
duwen/houden van een
(honkbal
)knuppel in de anus van die [slachtoffer 1]
en/of het vervolgens dwingen van die [slachtoffer 1] om aan die knuppel te likken
welk geweld
en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en)heeft
/hebbenbestaan uit het
-
(meermalen
)schoppen en slaan
(met de vuist en/of een knuppel en/of een boor, althans een hard voorwerp)tegen
de armen, benen en romp, althanshet lichaam van die [slachtoffer 1] en
/of
- (meermalen) onder water duwen van het hoofd van die [slachtoffer 1] (waardoor die [slachtoffer 1] in ademnood kwam) en/of
- (meermalen) dreigen om de ouders van die [slachtoffer 1] te vermoorden en/of te ontvoeren indien [slachtoffer 1] niet zou doen wat hem opgedragen werd en/of naar de politie zou gaan en/of hulp inroepen en/of
-
(met kracht
)duwen en
/ofheen en weer bewegen van die
(honkbal
)knuppel in de anus van die [slachtoffer 1]
waarna die [slachtoffer 1] gedwongen werd aan deze knuppel te likken;
3B.
(zaak Sommelsdijk)hij
op een of meer tijdstip(pen) gelegenin
of omstreeksde periode van 16 juli 2016 tot en met 3 augustus 2016 te Sommelsdijk, gemeente Goeree-Overflakkee, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,meermalen,
althans eenmaal, (telkens)
door geweld en/of
(een
)andere feitelijkhe
(i
)d
(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
[slachtoffer 1], heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van
een of meerontuchtige handelingen, te weten het brengen/duwen/houden van een fles in de anus van die [slachtoffer 1]
welk geweld en/of
(een)andere feitelijkhe
(i
)d
(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en)heeft/hebben bestaan uit het
- ( meermalen) schoppen en slaan
(met de vuist en
/ofeen knuppel
en/of een boor, althans een hard voorwerp)tegen
de armen, benen en romp, althanshet lichaam van die [slachtoffer 1] en/of
- (meermalen) onder water duwen van het hoofd van die [slachtoffer 1] (waardoor die [slachtoffer 1] in ademnood kwam) en/of
- (meermalen) dreigen om de ouders van die [slachtoffer 1] te vermoorden en/of te ontvoeren indien [slachtoffer 1] niet zou doen wat hem opgedragen werd en/of naar de politie zou gaan en/of hulp inroepen en/of
- dwingen van die [slachtoffer 1] om met ontbloot onderlichaam te gaan zitten op een fles en/of
- ( vervolgens) schoppen/trappen van die [slachtoffer 1],
(mede)ten gevolgewaarvan die fles
(verder
)in zijn anus is binnen gedrongen;
4. ( zaak Sommelsdijk)
hij
op een of meer tijdstip(pen) gelegenin
of omstreeksde periode van
116juli 2016 tot en met 06 augustus 2016 te Sommelsdijk, gemeente Goeree-Overflakkee
en/of 's-Gravenhage en/of Halsteren, althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,meermalen,
althans eenmaal, (telkens)opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer 1]
van het leven te beroven,
althanszwaar lichamelijk letsel toe brengen, met dat opzet
- die op de grond liggende [slachtoffer 1] meermalen, met kracht, met geschoeide voet heeft geschopt en/of getrapt tegen
het hoofd en/ofhet lichaam en
/ofin de zij en
/of
- met een honkbalknuppel
en/of een boor, althans (een) daarop gelijkend(e) hard(e) voorwerp(en)heeft geslagen tegen de penis en
/ofde
teelbal
len en/of het hoofd, althans op/tegen het lichaamvan die [slachtoffer 1]
,en/of
- het hoofd van die [slachtoffer 1] gedurende enige tijd onder water heeft gehouden en/of
- de hals/keel van die [slachtoffer 1] heeft dichtgeknepen/dichtgehouden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5. primair (zaak Sommelsdijk)
hij op
of omstreeks06 augustus 2016 te Sommelsdijk, en/of Middelharnis, gemeente Goeree-Overflakkee, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en
/of (een
)ander
(en)wederrechtelijk te bevoordelen door geweld
en/of bedreiging met geweld[slachtoffer 1] heeft gedwongen
- tot het aangaan van een schuld, te weten het afsluiten van een
of meertelefoonabonnement
(en)bij een
of meertelecomprovider
(s) en/of
- tot de afgifte van een of meer telefoon(s), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn medeverdachte(n), te weten een Samsung Galaxy S7 Edge,
welk geweld
en/of welke bedreiging met geweldbestond
(en)uit het
meermalen, althans eenmaal(nadat verdachte en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 1] gedurende meerdere achtereenvolgende dagen in vereniging mishandeld hadden)
- ( telkens) (met kracht) met een knuppel en/of een boor slaan op de benen en/of het lichaam van die [slachtoffer 1]
en/of
- die [slachtoffer 1] dreigend toevoegen dat [slachtoffer 1] naar een telecomwinkel moest gaan en een abonnement moest afsluiten en/of dat [slachtoffer 1] niemand mocht laten merken dat het abonnement onder dwang werd afgesloten, althans telkens woorden van gelijke aard en/of strekking;
6. subsidiair (zaak Sommelsdijk)
hij
op een of meer tijdstip(pen) gelegenin
of omstreeksde periode van 16 juli 2016 tot en met 6 augustus 2016
te 's-Gravenhage en/ofte Sommelsdijk,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
door
geweld en/of (een
) anderefeitelijkhe
(i
)d
(en)en
/ofdoor bedreiging met geweld
en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
[slachtoffer 1], heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van
een of meerontuchtige handelingen, te weten het (telkens) brengen/houden van de penis van [getuige 1] in de anus
en/of de mondvan die [slachtoffer 1]
en/of het aftrekken van die [getuige 1];
het geweld en/of (een
)andere feitelijkhe
(i
)d
(en)en
/ofde bedreiging met geweld
en/of de bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het,
(nadat verdachte en/of zijn mededader(s) die [slachtoffer 1] gedurende meerdere achtereenvolgende dagen in vereniging mishandeld hadden en/of (meermalen) toegevoegd hadden dat zijn ouders vermoord zouden worden als verdachte iets
zou zeggen of naar de politie zou gaan,
)
- ( dreigend) toevoegen door hem, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s)aan die [slachtoffer 1] dat deze kon kiezen tussen het hebben van seks met genoemde [getuige 1] of het duwen/brengen van een honkbalknuppel in de anus van die [slachtoffer 1] en
/of
- instrueren van die [slachtoffer 1] over wat hij tegen die [getuige 1] zou moeten zeggen zodat die [getuige 1] geen achterdocht zou krijgen en
/ofzou vermoeden dat de handelingen tegen de zin van [slachtoffer 1] waren
en/of
- dreigen dat verdachte, en/of zijn mededader(s) (een) advertentie(s) met een (naakt)foto (op internet) zouden plaatsen waarin die [slachtoffer 1] werd aangeboden voor seks tegen betaling;
8. ( zaak Oude Tonge)
hij in
of omstreeksde periode van 25 juni 2016 tot en met 26 juni 2016 te Oude Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen[slachtoffer 2] meermalen
, althans eenmaal (telkens)heeft mishandeld door
- hem
op/tegen het lichaam te schoppen en/of te trappen en
/ofte slaan
en/of te stompenen
/of
- hem op/tegen het lichaam te taseren en
/of
-
(een pluk)haren uit het hoofd te trekken
/te rukken;
9. subsidiair
(zaak Oude Tonge)hij in
of omstreeksde periode van 25 juni 2016 tot en met 26 juni 2016 te Oude Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee,
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
ter uitvoering van het door hem en
/of (een)ander
(en
)voorgenomen misdrijf om door geweld en
/of (een)andere feitelijkhe
(i)d
(en
) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en)iemand, te weten [slachtoffer 2], te dwingen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit
of mede bestonden uithet seksueel binnendringen van het lichaam, te weten door het duwen en/of brengen en/of houden van een deodorantbus in de anus van die [slachtoffer 2],
- heeft geschopt/getrapt tegen het lichaam
en/of in het gezichtvan die [slachtoffer 2] (terwijl die [slachtoffer 2] op de grond lag) en
/of
- die [slachtoffer 2] heeft getaserd en
/of
-
(een pluk)haren uit het hoofd van die [slachtoffer 2] heeft getrokken en
/of
-
(met gebalde vuist
)in het gezicht
en/of tegen het hoofd en/of het lichaamvan die [slachtoffer 2] heeft geslagen en
/of
- die [slachtoffer 2] opdracht heeft gegeven te kruipen naar de badkamer en
/of (vervolgens
)de kleding uit te doen en op handen en
voetenknieënte gaan zitten,
terwijl de uitvoering van dit voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
10. ( zaak Battenoord)
hij
meermalen, althans eenmaal, (telkens)in
of omstreeksde periode van 4 juni 2016 tot en met 5 juni 2016 te Oude Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee,
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,opzettelijk [slachtoffer 3] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en
/ofberoofd gehouden,
immers heeft hij
,verdachte, en/of zijn mededader(s) (meermalen) die [slachtoffer 3] in een woning, gelegen aan de [adres van de verdachte],
-
tegen/op een bank geduwd en
/of
- de woorden "Je mag niet meer weg en je kunt maar beter meewerken, want anders gaan er dingen gebeuren" en
/of"Ik ga je tong uitsnijden, je familie uitmoorden en ik heb een plek waar ze je nooit meer vinden" en
/of"ik heb een grote homo neger als vriend, waar ik je aan ga verkopen", althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking toegevoegd en
/of
- vastgepakt en
/of
- vastgebonden met tape en
/of
- op de grond neergegooid en
/of
- getrapt tegen diens ribben en
/ofbenen en
/ofhoofd en
/of
- gevraagd of hij mensen kende waar geld te halen viel en
/ofof hij thuis nog spullen van waarde had, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
/of
- met een kunststof holster
op/tegen/in het gezicht geslagen en
/of
- een mes tegen de hals/keel en/of de tong en/of de polsen gezet en/of
- met een waterpomptang in de vinger
sgeknepen;
11. ( zaak Battenoord)
hij
meermalen, althans eenmaal, (telkens)in
of omstreeksde periode van 4 juni 2016 tot en met 5 juni 2016 te Oude Tonge, gemeente Goeree-Overflakkee,
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en/of
(een)ander
(en
)wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een zak met xtc-pillen en
/ofeen computer met toebehoren,
in elk geval van enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan die [slachtoffer 3],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en
/ofwelke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
(telkens)die [slachtoffer 3]
- in een woning, gelegen aan de [adres van de verdachte],
tegen/op een bank duwen en
/of
- de woorden toevoegen: "Je mag niet meer weg en je kunt maar beter meewerken, want anders gaan er dingen gebeuren" en
/of"Ik ga je tong uitsnijden, je familie uitmoorden en ik heb een plek waar ze je nooit meer vinden" en
/of"ik heb een grote homo neger als vriend, waar ik je aan ga verkopen",
althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking toegevoegden
/of
- vastgepakt en
/of
- vastgebonden met tape en
/of
- op de grond neergegooid en
/of
- getrapt tegen diens ribben
en/of benen en/of hoofden
/of
- gevraagd of hij mensen kende waar geld te halen viel en
/ofof hij thuis nog spullen van waarde had, althans woorden van gelijke aard en/of strekking en
/of
- met een kunststof holster
op/tegen/in het gezicht geslagen en
/of
- een mes tegen de hals/keel en/of de tong en/of de polsen gezet en/of
- met een waterpomptang in de vinger
sgeknepen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden, meermalen gepleegd.
Het onder 2 en 8 bewezenverklaarde levert telkens op:
medeplegen van mishandeling, meermalen gepleegd.
Het onder 3A bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van verkrachting,
meermalen gepleegd.
Het onder 3B bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van poging tot zware mishandeling, meermalen gepleegd.
Het onder 5 primair en 11 bewezenverklaarde levert telkens op:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 6 subsidiair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van feitelijke aanranding van de eerbaarheid.
Het onder 9 subsidiair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van poging tot verkrachting.
Het onder 10 bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Motivering van de straf en de maatregel
Het hof heeft de op te leggen straf en de op te leggen maatregel bepaald op grond van de feiten en omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De op te leggen straf
In de zomer van 2016 heeft de verdachte zich – met medeverdachten – schuldig gemaakt aan een reeks van zeer gewelddadige strafbare feiten, toenemend in ernst en uiteindelijk geëscaleerd in de feiten gepleegd ten aanzien van het slachtoffer [slachtoffer 1].
Het slachtoffer [slachtoffer 3] (feiten 10 en 11) is als eerste door de verdachte en zijn medeverdachten gedurende een avond en nacht fors mishandeld, van zijn vrijheid beroofd en beroofd gehouden onder meer door hem meermalen met tape vast te binden en vervolgens gedwongen tot afgifte van XTC-pillen en een computer.
Vervolgens is het slachtoffer [slachtoffer 2] (feiten 8 en 9 subsidiair) gedurende een avond en nacht door de verdachte en zijn medeverdachten meerdere keren fors mishandeld, waarbij hij onder meer met een taser is bewerkt en haren uit zijn hoofd zijn getrokken. Bovendien hebben de verdachte en zijn medeverdachten geprobeerd [slachtoffer 2] te verkrachten met een deodorantbus.
Tot slot is het slachtoffer [slachtoffer 1] door de verdachte en de medeverdachte(n) gedurende een periode van drie weken van zijn vrijheid beroofd en stelselmatig bedreigd, geschopt en (met en zonder honkbalknuppel) geslagen, meermalen verkracht met een honkbalknuppel, meermalen gedwongen om zichzelf anaal te penetreren met een fles, gedwongen tot seks met een man, gedwongen om menselijke en dierlijke ontlasting te eten, beschoten met airsoft-wapens, meermalen met zijn hoofd onder water gehouden, met water begoten terwijl hij met een doek over zijn gezicht op de grond lag en ook nog een keer afgeperst.
Alle drie de slachtoffers zijn in meerdere of mindere mate te beschouwen als kwetsbaar vanwege psychische problemen en/of beperkte verstandelijke capaciteiten, dan wel vanwege verslavingsproblematiek. Voor alle drie de slachtoffers geldt dat zij door de ernstige (waaronder ook seksuele) mishandelingen en vernederingen te angstig waren om op welke wijze dan ook direct hulp in te schakelen. De gevolgen zijn voor hen in hoge mate traumatisch geweest en zijn dat in sommige opzichten nog steeds, zoals is gebleken uit de toelichting bij hun vorderingen als benadeelde partij.
Voor het bewezenverklaarde geldt dan ook dat het om zeer ernstige feiten gaat. In beginsel is daarvoor bij wijze van bestraffing en vergelding een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur passend en geboden.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 9 november 2022, waaruit blijkt dat de verdachte in Nederland niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten en in het verleden in België een waarschuwing heeft gekregen in verband met ongeoorloofd bezit of gebruik van wapens, explosieven of munitie.
Het hof overweegt dat in beginsel een gevangenisstraf van 7 jaren gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten op zijn plaats is.
Het hof heeft evenwel geconstateerd dat in deze zaak in hoger beroep de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) is overschreden.
Het hof stelt in dat verband het volgende vast:
  • de verdachte is op 7 augustus 2016 in voorlopige hechtenis genomen;
  • het eindvonnis dateert van 23 februari 2018;
  • het hoger beroep is ingesteld op 8 maart 2018;
  • het dossier is ingezonden op 3 september 2018;
  • de inhoudelijke behandeling in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 29 en 30 november 2022;
  • het onderzoek ter terechtzitting is gesloten op 16 december 2022;
  • dit arrest wordt gewezen op 16 december 2022, ruim 4 jaren en 9 maanden na het instellen van het hoger beroep.
De behandeling ter terechtzitting in hoger beroep is dus niet binnen 16 maanden nadat hoger beroep is ingesteld afgerond met een eindarrest. Deze overschrijding van ruim 3 jaren en 5 maanden is evenwel mede gelegen in de omstandigheid dat de verdachte aan meerdere gedragskundige onderzoeken onderworpen is geweest.
Het hof stelt vast dat de duur van de door de verdachte ondergane voorlopige hechtenis bijna 6,5 jaren bedraagt.
De duur van de reeds ondergane voorlopige hechtenis in combinatie met de geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn in relatie tot hetgeen hieronder wordt overwogen met betrekking tot de op te leggen maatregel maakt naar het oordeel van het hof dat een lagere gevangenisstraf dan hierboven genoemd moet worden opgelegd.
De op te leggen maatregel
Bij het bepalen van de overigens op te leggen sanctie houdt het hof naast de ernst van de feiten tevens nadrukkelijk rekening met de persoon van de verdachte zoals daarvan is gebleken ter terechtzitting van het hof en uit de omtrent hem opgemaakte rapportages.
De verdachte is, zowel in eerste aanleg, als in hoger beroep, onderzocht door een psychiater en een psycholoog. Ook heeft in eerste aanleg observatie in het Pieter Baan Centrum plaatsgevonden. In die fase van het onderzoek is door de verschillende deskundigen geconcludeerd dat er geen eenduidig beeld van het psychisch functioneren van de verdachte in de periode van de bewezenverklaarde feiten te geven is, zodat ook geen advies kon worden gegeven over de mate van toerekening van die feiten.
In eerste aanleg is de maatregel van TBS (met voorwaarden of met dwangverpleging) niet aan de orde geweest en is volstaan met het opleggen van een langdurige gevangenisstraf.
In hoger beroep heeft een triple onderzoek plaatsgehad, waarbij de psychiater Th.J.G. Bakkum, de psycholoog T. ’t Hoen en forensisch milieuonderzoeker M. Elghabzouri de verdachte hebben onderzocht.
Dit onderzoek heeft geleid tot een rapport uitgebracht op 1 december 2021, waarin niet alleen de onderzoeks-bevindingen van de psychiater en de psycholoog zijn uiteengezet maar ook inzicht in de achtergrond en het milieu van de verdachte wordt verschaft. Daarnaast is door deze psychiater en psycholoog een aanvullende rapportage uitgebracht op 15 september 2022, waarin nader is ingegaan op de stand van zaken op dat moment. Ook zijn de psychiater Bakkum en de psycholoog ‘t Hoen ter terechtzitting van het hof op 29 november 2022 bevraagd over hun conclusies zoals neergelegd in de (aanvullende) rapportage, kort gezegd erop neerkomende dat TBS met voorwaarden met klinische behandeling in een forensisch-psychiatrische kliniek, passend en haalbaar is en meerdere jaren in beslag zal nemen. Ter terechtzitting hebben zij, ook na kritische ondervraging door de raadsman, de advocaat-generaal en de leden van het hof, gemotiveerd aangegeven dat zij beiden deze conclusies onverkort onderschrijven.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat oplegging van de TBS-maatregel met voorwaarden niet aan de orde is, nu daarbij een gevangenisstraf van maximaal 5 jaar kan worden opgelegd, welke op geen enkele manier recht zou doen aan de bewezenverklaarde strafbare feiten. Bovendien zou een dergelijke straf niet in de juiste verhouding staan tot de aan de medeverdachten opgelegde gevangenisstraffen.
De verdachte heeft zich bij monde van zijn raadsman op het standpunt gesteld, onder verwijzing naar de verklaringen van de deskundigen ter terechtzitting, dat TBS met voorwaarden voor de verdachte passend en haalbaar zal zijn. Daarbij heeft de raadsman benadrukt dat de langdurige behandeling, welke na verloop van tijd ambulant kan plaatsvinden, binnen een dergelijk traject voldoende garanties biedt voor wat betreft het gestelde recidiverisico.
Het hof ontleent aan de rapportages en de verklaringen van de deskundigen ter terechtzitting in hoger beroep de volgende overwegingen en conclusies, een en ander kort en zakelijk weergegeven.
Bij de verdachte is sprake van een psychische stoornis, te weten een andere gespecificeerde persoonlijkheids-stoornis met vermijdende, afhankelijke en borderline trekken. Antisociale of narcistische trekken (inhoudende dat de verdachte zijn verantwoordelijkheid ontloopt, respectievelijk zichzelf overschat) kunnen niet worden uitgesloten. De deskundigen omschrijven de verdachte als niet leeftijdsadequaat en zijn van mening dat hij staat voor de ontwikkelingstaken van een 20-jarige, te weten loskomen van zijn ouderlijk huis, zelfstandig een huishouden voeren, in eigen levensonderhoud voorzien en gelijkwaardige en wederkerige relaties aangaan met leeftijdsgenoten. Het zicht op deze geschetste lacunes in zijn ontwikkeling kan door het verblijf in het PPC en de structuur daar vervagen, maar de verdachte zou baat kunnen hebben bij een klinische behandeling en aansluitend traject.
De psychische stoornis van de verdachte heeft zijn keuzes en gedrag ten tijde van de bewezenverklaarde feiten beïnvloed. De deskundigen adviseren vanwege de persoonlijkheidsstoornis tot verminderde mate van toerekenbaarheid maar de precieze mate van die vermindering is, mede door de houding van de verdachte (waaronder zijn persisterende slachtofferrol en, mede tegen die achtergrond, de inhoud van zijn verklaringen), onmogelijk te bepalen. Ondanks zijn leeftijd is voor de verdachte – vanwege zijn onrijpe en instabiele persoonlijkheid – een orthopedagogische of orthopsychiatrische behandeling aangewezen, en is een dergelijke intensieve behandeling in een klinische setting nodig, met aansluitend een resocialisatietraject in kleine stappen, zeker nu de verdachte nog altijd onvoldoende inzicht heeft in zijn persoonlijkheids-stoornis en de rol daarvan op het delict gedrag, hetgeen de kans op recidive vergroot. De deskundigen achten tegen deze achtergrond een TBS-maatregel met voorwaarden passend en haalbaar, mede gelet op de motivatie daartoe van de verdachte zoals onder meer is gebleken uit de gevolgde therapieën.
Het hof neemt de bevindingen en de conclusies van de deskundigen over en maakt die tot de zijne.
De reclassering heeft bij rapportage van 19 april 2022, opgemaakt door reclasseringswerker S. Revet, en nader toegelicht ter terechtzitting in hoger beroep door reclasseringswerker Ch. Chila, geconcludeerd dat de verdachte inmiddels een andere instelling laat zien dan in eerste aanleg. De verdachte heeft gesprekken gevoerd in het PPC, heeft zich gericht op traumaverwerking en schematherapie gevolgd. Ook de reclassering acht intensieve behandeling wenselijk. Een dergelijk traject zou volgens de reclassering om te beginnen moeten bestaan uit een klinische behandeling in het kader van TBS met voorwaarden. De verdachte zal vervolgens nauwlettend gevolgd moeten worden bij terugkeer in de maatschappij omdat hij in ieder geval in het verleden erg beïnvloedbaar leek. De klinische behandeling zal naar verwachting minimaal twee tot vier jaren in beslag nemen.
De reclassering heeft een indicatie gevraagd en verkregen voor de [zorginstelling], waar inmiddels een intake heeft plaatsgevonden en waar de verdachte zal kunnen worden opgenomen en behandeld in het kader van een eventuele TBS-maatregel met voorwaarden.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard zich te zullen houden aan de door de reclassering geadviseerde voorwaarden.
Het hof acht het, met voornoemde deskundigen, van belang dat de verdachte, ter voorkoming van recidive, wordt behandeld voor de bij hem geconstateerde stoornissen. Naar het oordeel van het hof is door de verschillende deskundigen overtuigend beargumenteerd dat TBS met voorwaarden onder de gegeven omstandigheden vanuit gedragsdeskundig oogpunt het meest passend moet worden geacht en, mede gezien de ontwikkeling van de verdachte, ook haalbaar. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat indien de verdachte zich niet aan de voorwaarden houdt, alsnog TBS met dwangverpleging zal (kunnen) volgen. De verdachte is hiervan doordrongen, zo is het hof uit de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep gebleken.
Conclusie
Vanuit de strafdoelen, waarbij vergelding en normhandhaving nadrukkelijk een rol dienen te spelen, heeft het hof zich gesteld gezien voor de vraag of deze vorm van behandeling kan worden gecombineerd met een op te leggen straf die het hof evenzeer passend en geboden acht.
Het hof stelt vast dat de aard en ernst van de bewezenverklaarde feiten, los van de op te leggen maatregel, naar zijn oordeel een gevangenisstraf rechtvaardigt van aanzienlijk kortere duur dan in eerste aanleg opgelegd en door de advocaat-generaal gevorderd. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat het hof het tenlastegelegde niet geheel bewezen acht alsmede dat de, weliswaar zeer ernstige, bewezen feiten gedurende een relatief korte periode hebben plaats gevonden. Ook neemt het hof bij dit oordeel nadrukkelijk de persoon van de verdachte in aanmerking, zoals daarvan is gebleken uit de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep, waaronder de omstandigheid dat hem, zoals hierboven aangegeven, het bewezenverklaarde niet volledig kan worden toegerekend. Daar komt nog bij dat het hof gelet op de relatief jonge leeftijd van de verdachte het doel van resocialisatie van belang acht.
Het hof is alles afwegende derhalve van oordeel dat een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren passend en geboden is en zal naast de gevangenisstraf een TBS-maatregel met voorwaarden als nader omschreven opleggen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv, aan de orde is.
Nu de verdachte de onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren reeds heeft ondergaan en de voorlopige hechtenis derhalve zal worden opgeheven, betekent dit naar het oordeel van het hof dat hij, voor zover hij niet per direct kan worden geplaatst in de [zorginstelling], in een door het openbaar ministerie en de reclassering te bepalen overbruggingsinstelling dient te verblijven, alwaar hij zich dient te melden.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen omtrent de persoon van de verdachte, diens belang bij een voortvarende behandeling van zijn psychische stoornis en het risico op recidive, zal het hof de TBS-maatregel en de bijbehorende voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaren.
Vordering tot schadevergoeding [slachtoffer 1]
In het onderhavige strafproces heeft [slachtoffer 1] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden schade als gevolg van het aan de verdachte onder 1, 2, 3A, 3B, 4, 5 primair en 6 subsidiair bewezenverklaarde, tot een bedrag van
€ 31.675,04, bestaande uit € 1.675,04 materiële en
€ 30.000,00 immateriële schade.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag van € 31.675,04.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van een gedeelte van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 27.556,40, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte betwist, in die zin dat is bepleit dat de vordering tot vergoeding van de immateriële schade te hoog is en bovendien onvoldoende is onderbouwd.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat tot een bedrag van € 1.029,74 materiële schade is geleden, te weten voor wat betreft de posten:
  • reiskosten naar BAVO Rotterdam, BAVO Hellevoetsluis en de psycholoog;
  • aanschaf medicijnen;
  • eigen risico 2016;
  • eigen risico 2017;
  • opvragen medische gegevens.
Deze schade is een rechtstreeks gevolg van het onder 1, 2, 3A, 3B, 4, 5 primair en 6 subsidiair bewezenverklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve tot dat bedrag hoofdelijk met medeverdachte [medeverdachte 1] worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 augustus 2016 tot aan de dag der algehele voldoening.
De reiskosten die zijn gemaakt voor bezoeken aan de advocaat, zittingen, een gesprek met de officier van justitie en politieverhoren zijn geen rechtstreeks gevolg van de bewezenverklaarde feiten. Hetzelfde geldt voor de gevorderde parkeerkosten. De benadeelde partij zal niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering van deze schade. De reiskosten en de parkeerkosten zullen worden vergoed als proceskosten.
Voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering ten aanzien van de gestelde materiële schade, omdat niet is komen vast te staan dat dit deel van de schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 1, 2, 3A, 3B, 4, 5 primair en 6 subsidiair bewezenverklaarde.
Het hof is tevens van oordeel dat aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder 1, 2, 3A, 3B, 4, 5 primair en 6 subsidiair bewezenverklaarde.
De benadeelde partij is een kwetsbaar persoon met psychische problemen en is verstandelijk minder
begaafd. De gevolgen voor hem zijn enorm, zo blijkt uit het dossier, uit de slachtofferverklaring die in eerste aanleg is voorgedragen en uit de toelichting bij de vordering die het slachtoffer als benadeelde partij heeft ingediend. Hij heeft — naast lichamelijk letsel — een groot trauma opgelopen. Daarvoor zal hij naar het zich laat aanzien nog lang behandeld moeten worden, waarbij volledig herstel onzeker is. Uit het verhandelde ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat de benadeelde partij nog niet heeft kunnen beginnen met de nodige traumaverwerking. Hij is niet in staat geweest op de terechtzitting te verschijnen.
De vordering ter zake van geleden immateriële schade leent zich - naar maatstaven van billijkheid - voor hoofdelijke toewijzing tot een bedrag van € 20.000,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 augustus 2016 tot aan de dag der algehele voldoening. De verdachte is voor een gedeelte van
€ 16.000,00 hoofdelijk aansprakelijk met mededader [medeverdachte 1]. Mededader [medeverdachte 2] is hoofdelijk veroordeeld voor vergoeding van geleden immateriële schade ter hoogte van € 4.000,00. Voor dit gedeelte is de verdachte dus hoofdelijk aansprakelijk met zowel mededader [medeverdachte 1] als mededader [medeverdachte 2].
Voor het overige zal de vordering tot vergoeding van immateriële schade worden afgewezen.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op € 527,67, bestaande uit reiskosten naar de advocaat, zittingen, een gesprek met de officier van justitie en politieverhoren en parkeerkosten, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van
€ 21.029,74 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde onder 1, 2, 3A, 3B, 4, 5 primair en 6 subsidiair is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1]. Gelet op de persoonlijke omstandigheden, zoals hierboven weergegeven, zal het hof bepalen dat er geen gijzeling zal volgen in het geval de verdachte niet aan zijn betalingsverplichting voldoet.
Vordering tot schadevergoeding [slachtoffer 2]
In het onderhavige strafproces heeft [slachtoffer 2]
zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden schade als gevolg van het aan de verdachte onder 8 en 9 subsidiair bewezenverklaarde, tot een bedrag van € 26.225,80, bestaande uit € 1.225,80 materiële en € 25.000,00 immateriële schade.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag van € 26.225,80.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van een gedeelte van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 9.661,35, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte niet betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat tot een bedrag van € 439,40 materiële schade is geleden, te weten voor wat betreft de posten:
  • reiskosten naar het ziekenhuis;
  • eigen risico;
  • kosten opvragen medische gegevens;
  • ziekenhuisopname.
Deze schade is een rechtstreeks gevolg van het onder 8 en 9 subsidiair bewezenverklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve tot dat bedrag van
€ 439,40 hoofdelijk met mededaders [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening.
De reiskosten die zijn gemaakt voor vervoer naar het politiebureau, de advocaat en Slachtofferhulp Nederland zijn geen rechtstreeks gevolg van het bewezenverklaarde. De benadeelde partij zal in dat gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard. Hetzelfde geldt voor de parkeerkosten. Deze kosten zullen worden vergoed als proceskosten.
Voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering tot vergoeding van de gestelde materiële schade, omdat niet is komen vast te staan dat dit deel van de schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 8 en 9 subsidiair bewezenverklaarde.
Het hof is tevens van oordeel dat aannemelijk is geworden dat door de benadeelde partij immateriële schade is geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder 8 en 9 subsidiair bewezenverklaarde. Het hof houdt daarbij rekening met de kwetsbaarheid van het slachtoffer zoals is gebleken uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting en de aard van de bewezenverklaarde feiten. De vordering ter zake van geleden immateriële schade leent zich - naar maatstaven van billijkheid - voor hoofdelijke toewijzing met mededaders [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] tot een bedrag van € 5.000,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening.
Voor het overige zal de vordering worden afgewezen.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op € 186,91, bestaande uit reiskosten naar het politiebureau, advocaat en Slachtofferhulp Nederland en parkeerkosten, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van
€ 5.439,40 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde onder 8 en 9 subsidiair is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2]. Gelet op de persoonlijke omstandigheden, zoals hierboven weergegeven, zal het hof bepalen dat er geen gijzeling zal volgen in het geval de verdachte niet aan zijn betalingsverplichting voldoet.
Vordering tot schadevergoeding [slachtoffer 3]
In het onderhavige strafproces heeft [slachtoffer 3] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële en immateriële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 10 en 11 bewezenverklaarde, tot een bedrag van € 3.617,99.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag van € 3.617,99.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van een gedeelte van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 3.046,04, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De vordering van de benadeelde partij is door en namens de verdachte niet betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat tot een bedrag van € 46,04 materiële schade is geleden. Deze schade is een rechtstreeks gevolg is van het onder 10 en 11 bewezenverklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve tot dat bedrag hoofdelijk met mededader [medeverdachte 1] worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening.
Voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in dit deel van de vordering tot schadevergoeding, omdat niet is komen vast te staan dat deze materiële schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 10 en 11 bewezenverklaarde.
Het hof is tevens van oordeel dat aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden en dat deze schade het rechtstreeks gevolg is van het onder 10 en 11 bewezenverklaarde. Het hof houdt daarbij rekening met de kwetsbaarheid van het slachtoffer zoals is gebleken uit het dossier en het onderzoek ter terechtzitting en de aard van de bewezenverklaarde feiten. De vordering leent zich - naar maatstaven van billijkheid - voor hoofdelijke toewijzing tot een bedrag van € 3.500,00, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente over dit bedrag vanaf 5 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening.
Gelet op het voorgaande dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van
€ 3.546,04 aansprakelijk is voor de schade die door het bewezenverklaarde onder 10 en 11 is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de hoofdelijke verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3]. Gelet op de persoonlijke omstandigheden, zoals hierboven weergegeven, zal het hof bepalen dat er geen gijzeling zal volgen in het geval de verdachte niet aan zijn betalingsverplichting voldoet.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 36f, 37a, 38, 38a, 38d, 38v, 45, 47, 57, 242, 246, 282, 300, 302, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 6 primair, 7 en 9 primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3A, 3B, 4, 5 primair, 6 subsidiair, 8, 9 subsidiair, 10 en 11 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de ter beschikking stelling van de verdachte, en stelt daarbij de voorwaarden dat:

1.Opname in een zorginstelling

De verdachte laat zich opnemen in de [zorginstelling] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start aansluitend op detentie. De opname duurt maximaal de duur van de maatregel of zoveel korter als de reclassering en het behandelteam dat nodig vinden.
De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling.
Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing.

2.Overbruggingsverblijf

De verdachte zal, voor zover geen directe opname kan plaatsvinden in de [zorginstelling], worden overgebracht naar c.q. zich melden bij een door het openbaar ministerie en de reclassering te bepalen overbruggingsinstelling.

3.Geen strafbaar feit plegen

De verdachte maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.

4.Meewerken aan reclasseringstoezicht

De verdachte werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
  • De verdachte meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
  • De verdachte laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van de verdachte vast te stellen.
  • De verdachte houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de verdachte te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
  • De verdachte helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
  • De verdachte werkt mee aan huisbezoeken.
  • De verdachte geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
  • De verdachte vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering.
  • De verdachte werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de verdachte, als dat van belang is voor het toezicht.

5.Meewerken aan time-out

De verdachte werkt mee aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal 7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot maximaal 14 weken per jaar.

6.Niet naar het buitenland

De verdachte gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering.

7.Ambulante behandeling

De verdachte laat zich behandelen door nader te bepalen instelling te bepalen door de reclassering.
De behandeling start na de klinische opname. De behandeling duurt zolang de reclassering dat nodig
vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen en de controle daarop kan onderdeel zijn van de behandeling.

8.Begeleid wonen of maatschappelijke opvang

De verdachte verblijft na zijn klinische opname in een instelling beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering.
Het verblijf start na zijn klinische opname. Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.

9.Contactverbod

De verdachte heeft of zoekt op geen enkele wijze - direct of indirect - contact met [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 1]), [slachtoffer 3] (geboren [geboortedatum slachtoffer 3]) en [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum slachtoffer 2]), zolang het openbaar ministerie dit verbod nodig vindt.

10.Middelengebruik

De verdachte gebruikt geen alcohol of drugs en werkt mee aan controles hierop.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Beveelt dat voormelde voorwaarden en het uit te oefenen reclasseringstoezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Geeft hierbij opdracht aan de reclassering om de ter beschikking gestelde bij de naleving van de aanwijzing hulp en steun te verlenen.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ter zake van het onder 1, 2, 3A, 3B, 4, 5 primair en 6 subsidiair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 21.029,74 (eenentwintigduizend negenentwintig euro en vierenzeventig cent) bestaande uit € 1.029,74 (duizend negenentwintig euro en vierenzeventig cent) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor een bedrag van
€ 10.000,00 (tienduizend euro) aan immateriële schadeaf.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 527,67 (vijfhonderdzevenentwintig euro en zevenenzestig eurocent).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 1], ter zake van het onder 1, 2, 3A, 3B, 4, 5 primair en 6 subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 21.029,74 (eenentwintigduizend negenentwintig euro en vierenzeventig cent) bestaande uit € 1.029,74 (duizend negenentwintig euro en vierenzeventig cent) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 6 augustus 2016.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 2] ter zake van het onder 8 en 9 subsidiair bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.439,40 (vijfduizend vierhonderdnegenendertig euro en veertig cent) bestaande uit € 439,40 (vierhonderdnegenendertig euro en veertig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade,waarvoor de verdachte met de mededaders hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor een bedrag van
€ 20.000,00 (twintigduizend euro) aan immateriële schadeaf.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de benadeelde partij in zoverre de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op € 186,91 (honderdzesentachtig euro en eenennegentig eurocent).
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 2], ter zake van het onder 8 en 9 subsidiair bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 5.439,40 (vijfduizend vierhonderdnegenendertig euro en veertig cent) bestaande uit € 439,40 (vierhonderdnegenendertig euro en veertig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededaders aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 26 juni 2016.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 3] ter zake van het onder 10 en 11 bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 3.546,04 (drieduizend vijfhonderdzesenveertig euro en vier cent) bestaande uit € 46,04 (zesenveertig euro en vier cent) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer 3], ter zake van het onder 10 en 11 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van € 3.546,04 (drieduizend vijfhonderd-zesenveertig euro en vier cent) bestaande uit € 46,04 (zesenveertig euro en vier cent) materiële schade en € 3.500,00 (drieduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Bepaalt de duur van de gijzeling op ten hoogste 0 (nul) dagen.
Bepaalt dat indien en voor zover de verdachte of zijn mededader aan een van beide betalingsverplichtingen hebben voldaan, de andere vervalt.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op 5 juni 2016.
Dit arrest is gewezen door mr. A.M.P. Gaakeer, mr. E.J. van As en mr. O.M. Harms, in bijzijn van de griffier mr. L.I. Appels.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 16 december 2022.