ECLI:NL:GHDHA:2022:2224
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Faillissement van een onderneming en de beoordeling van het verzoek tot faillietverklaring
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 augustus 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de faillissementsaanvraag van de Moderne Barbershop, vertegenwoordigd door de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf (BPF). De rechtbank Den Haag had eerder op 19 juli 2022 het verzoek van BPF om de geïntimeerde in staat van faillissement te verklaren afgewezen. BPF heeft hiertegen hoger beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat de geïntimeerde niet in staat was om zijn financiële verplichtingen na te komen, waaronder onbetaalde pensioenpremies en andere schulden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 16 augustus 2022 is BPF vertegenwoordigd door haar advocaat, mr. J.A. Trimbach, terwijl de geïntimeerde niet verschenen was. Het hof heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs was van het vorderingsrecht van BPF en dat de geïntimeerde in een toestand verkeert waarin hij heeft opgehouden te betalen. Het hof heeft ook geconstateerd dat er sprake is van meerdere schuldeisers, wat de situatie van de geïntimeerde verergert.
Op basis van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting heeft het hof geoordeeld dat de bestreden beschikking van de rechtbank vernietigd dient te worden. Het hof heeft de geïntimeerde in staat van faillissement verklaard en heeft mr. D. de Loor benoemd tot rechter-commissaris en mr. L.M. in ‘t Veen als curator. De beslissing is genomen in het kader van de Europese Insolventieverordening, waarbij het hof bevoegd is om deze procedure te openen, gezien het centrum van de voornaamste belangen van de geïntimeerde in Nederland ligt.