ECLI:NL:GHDHA:2022:2171

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
7 oktober 2022
Publicatiedatum
31 oktober 2022
Zaaknummer
200.315.383/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kop-staart beschikking inzake verlenging machtiging uithuisplaatsing

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 7 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West, heeft op 2 september 2022 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag van 8 augustus 2022, waarin het verzoek tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing was afgewezen. De moeder en de vader hebben op respectievelijk 2 en 3 oktober 2022 verweerschriften ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 oktober 2022 zijn de partijen verschenen, met uitzondering van de raad voor de kinderbescherming, die had aangekondigd niet te verschijnen. De pleegmoeder nam deel via een videoverbinding. Het hof heeft de gecertificeerde instelling toegestaan om een deskundige te bevragen over een uitgevoerd onderzoek naar beide ouders.

Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd voor zover het betreft de afwijzing van het verzoek tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing na 8 oktober 2022. Het hof heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige, geboren in 2017, toegewezen tot 8 januari 2023. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De bestreden beschikking is voor het overige bekrachtigd en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling civiel recht
zaaknummer : 200.315.383/01
rekestnummer rechtbank : JE RK 21-2683
zaaknummer rechtbank : C/09/620567
beschikking van de meervoudige kamer van 7 oktober 2022
inzake
Stichting Jeugdbescherming west, regio Zuid-Holland,
gevestigd te Gouda,
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
Als belanghebbenden zijn aangemerkt:
1) [belanghebbende 1] ,
wonende op een bij het hof bekend adres,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. E.M. Buijs-van Bemmel te Krimpen aan den IJssel,
2) [belanghebbende 2] ,
wonende op een bij het hof bekend adres,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. W. van der Voet te Rotterdam,
3) [belanghebbenden 3 en 4] ,
wonende op een bij het hof bekend adres,
hierna te noemen: de pleegouders.
In zijn adviserende en/of toetsende taak is in de procedure gekend:
de raad voor de kinderbescherming, regio Haaglanden,
hierna te noemen: de raad.

1.Het procesverloop

1.1
De gecertificeerde instelling is op 2 september 2022 in hoger beroep gekomen van de beschikking van de rechtbank Den Haag van 8 augustus 2022, uitgesproken onder voormeld zaaknummer (hierna: de bestreden beschikking).
1.2
De moeder heeft op 2 oktober 2022 een verweerschrift ingediend.
1.3
De vader heeft op 3 oktober 2022 een verweerschrift ingediend.
1.4
Bij het hof zijn verder de volgende stukken binnengekomen van de gecertificeerde instelling:
  • een e-mailbericht van 26 september 2022 met bijlage;
  • twee e-mailberichten van 30 september 2022 met bijlagen;
  • een e-mailbericht van 3 oktober 2022 met bijlagen.
1.5
De mondelinge behandeling heeft op 5 oktober 2022 plaatsgevonden. Verschenen zijn:
  • de gecertificeerde instelling, vertegenwoordigd door [vertegenwoordigers van de GI] ;
  • de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
  • de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
  • de pleegouders.
De raad is niet verschenen, zoals aangekondigd bij brief van 22 september 2022.
De pleegmoeder heeft aan de zitting deelgenomen via een videoverbinding. [naam 1] , medewerker van Horizon pleegzorg, en [naam 2] , partner van de vader, is bijzondere toegang verleend tot de zitting.
De gecertificeerde instelling heeft het woord gevoerd aan de hand van een overgelegde pleitnota.
Het hof heeft de gecertificeerde instelling toegestaan om tijdens de zitting [naam NIFP-deskundige] te bevragen over een door hem uitgevoerd onderzoek naar beide ouders. [naam NIFP-deskundige] heeft daartoe via een videoverbinding aan een deel van de zitting deelgenomen.

2.De beschrijving van het geschil en de beoordeling

De beslissing luidt zoals hieronder is bepaald. Ter zitting is aan partijen medegedeeld dat de nadere schriftelijke uitwerking van deze kop-staartbeschikking zal volgen op 19 oktober 2022.

3.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking van de rechtbank Den Haag van 8 augustus 2022 voor zover het betreft de afwijzing van het verzoek tot verlenging van de duur van de machtiging uithuisplaatsing voor de periode na 8 oktober 2022 en in zoverre opnieuw rechtdoende:
wijst toe het inleidend verzoek van de gecertificeerde instelling tot verlenging van de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2017 te [geboorteplaats] , in een voorziening voor pleegzorg tot 8 januari 2023;
verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad;
bekrachtigt de bestreden beschikking voor het overige;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. P.M.A.J. Bollen, J.A. van Kempen en F.A.M. Schoenmaker, bijgestaan door mr. L.A.J. Brouwer als griffier, en is op 7 oktober 2022 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.