In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 7 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming West, heeft op 2 september 2022 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag van 8 augustus 2022, waarin het verzoek tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing was afgewezen. De moeder en de vader hebben op respectievelijk 2 en 3 oktober 2022 verweerschriften ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 oktober 2022 zijn de partijen verschenen, met uitzondering van de raad voor de kinderbescherming, die had aangekondigd niet te verschijnen. De pleegmoeder nam deel via een videoverbinding. Het hof heeft de gecertificeerde instelling toegestaan om een deskundige te bevragen over een uitgevoerd onderzoek naar beide ouders.
Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd voor zover het betreft de afwijzing van het verzoek tot verlenging van de machtiging uithuisplaatsing na 8 oktober 2022. Het hof heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige, geboren in 2017, toegewezen tot 8 januari 2023. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De bestreden beschikking is voor het overige bekrachtigd en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.