Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Beschikking van de meervoudige kamer
Verlenging machtiging tot uithuisplaatsing
[de man]
[de vrouw] ,
[pleegouders]
Het procesverloop
Verzoek en verweer
Beoordeling
Overwegingen ten aanzien van de vader
Hij kan met geduld op haar reageren en is geneigd hierin zijn eigen behoeftes naar de achtergrond te schuiven, alles is erop gericht het bezoek gezellig te maken. En op het moment zelf lukt het hem, ook wanneer [minderjarige] sterk ontregeld is, om in verbinding te blijven en indien nodig haar te kalmeren en haar aandacht te richten. Hierbij toont hij geduld, rust en volharding. [minderjarige] accepteert deze nabijheid en structurering van haar vader en zoekt zijn contact ook op gedurende de omgangsmomenten. Tijdens de omgangsmomenten biedt hij voldoende structuur en begrenzingen aan [minderjarige] . Hij plant leeftijdsadequate activiteiten en structureert door haar te vertellen wat ze gaan doen, hoe het omgangsmoment eruit ziet. Ook het stellen van grenzen lukt hem, hij doet dit op een voorzichtige manier en bij weerstand vanuit [minderjarige] kan hij wat onzeker worden, toch handhaaft hij de grenzen en weet hij [minderjarige] voldoende veilige begrenzingen te bieden. Tussen [minderjarige] en vader is een liefdevol, gezellig en ontspannen contact zichtbaar, waarin wederkerigheid en gedeeld plezier doorgaans centraal staan. Binnen de omstandigheden van de omgangsregeling worden dus meer krachten dan zorgen gezien in het ouderschap van vader.” [1]
Als vervolgens gekeken wordt naar de voorwaarden voor goed genoeg ouderschap dan kan geconcludeerd worden dat vader in staat is om de basale zorg voor [minderjarige] te bieden. Hij zou kunnen voorzien in onderdak, kleding en persoonlijke spullen en dus het bieden van een fysiek veilige en kindvriendelijk omgeving. Ook kan vader een affectief veilig klimaat bieden voor [minderjarige] , hierover zijn geen zorgen. Vader is tevens in staat om zolang er geen onverwachte gebeurtenissen plaatsvinden die de stress bij hem doen toenemen (waarbij gedacht kan worden aan conflicten met moeder, maar ook gewone life-events zoals een ziek kind of een zieke partner of een relatiebreuk) voldoende regelmaat aan te brengen in het leven van alledag. Zijn partner zal hem hierin ondersteunen, net als de rest van zijn netwerk. Ook zal vader [minderjarige] passend bij haar leeftijd laten exploreren. Met behulp van hulpverlening en betrokken netwerk zal vader voldoende begrenzing en structuur kunnen bieden aan zijn dochter.” [2]
De grootste zorg is dat vader vanwege zijn forse persoonlijkheidsproblematiek bij oplopende stress onvoldoende in staat is om zichzelf te reguleren en emotioneel beschikbaar te zijn voor zijn kind en haar de stabiliteit te bieden die zij nodig heeft om zich veilig te kunnen ontwikkelen. Bovendien kunnen ouders niet met elkaar samenwerken en is moeder eerder stressverhogend voor vader dan helpend. Het lukt vader niet, ondanks de op ouders gerichte begeleiding die is ingezet na de uithuisplaatsing, om zijn stemming niet te laten bepalen door zijn ex-vrouw. Hierdoor zal [minderjarige] op die momenten dat het met vader niet goed gaat, niet vanzelfsprekend terug kunnen vallen op de zorg van vader, maar op zichzelf aangewezen zijn. Dit heeft derhalve dermate veel invloed op zijn opvoederschap dat [minderjarige] niet volledig bij haar vader kan opgroeien.” [3]
Overwegingen ten aanzien van de moeder
“Classificerend volgens DSM-5 is er mede op grond van de diagnose van Rivierduinen sprake van een ongespecificeerde trauma- of stressorgerelateerde stoornis. Het persoonlijkheidsbeeld van moeder grenst wel aan een persoonlijkheidsstoornis. Alhoewel er weinig aanwijzingen zijn voor ontwikkelingsinterferenties in haar jeugd zijn er toch ernstige, pathologische beperkende persoonlijkheidstrekken van narcisme en impulsiviteit en het moeilijk kunnen bewaken van haar eigen grenzen. Daarnaast is er de moeizame samenwerking met anderen, het weinig openstaan voor de mening van anderen die de begeleiding van moeder in de zal weg staan. Ze zal om haar eigen gelijk te halen anderen kunnen inzetten zoals is gebleken bij de coalitie met haar cliënt en het moedwillig jokken over feiten, waar de Rechtbank over viel (blijkens de beschikking Rechtbank d.d. 8 januari 2021 waarin de informatie van moeder onbetrouwbaar wordt geacht) (…) Als het aan moeder ligt wordt [minderjarige] aan haar toegewezen en wordt er een omgangsregeling met vader vastgelegd van 1 dag per week op woensdag en om het weekend. Moeder maakt zich minder zorgen over vader dan destijds, het gaat nu beter met hem verwacht ze en een nieuwe partner doet hem ook goed. [4]
Alles tegen elkaar afwegend wordt geadviseerd om [minderjarige] niet bij haar moeder te laten opgroeien. Zij heeft namelijk een ouder nodig die een positief rolmodel kan zijn en die kan voelen wat er in [minderjarige] omgaat zodat ze met een combinatie van nabijheid en enige distantie haar kind kan begeleiden.” (…)en:
“Dit alles overwegend wordt een wijziging van de omgangsregeling met moeder op dit moment niet in het belang van [minderjarige] geacht, dus geadviseerd wordt om de omgang met moeder begeleid te laten plaatsvinden.” [5]
Moeder heeft voldoende vaardigheden om de begeleide omgang vorm te geven, er wordt niet geadviseerd om naast de huidige begeleiding in de vorm van toezicht uit te breiden naar een vorm waarin ook moeder andere vaardigheden aangeleerd wordt. Er kan wel gekeken worden naar uitbreiding in de toekomst na de traumabehandeling van [minderjarige] , mits er zeer strikte en duidelijke afspraken gehanteerd worden waarbij er bij iedere vorm van belasting van [minderjarige] voorkomen moet worden, want dan moet de omgang teruggebracht wordt naar begeleide omgang. Gedacht wordt aan wanneer [minderjarige] buitensporige stress laat zien voorafgaand of na afloop van een omgang met haar moeder of er weer ruis ontstaat of ze geheimen moet bewaren, dan moet de omgang met moeder teruggebracht worden naar begeleide omgang, waarbij dan in de nabije toekomst geen mogelijkheden gezien worden dit verder te verruimen. Dit omdat er in het verleden dermate veel incidenten rondom moeder zijn geweest die hebben geleid tot ontregeling bij [minderjarige] . Dit kan en mag niet meer voorkomen.” [6]
Conclusie
Beslissing
8 augustus 2022 tot 8 oktober 2022;