ECLI:NL:GHDHA:2022:2170
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Erkenning van Zwitserse meerderjarigenadoptie in Nederland en de toepassing van artikel 8 EVRM
In deze zaak gaat het om de erkenning van een in Zwitserland uitgesproken adoptie van een meerderjarige nicht door de man, die in Zwitserland woont. De man verzoekt om erkenning van deze adoptie in Nederland, maar de rechtbank in Den Haag heeft dit verzoek afgewezen. Het Gerechtshof Den Haag bekrachtigt deze beslissing. De rechtbank oordeelde dat de adoptie niet onder de Nederlandse wetgeving valt, omdat de adoptie van meerderjarigen niet wordt erkend. De man heeft in hoger beroep aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat de erkenning van de Zwitserse adoptie in volle omvang moet worden getoetst. Het hof verwerpt deze grief en stelt vast dat de voorwaarden voor erkenning van een buitenlandse adoptie niet zijn vervuld. De man en de nicht hebben beiden de Nederlandse nationaliteit, maar de nicht woonde ten tijde van de adoptie in Nederland, wat betekent dat de adoptie niet voldoet aan de voorwaarden voor erkenning in Nederland. Het hof concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de adoptie in Nederland wordt erkend, en dat de weigering van erkenning geen ongeoorloofde inmenging in het gezinsleven van de man en de nicht oplevert volgens artikel 8 EVRM. De verzoeken van de man worden afgewezen en de bestreden beschikking wordt bekrachtigd.