In deze zaak gaat het om een verzoek van ouders om namens hun minderjarige kinderen een nalatenschap te verwerpen die in Duitsland is opengevallen. De ouders, vertegenwoordigd door hun advocaat, hebben in hoger beroep beroep aangetekend tegen een eerdere beschikking van de kantonrechter in Rotterdam, die hun verzoek om machtiging tot verwerping van de nalatenschap had afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat niet was komen vast te staan dat de nalatenschap negatief was. De ouders hebben aangevoerd dat de nalatenschap van de erflater negatief is, omdat er tijdens zijn leven schulden zijn gemaakt en de baten in de nalatenschap onvoldoende zijn om deze schulden te voldoen. Het hof heeft vastgesteld dat de zaak een internationaal karakter heeft, omdat de nalatenschap in Duitsland is opengevallen en de minderjarigen hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben. Het hof heeft besloten om via de Haagse liaisonrechter contact op te nemen met het Amtsgericht Lichtenberg in Duitsland om informatie te verkrijgen over de stand van de nalatenschap. De procedure is aangehouden in afwachting van deze informatie. De ouders zijn in de gelegenheid gesteld om te reageren op de ontvangen informatie en de verdere voortgang van de procedure.