In deze zaak gaat het om een geschil tussen [appellant], de eigenaar van een oldtimer, en Chubb European Group Societas Europaea, de verzekeraar. De oldtimer werd gestolen uit een ondergrondse parkeergarage, en [appellant] stelt dat hij recht heeft op schadevergoeding onder zijn motorrijtuigenverzekering met cascodekking. Hij betoogt dat Chubb c.s. hem had moeten waarschuwen voor een wijziging in de alarmclausule die op 1 januari 2020 in werking trad, waardoor de dekking voor diefstal zou zijn komen te vervallen. [appellant] stelt dat hij, indien hij op de wijziging was gewezen, de nieuwe alarmclausule volledig zou hebben nageleefd en de auto in de garage zou hebben afgesloten. Chubb c.s. betwist de waarschuwingsplicht en stelt dat de schade niet gedekt is onder de polisvoorwaarden.
De rechtbank heeft in het bestreden vonnis geoordeeld dat de schade niet gedekt is en dat Chubb c.s. geen waarschuwingsplicht heeft geschonden. [appellant] is in hoger beroep gegaan, maar het hof bevestigt het oordeel van de rechtbank. Het hof oordeelt dat de alarmclausule 2019 en 2020 in wezen niet van elkaar verschillen en dat de verplichting om de auto deugdelijk af te sluiten ook in 2019 gold. Het hof concludeert dat Chubb c.s. niet verplicht was om [appellant] te waarschuwen voor de wijziging van de alarmclausule, omdat deze geen wezenlijke impact had op de dekking. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt [appellant] in de proceskosten van het hoger beroep.