ECLI:NL:GHDHA:2022:1793
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake transitievergoeding en arbeidsovereenkomst in de horeca
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag zich gebogen over een hoger beroep van een werknemer tegen zijn werkgever, Pak-On VOF, met betrekking tot de hoogte van de transitievergoeding. De werknemer, die in de horeca werkzaam was, stelde dat de berekening van de transitievergoeding gebaseerd was op onjuiste uitgangspunten met betrekking tot zijn loon en de omvang van zijn dienstverband. Het hof heeft eerder een tussenbeschikking gegeven waarin partijen de gelegenheid kregen om hun standpunten verder toe te lichten. De werknemer betoogde dat hij recht had op een hogere transitievergoeding, omdat zijn functie niet correct was ingeschaald en de werkingssfeer van de cao voor de horeca van toepassing was op zijn situatie.
Het hof heeft vastgesteld dat Pak-On VOF inderdaad onder de werkingssfeer van de horeca-cao valt, aangezien het bedrijf zich bezighoudt met cateringactiviteiten. Daarnaast heeft het hof de functie van de werknemer beoordeeld en geconcludeerd dat deze in functiegroep 3 moest worden ingeschaald. De werknemer heeft zijn stellingen over de omvang van zijn dienstverband niet voldoende onderbouwd, waardoor het hof uitging van een arbeidsomvang van 35 uur per week. Op basis van deze gegevens heeft het hof de transitievergoeding berekend op € 9.202,14 bruto, wat resulteerde in een verschil van € 1.887,63 met het bedrag dat eerder door Pak-On was betaald.
De beslissing van het hof was om de bestreden beschikking te vernietigen en Pak-On te veroordelen tot betaling van het verschil in transitievergoeding aan de werknemer. Tevens werd bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.