Uitspraak
1.Waar deze zaak over gaat
2.Procesverloop in hoger beroep
3.Voorafgaande opmerking
4.Feiten
vermeld. Voor zover [verzoeker] heeft bedoeld onder de aandacht te brengen dat die vermelding zijn functie niet juist weergeeft, komt het hof daarop hierna terug.
5.Procedure bij de kantonrechter
Redenen waarom:
- De wet biedt geen grondslag voor de door [verzoeker] verzochte vernietiging van de beslissing van het UWV. Voor zover het verzoek moet worden begrepen als een verzoek tot herstel van de arbeidsovereenkomst, bestaat voor toewijzing daarvan geen grond, nu [verzoeker] - kort gezegd - ten tijde van het verkrijgen van de ontslagvergunning al twee jaar ziek was en er geen aanwijzingen waren dat herstel binnen 26 weken te verwachten was
- [verzoeker] heeft aangevoerd dat hij onderbetaald werd en had ervoor kunnen kiezen vermeende aanspraken ter zake van achterstallig salaris in dit geding te vorderen, maar namens [verzoeker] is ter zitting te kennen gegeven dat hij er bewust voor heeft gekozen dat niet te doen omdat daarvoor “de tijd nog niet rijp is”. Wat het petitum onder b betreft, is het de kantonrechter niet duidelijk wat daarmee bedoeld wordt en wat de kantonrechter op dat punt gevraagd wordt. Ook ter zitting heeft de gemachtigde van [verzoeker] dit punt niet kunnen toelichten. [verzoeker] heeft niet gesteld dat de berekening van de transitievergoeding niet juist is, laat staan dat hij heeft geconcretiseerd waarom de berekening niet deugt, terwijl hij evenmin de veroordeling van Pak-On verzocht heeft tot betaling van de transitievergoeding waarop hij naar zijn mening recht heeft.
- De wet biedt geen grondslag voor én herstel van de arbeidsovereenkomst én toekenning van een billijke vergoeding, zoals [verzoeker] ter zitting heeft verlangd. Voor toekenning van een billijke vergoeding bestaat geen reden omdat [verzoeker] niet heeft onderbouwd dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van Pak-On. De opzegging houdt verband met het feit dat [verzoeker] twee jaar onafgebroken ziek is. In het petitum onder c is strikt genomen ook geen veroordeling van Pak-On verzocht tot betaling van een concreet bedrag aan billijke vergoeding.
- In verband met de proceskostenveroordeling heeft de kantonrechter nog overwogen dat de onderhavige procedure niet alleen volstrekt nodeloos aanhangig is gemaakt, maar bovendien ook nog verkeerd is ingestoken. Het eigenlijke punt van geschil heeft betrekking op de vraag of [verzoeker] recht heeft op betaling van achterstallig salaris. De gemachtigde heeft er nu juist voor gekozen om die vraag niet in dit geding aan de orde te stellen, zodat op dit punt ook geen beslissing gegeven kan worden door de kantonrechter en evenmin beslist kan worden over de vraag of de Horeca cao al dan niet van toepassing is. Het argument dat “de tijd nog niet rijp is” om de kwestie van het achterstallig salaris in een procedure aan de orde te stellen, overtuigt de kantonrechter geenszins. Gelet op de uitgebreide correspondentie tussen de gemachtigden van partijen sinds 11 januari 2019 bestond er des te meer aanleiding om die vraag in de onderhavige procedure aan de orde te stellen.
6.Beoordeling
Redenen waarom:
Conclusie
de wijze waaropPak-On de aan [verzoeker] betaalde transitievergoeding heeft berekend, ook aan [verzoeker] bekend is. Deze transitievergoeding is kennelijk gebaseerd op de volgende gegevens: datum indiensttreding [dag 1] 2007, datum einde dienstverband [dag 2] 2021 (einde doorbetalingsverplichting per 29 oktober 2020), bruto uurloon € 10,24 (vermeerderd met 8% vakantietoeslag) en 35 werkuren per week. Niettegenstaande de letterlijke formulering van het petitum, begrijpt het hof daarom dat het [verzoeker] er niet om te doen is meer inzicht te krijgen in de wijze waarop Pak-On de transitievergoeding heeft berekend.
7.Beslissing
19 april 2022voor het nemen van een akte door Pak-On tot het hiervoor omschreven doel en bepaalt dat [verzoeker] daarop vier weken later zal kunnen reageren bij antwoordakte;