Uitspraak
1.Waar deze zaak over gaat
2.Procesverloop in hoger beroep
3.Feiten
4.Procedure bij de kantonrechter
5.Beoordeling
op te schorten- [werkgeefster] heeft kennelijk het oog op deze bepaling -, staat immers niet in de weg aan toewijzing van het verzoek van [werkneemster]. Aangezien het verzoek van [werkneemster] tot betaling van achterstallig loon op uiteenlopende gronden berust, kon [werkgeefster] zich niet beperken tot het verweer dat het juiste loonbedrag is voldaan. [werkneemster] heeft aan haar verzoek immers ten grondslag gelegd (i) dat niet steeds het juiste cao-loon is betaald, (ii) dat niet steeds overeenkomstig het aantal uren dat zij heeft gewerkt, is betaald, (iii) dat nimmer de in de cao bepaalde eindejaarsuitkering is betaald, (iv) dat niet elk jaar vakantiebijslag is betaald en (v) dat een aantal periodes in het geheel geen loon is betaald. [werkneemster] heeft een en ander uitgewerkt in de producties 13 en 14 in eerste aanleg. [werkgeefster] is daarop in het geheel niet ingegaan. Grief I is daarom ondeugdelijk.