Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Rolnummer rechtbank : 6925807 CV EXPL 18-2161
1.Het verloop van het proces
- het dossier van de procedure voor de kantonrechter in de rechtbank Den Haag dat leidde tot de tussen partijen gewezen vonnissen van 13 december 2018 en 2 mei 2019 (hierna: de vonnissen);
- de hoger beroep dagvaarding van 1 augustus 2019 van Fietspoint;
- de memorie van grieven van Fietspoint waarin zij aangeeft waarom zij het niet met de beslissingen van de kantonrechter eens is, met bijlagen (producties);
- de memorie van antwoord (met bijlagen), waarmee NS Fiets reageert op de klachten van Fietspoint.
- Daarna hebben partijen mondeling hun standpunt uiteengezet tijdens een pleidooi op 1 februari 2021. Daarbij hebben beide partijen pleitaantekeningen gebruikt die zij aan het hof en elkaar hebben overhandigd. Ten slotte hebben partijen het hof gevraagd uitspraak in hun geschil te doen.
2.De zaak in het kort
Exploitatie-overeenkomst Stationsfietsenstalling”. Dit is een huurovereenkomst tussen NS Fiets en Fietspoint voor een bedrijfsruimte in Gouda waarop artikel 290 uit het zevende boek van het Burgerlijk Wetboek betrekking heeft (art. 7:290 BW). Opzegging betekent dat de huur van die bedrijfsruimte (een stationsfietsenstalling met bijbehorende ruimten), als het aan NS Fiets ligt, ten einde is gekomen zodat Fietspoint haar onderneming daarin moet staken en de ruimten moet ontruimen. Fietspoint is het daar niet mee eens. Volgens Fietspoint heeft NS Fiets de huurovereenkomst niet rechtsgeldig opgezegd en kon en mocht zij dat ook niet doen. Het hof oordeelt in dit arrest dat NS Fiets wel rechtsgeldig heeft opgezegd. Het hof licht zijn beslissing als volgt toe.
3.Vaststaande feiten
Exploitatie-overeenkomst Stationsfietsenstalling” (hierna te noemen: de Overeenkomst). Deze is in 1990 gesloten tussen Servex B.V. en [betrokkene]. Hiermee huurde [betrokkene] de stationsfietsenstalling met bijbehorende ruimten (aan de noord- en aan de zuidzijde) bij het station Gouda (hierna: het gehuurde). Ook beheerde hij daar de fietsenstalling en verkreeg hij het recht om in het gehuurde voor eigen rekening en risico fietsen te verkopen, fietsen te repareren en fietsen te verhuren. Hiervoor zijn vergoedingen overeengekomen, waaronder een jaarlijkse vergoeding van Servex B.V. aan [betrokkene] voor de exploitatiekosten van (uitsluitend) het stallingsgedeelte met de stallingsactiviteiten.
Algemene Voorwaarden voor de Exploitatie van Stationsfietsenstallingen” (hierna: de Algemene Voorwaarden of AV) van toepassing.
Met de fietsenstallingen naar de toekomst”. De bedoeling is dat NS Fiets de stationsstallingen zelf beheert tegen minder kosten, op een landelijke en uniforme wijze, met herkenbare formules, een voorspelbaar aanbod en vaste kwaliteit en op zodanige wijze dat het openbaar gebied rondom de stations wordt ontlast (onder meer doordat reizigers hun fiets de eerste 24 uur gratis mogen stallen, waaraan gemeenten financieel bijdragen). NS Fiets wil voor het beheer eigen districtmanagers inzetten. Deze zullen leiding geven aan de unitmanagers die verantwoordelijk zijn voor de medewerkers in de stallingen. De unitmanagers en stallingsmedewerkers worden door de Stichting Rataplan (de bemensingspartner) geleverd. NS Fiets is van plan om in Gouda de indeling van het gehuurde te wijzigen – volgens de eisen van Prorail – zodat er meer ruimte is voor het stallen van fietsen en het verkeer van en naar de stalling vanuit het station, en minder plaats is voor de commerciële (winkel) ruimte.
Exploitatie-overeenkomst Stationsfietsenstalling” als een huurovereenkomst als bedoeld in artikel 7:290 BW aanmerkt.
4.Vorderingen, grondslag, verweer en vonnis
althans tegen de eerste daarvoor in aanmerking komende datum” voor Fietspoint (die zich liet voorlichten door een eigen advocaat) voldoende duidelijk uitdrukt dat NS Fiets heeft willen opzeggen tegen 31 december 2017. Naast de wettelijke opzeggingsgronden is geen ruimte voor nadere eisen op grond van de redelijkheid en billijkheid. NS Fiets mocht gebruik maken van haar opzeggingsbevoegdheid. Een lange(re) opzeggingstermijn was niet vereist; bijzondere omstandigheden zijn niet gebleken. Met de Overeenkomst stond partijen een overeenkomst voor de duur van één jaar voor ogen, steeds met één jaar te verlengen. Artikel 5 AV ziet op tussentijdse opzegging en staat niet in de weg aan een huuropzegging op een wettelijke huuropzeggingsgrond. Het feit dat NS Fiets de stallingen wil exploiteren met personeel dat een uitleenbedrijf aan haar ter beschikking stelt, is verenigbaar met persoonlijk in gebruik nemen. Het is voldoende aannemelijk dat dit gebruik duurzaam zal zijn, gelet op de door NS Fiets gepresenteerde plannen, het overleg dat zij daarover met de rijksoverheid, gemeenten, NS en ProRail voert en de met hen gemaakte afspraken. Het is voldoende aannemelijk dat NS Fiets de stationsfietsenstallingen zelf in gebruik wil nemen en dringend nodig heeft om deze te exploiteren volgens een eigen, landelijke exploitatieformule en dat zij geen andere geschikte (bij het station gelegen) bedrijfsruimte daarvoor heeft. Dat NS Fiets de door haar gestelde doelen in samenwerking met Fietspoint kan bereiken, staat niet in de weg aan ‘dringend eigen gebruik’. Dat NS Fiets die doelen al heeft bereikt, is niet gebleken. Voor een belangenafweging is geen plaats. De kantonrechter heeft in het tussenvonnis van 13 december 2018 geconcludeerd dat de Overeenkomst zal eindigen en dat die beslissing niet uitvoerbaar bij voorraad zal zijn (artikel 7:295 lid 1 BW). Vanwege de door Fietspoint gevorderde tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten, zijn partijen in de gelegenheid gesteld zich daarover uit te laten. Bij vonnis van 2 mei 2019 zijn partijen opnieuw in de gelegenheid gesteld zich daarover uit te laten, maar heeft de kantonrechter wel al beslist dat de Overeenkomst eindigt op 31 december 2019 en dat Fietspoint het gehuurde uiterlijk die datum moet verlaten en ontruimen.
5.Het hoger beroep
6.Beoordeling door het hof
Huur van bedrijfsruimte’) van titel 4 (‘
Huur’) van boek 7 (‘
Bijzondere overeenkomsten’) van het Burgerlijk Wetboek (7: BW). Omdat de Overeenkomst langer dan tien jaar heeft geduurd en na ommekomst van tien jaar is voortgezet, geldt artikel 7:300 uit die afdeling. Dit betekent dat de Overeenkomst kan worden opgezegd, maar dat die opzegging wel moet voldoen aan bepaalde vereisten. Dat is onder meer het vereiste uit artikel 7:293 lid 2 BW dat bepaalt dat de termijn van opzegging ten minste één jaar beloopt. Ook artikel 7:294 BW – waarin staat dat de opzegging de gronden moet vermelden – en de artikelen 7:295 - 7:299 BW zijn van toepassing (waarover het hof verderop in dit arrest meer overweegt, waar nodig).
‘tegen 31 december 2016, althans tegen de eerste daarvoor in aanmerking komende datum’ houdt NS Fiets zich aan wat in leden 1 en 2 (tezamen) van artikel 5 van de Overeenkomst is geregeld (zie onder 3.5), namelijk dat zij opzegt tegen het einde van het jaar (31 december) en dat zij zich (ruim) zes maanden voor dat einde uitspreekt over de beëindiging. Hierdoor moet voor Fietspoint duidelijk zijn geweest dat NS Fiets de Overeenkomst wil beëindigen tegen het einde van de lopende (in de Overeenkomst overeengekomen) contractperiode van één kalenderjaar. NS Fiets heeft daarnaast, voor het geval sprake zou zijn van een huurovereenkomst die valt onder de werking van artikel 7:290 BW, (ook) opgezegd tegen de eerste daarvoor in aanmerking komende datum. Zij verwijst daarbij naar artikel 7:290 e.v. BW, waarin de huuropzeggingstermijn van minimaal één jaar is geregeld. Hiermee moet voor Fietspoint duidelijk zijn dat, wanneer het gehuurde 7:290-bedrijfsruimte is en NS Fiets daarom de Overeenkomst niet al per 31 december 2016 kan eindigen, NS Fiets de Overeenkomst opzegt na minimaal de wettelijk vereiste periode van één jaar in acht te nemen. Omdat duidelijk was dat NS Fiets zich gebonden achtte aan de Overeenkomst, moest Fietspoint er van uitgaan dat in geval van 290-bedrijfsruimte werd opgezegd tegen het einde van één heel kalenderjaar (een contractueel jaar) later. De kantonrechter heeft terecht en op goede gronden aangenomen dat dit tussen partijen voldoende duidelijk was. Het argument van Fietspoint dat NS Fiets een grote professionele verhuurder is, waarvan mag worden gevergd dat zij (meer) duidelijkheid geeft over de opzeggingstermijn, baat Fietspoint niet, want NS Fiets gaf voldoende duidelijkheid aan Fietspoint dat zij wilde opzeggen tegen de eerstvolgende datum waarop dat contractueel èn wettelijk mogelijk was. Daarbij weegt (ook) het hof mee dat Fietspoint werd bijgestaan door een advocaat die de gevolgen van de in de opzeggingsbrief genoemde wetsartikelen voor Fietspoint kon duiden. Aan conversie van de opzegging op grond van artikel 3:42 BW komt het hof niet toe.
tegen elke gewenste datum”, dus voortijdig (tussentijds – buiten de reguliere einddatum van artikel 5 van de Overeenkomst), wordt beëindigd wegens wanprestatie van de huurder. Partijen zijn het erover eens dat van wanprestatie door Fietspoint geen sprake is. Daarmee is een voortijdige beëindiging als bedoeld in artikel 5 AV niet aan de orde en geldt als afgesproken voor de (reguliere) beëindiging van de overeenkomst wat in de tekst van de Overeenkomst staat. Volgens artikel 5 van de Overeenkomst kan NS Fiets zich elk jaar opnieuw uitspreken over het al dan niet aangaan van een nieuwe overeenkomst, zodat Fietspoint er elk jaar rekening mee diende te houden dat de huur niet zou worden verlengd. Voor de wijze waarop de huur vervolgens wordt beëindigd gelden aanvullend en ten voordele van Fietspoint de opzeggingsbepalingen voor de 7:290-bedrijfsruimten. Tot die opzeggingsbepalingen behoren ook de opzeggingsgronden genoemd in artikel 7:296 BW, waaronder het dringend eigen gebruik en de redelijke afweging van de belangen.