Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Vakorganisatie Onafhankelijk RET-personeel,
1.Waar de zaak over gaat
2.Het procesverloop in hoger beroep
3.De feiten
Op uitdrukkelijk verzoek van enkele collega’s heb ik op papier gezet wat de (bestaande) afspraak is met betrekking tot het zichtbaar dragen van lichaamsversieringen zoals tatoeages en piercings tijdens de uitoefening van de functie van BOA-OV
Namens de VOR verzoek ik u om binnen een week na dagtekening van deze brief te bevestigen dat het tatoeagebeleid door u is ingetrokken of zal worden ingetrokken. De VOR treedt vervolgens graag met u in overleg over de eventuele problemen die de RET ervaart als gevolg van zichtbate tatoeages en eventuele oplossingen in dat kader. Indien u vasthoudt aan het huidige tatoeagebeleid en ieder overleg daarmee blokkeert, dan ziet de VOR zich genoodzaakt om naar de rechter te stappen teneinde het beleid van tafel te krijgen.”
Het uitgangspunt van de gedragscode lifestyle-neutraliteit is dat de politieambtenaar in het belang van zijn gezag, neutraliteit en eigen veiligheid bij zijn optreden, in het contact met het publiek een gezagsuitstralende, neutrale en veilige houding behoort in te nemen. Hier sta ik nog steeds volledig achter. Een uitstraling van onpartijdigheid en objectiviteit van politieambtenaren is een voorwaarde voor de legitimiteit van de politie bij het uitoefenen van haar bijzondere overheidstaak. Gebleken is echter dat één punt in de gedragscode - in de huidige context bezien - te strikt is opgeschreven. Daarom wil ik op het punt van de tatoeages een actualisatie van de gedragscode doorvoeren.