Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
1.[naam vof],
2. [geïntimeerde 2],
3. [geïntimeerde 3],
1.Waar deze zaak over gaat
2.Het verloop van het geding
3.Inleiding
- i) [geïntimeerde] heeft op 31 oktober 2017 werkzaamheden uitgevoerd aan de slootkant van een sloot aan de [...weg] te [plaats]. De eigenaar van het aan de sloot grenzende weiland had [geïntimeerde] opdracht gegeven de sloot te kantensnijden. Tijdens deze werkzaamheden is een hoge druk stalen gasleiding van Westland beschadigd doordat het snijmes van de kantensnijder de bovenkant van de gasleiding heeft doorkliefd.
- ii) De gasleiding is in 1975 aangelegd. De gasleiding kruiste de sloot waaraan [geïntimeerde] de werkzaamheden verrichtte. De leiding lag in het water en niet in de ondergrond van de sloot. Zij was doorgaans zichtbaar door haar felgele kleur. Op 31 oktober 2017 was de gasleiding echter aan het (blote) zicht onttrokken door de hoge waterstand.
4.Beoordeling van het hoger beroep
grief 1stelt Westland zich op het standpunt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat met de kantensnijder geen grond is geroerd en dat de door [geïntimeerde] uitgevoerde werkzaamheden niet zijn te beschouwen als graafwerkzaamheden in de zin van de WION. Zij heeft dit standpunt als volgt onderbouwd.
- In de benaming van het apparaat waarmee [geïntimeerde] werkte (walkantensnijder) en de activiteit die daarmee werd uitgevoerd – het afsnijden van grond – ligt grondroeren besloten.
- Het doel van kantensnijden is het herprofileren van de walkanten; volgens CROW 250 wordt herprofileren beschouwd als ontgraving “in den natte”.
- Uit de memorie van toelichting op art. 1 sub c WION volgt dat het mechanisch verrichten van werkzaamheden in water ook onder ‘graafwerkzaamheden’ valt.
- In CROW 250 wordt in het hoofdstuk ‘Reikwijdte’ tot uitgangspunt genomen dat alle mechanische grondroeringen, ongeacht de diepte en de ingezette hulpmiddelen onder de werking van de Richtlijn vallen. Ook grondbewerkingen waarbij maar beperkte hoeveelheden grond worden meegenomen, vallen dus onder deze Richtlijn. Uit de Richtlijn volgt dat alle (mechanische) werkzaamheden in de ondergrond die kabel- of leidingschade tot gevolg kunnen hebben, onder de Richtlijn vallen.
- Ook CROW 308 is van toepassing, want de – mechanische – werkzaamheden van [geïntimeerde] vonden plaats in het water, waarbij er een leiding in het werkgebied lag.
- De foto’s van het schadebeeld – zowel die van afgesneden walkanten als die van de kantensnijder (die zwart zag van de geroerde grond) – laten zien dat er wel degelijk grond is gesneden en dus ‘geroerd’. Westland heeft ter ondersteuning een verklaring van haar schadeopnemer, [de schadeopnemer], aangehaald. Hij schrijft het volgende:
- De werkzaamheden van [geïntimeerde] bestonden uit het met een aan de tractor gekoppelde kantensnijder afsnijden van – boven de grond uitkomend – gras en riet aan de slootkant. Het is niet de bedoeling dat de machine de bodem raakt; dat mag niet vanwege de flora- en faunawetgeving. Bovendien is het ook niet goed voor de machine, omdat hoe meer zand er in de machine komt, des te sneller deze slijt. De gasleiding van Westland werd geraakt omdat deze op slechts 10-20 centimeter onder het wateroppervlak lag en niet goed zichtbaar was.
- Het kantensnijden is een voorbewerking voor het maaikorven. Met de maaikorf wordt de sloot schoongemaakt. Dat wil zeggen dat wat met de kantensnijder is afgesneden en in de sloot terecht is gekomen, met de korf uit de sloot wordt verwijderd. Ook worden planten die in/vanuit de sloot groeien met behulp van de maaikorf uit de sloot verwijderd/gemaaid. Zo wordt voorkomen dat de sloot op den duur dichtslibt.
- Zowel het kantensnijden als het maaikorven zijn onderhoudswerkzaamheden die de land-/slooteigenaar verplicht eenmaal per jaar moet laten uitvoeren om de doorstroom intact te houden. Het gaat niet om werkzaamheden in de ondergrond. Kantensnijden is ook niet bedoeld om de door koeien vertrapte walkant weer recht af te snijden, te herprofileren of opnieuw aan te leggen.
- De machine waarmee [geïntimeerde] werkte (een kantensnijder) is niet geschikt om werkzaamheden in de ondergrond te verrichten. De machine beschikt over een beveiliging die in werking treedt als die in de grond komt, waardoor de machine afslaat. De kantensnijder is daartoe voorzien van een rol en een breekbout. De rol zorgt ervoor dat de kantensnijder een bepaalde afstand houdt tussen de grond/slootkant en het te snijden riet/gras. De machine wordt onder een bepaalde hoek tegen de zijkant van de sloot geplaatst en de rol voorkomt dat het mes in de grond komt. De breekbout is een beveiliging van de machine: als het mes in de grond komt, dan breekt vanwege de weerstand van de grond de bout direct af, waardoor de machine afslaat.
- Op de door Westland overgelegde foto’s is een walkant te zien die met de kantensnijder is ontdaan van gras en riet. Het gaat niet om een afgesneden walkant. Op foto E1 zijn planten en riet te zien die vanuit de sloot omhoog groeien. Deze beplanting wordt met de maaikorf, die in de sloot maait, meegenomen.
- Dat de kantensnijder op de foto niet schoon is, wordt verklaard door het feit dat het gras en riet dat in de slootkant groeit, kort boven de grond niet schoon is. Verder wordt bij het afsnijden een enkele keer een opbollende graspol meegenomen, wat er ook voor zorgt dat de kantensnijder niet schoon blijft.