ECLI:NL:GHDHA:2021:1925
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake naheffingsaanslagen omzetbelasting en teruggaafverzoeken
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de naheffingsaanslagen omzetbelasting die aan belanghebbende zijn opgelegd. Belanghebbende, een B.V., had verzocht om teruggaaf van omzetbelasting voor de jaren 2012 tot en met 2017, maar de inspecteur van de Belastingdienst weigerde deze teruggaaf. De inspecteur stelde dat belanghebbende niet als ondernemer kwalificeerde in de zin van artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting 1968. De rechtbank had eerder de beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard, waarop belanghebbende in hoger beroep ging. Het Hof oordeelde dat belanghebbende niet aannemelijk had gemaakt dat zij in de relevante periode als ondernemer kwalificeerde. De kosten die zij had gemaakt, hielden geen verband met eerdere ondernemingsactiviteiten. Het Hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde de hoger beroepen ongegrond. Belanghebbende had geen recht op teruggaaf van omzetbelasting en de naheffingsaanslagen bleven gehandhaafd. De inspecteur had bovendien niet onzorgvuldig gehandeld en de belastingrente was terecht in rekening gebracht.