ECLI:NL:GHDHA:2021:1917
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Faillissement en vorderingsrecht in hoger beroep van Tandprothetisch Centrum Ridderkerk B.V.
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 13 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over het faillissement van Tandprothetisch Centrum Ridderkerk B.V. (hierna: TCR). TCR was op 17 augustus 2021 door de rechtbank Rotterdam in staat van faillissement verklaard, met benoeming van mr. J.C.A.T. Frima als rechter-commissaris en mr. P. de Graaf als curator. TCR heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld, waarbij zij verzocht om vernietiging van het faillissementsvonnis. De zaak draait om de vraag of er summierlijk sprake is van een vorderingsrecht van de appellant, die stelt dat TCR hem onterecht niet heeft betaald voor geleverde diensten. TCR betwist het vorderingsrecht van de appellant en stelt dat alle bedragen zijn voldaan. Het hof heeft de argumenten van beide partijen gehoord en geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is voor het vorderingsrecht van de appellant. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant niet voldoende onderbouwd heeft dat hij recht heeft op betaling en dat er gerede twijfel bestaat over de toewijsbaarheid van zijn vordering. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en het faillissementsverzoek afgewezen, met veroordeling van de appellant in de faillissementskosten en het salaris van de curator. De totale kosten zijn vastgesteld op € 8.000,- inclusief BTW, te betalen door de appellant.