Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.De zaak in het kort
2.Het verloop van de procedure
3.Feitelijke achtergrond
“Hierbij vraag ik een offerte aan voor de verzwaring van onze aansluiting met 6 MVA.”. Naar aanleiding van vragen van Stedin om verduidelijking, omdat de aanvraag van Libbey toen ook nog liep, antwoordt O-I op 22 december 2015 onder meer:
“O-I en Libbey hebben (…) afgesproken dat Libbey afziet van een nieuwe aansluiting en officieel een verzoek bij O-I gaat indienen voor een verzwaring of nieuwe aansluiting via O-I.”. Daarop antwoordt Stedin op 23 december 2015:
“Bedankt voor je terugkoppeling. Houd wel alstublieft wel rekening mee dat Stedin niet zal meewerken aan een tweede aansluiting maar alleen aan verzwaring van de bestaande aansluiting.”
“O-I heeft Stedin een verzoek gedaan om een voorstel te doen voor het verzwaren van de bestaande aansluiting[van]
12 MVA met minimaal 6 MVA, in totaal 18 MVA. De aansluiting is boven de 10 MVA en voor de bepaling van het aansluittarief wordt (…) als uitgangspunt (…) genomen het dichtstbijzijnde punt in het net van de netbeheerder waar voldoende capaciteit beschikbaar is. In de Tarieven en Vergoedingsregeling Stedin (…) staat dat groter dan 10 MVA aangesloten wordt op TS. De benodigde extra capaciteit zal tot gevolg hebben dat de huidige aansluiting van O-I (13 kV) verzwaard moet worden naar 50 kV. De dichtstbijzijnde 50 kV punt in net waar voldoende capaciteit beschikbaar is, is het 150/50kV-onderstation te Arkel.”.
Het nieuwe inkoopstation dient te worden geplaatst op de erfgrens. 7x 24 uur bereikbaar met een vrachtauto”.Stedin maakt bij dit voorstel het volgende voorbehoud:
“Het voorstel is van toepassing zolang nog voldoende capaciteit vrij is in het station TT085 te Leerdam waarin zich een 13 kV (MS) railsysteem bevindt. Stedin hanteert het principe ‘First-come, first-served.”.
“U heeft ons laatste voorstel d.d. 21 oktober 2016 niet aanvaard en verzoekt in uw e-mail d.d. 14 februari 2017 om een aangepast voorstel. Voor zover nodig trekken wij alle door ons gedane voorstellen in en kunt u hieraan (…) geen rechten ontlenen. Na hernieuwd beraad zullen[wij]
zo spoedig mogelijk met een nieuw voorstel komen.”.
4.De vordering van O-I en de beslissing van de rechtbank
5.De zaak in hoger beroep
- vordering (3): O-I vordert nu realisatie van de door haar gewenste aansluiting uiterlijk één jaar na het door het hof te wijzen arrest, althans uiterlijk op een door het hof te bepalen datum;
- vordering (4): O-I vordert nu dat Stedin de door O-I gevraagde offerte uitbrengt binnen veertien dagen na het door het hof te wijzen arrest, althans uiterlijk op een door het hof te bepalen datum.
een afnemer recht heeft op een aansluiting op het door hem gewenste spanningsniveau, tenzij dit om technische redenen redelijkerwijs niet van de netbeheerder kan worden verlangd;
- i) De door O-I gewenste aansluitconstructie, met twee afzonderlijke inkoopstations, komt erop neer dat zij twee aansluitingen vraagt. O-I kan voor haar gesloten distributiesysteem alleen aanspraak maken op één aansluiting.
- ii) Volgens de standaardregeling hoort de door O-I gevraagde aansluiting van 18 MVA thuis op station Arkel. O-I verzoekt, met een beroep op artikel 27 lid 1 aanhef en onder a Elektriciteitswet, om haar aan te sluiten op een lager spanningsniveau (station Leerdam). Een beroep op artikel 27 lid 2 onder a Elektriciteitswet kan echter alleen worden gedaan als wordt gevraagd om aansluiting op een
- iii) Ook als artikel 27 lid 2 onder a Elektriciteitswet wel ruimte zou bieden om aansluiting te vragen op een lager spanningsniveau, kan het verzoek van O-I nog altijd niet worden toegewezen. Aansluiting op station Leerdam kan namelijk om technische redenen redelijkerwijs niet van netbeheerder Stedin worden verlangd, gezien de diepe netinvesteringen die Stedin zou moeten doen om dat mogelijk te maken.
verplichtingvan de netbeheerder om degene die daarom verzoekt te voorzien van een aansluiting op het door hem beheerde net tegen een tarief en tegen andere voorwaarden die in overeenstemming zijn met de paragrafen 5 en 6 van hoofdstuk 3 van de Elektriciteitswet niet ziet op meer dan één aansluiting. Dit is in lijn met de sectorspecifieke uitspraken van het College van Beroep voor het bedrijfsleven(CBb). [5] Dat betekent dat O-I geen
rechtheeft op twee afzonderlijke aansluitingen in de vorm van twee inkoopstations. Zij kan daar dus geen aanspraak op maken.
all-electricnieuwbouwwijk en het toenemende elektriciteitsgebruik van bestaande huishoudens in het kader van de energietransitie (gas wordt vervangen door elektriciteit, laadpalen voor elektrische auto’s). Rekening houdend met een realistische groei van 6,2 MVA als gevolg hiervan, komt de belasting uit op 38,2 MVA. De aansluiting die O-I vraagt leidt tot een toename met 6 MVA. Daarmee komt de totale belasting van station Leerdam op 44,2 MVA. Dat is een belasting van 110,5%. Dit zou betekenen dat Stedin direct zal moeten investeren in nieuwe transformatorcapaciteit in station Leerdam om de betrouwbaarheid en veiligheid van het net te kunnen blijven waarborgen door het aanhouden van de n-1 redundantie. Uitbreiding is namelijk nodig als een enkele transformator voor meer dan 100% wordt belast. Met de benodigde uitbreiding van het transformatorvermogen in station Leerdam is een bedrag van ca. € 8.000.000,- gemoeid. Dit is een aanmerkelijke extra investering die nodig zou zijn om de door O-I gevraagde aansluiting op station Leerdam te kunnen realiseren. Dat maakt dat O-I deze aansluiting niet van Stedin kan verlangen, aldus Stedin.
“om verdere uitbreidingen van de productiecapaciteit van de glasfabrieken van O-I en Libbey die door de weigerachtige houding van Stedin tot op heden niet hebben kunnen plaatsvinden in de toekomst alsnog te kunnen laten plaatsvinden” [8] . Omdat O-I niet heeft uitgelegd hoe deze passage zich verhoudt tot de stelling dat de verzwaarde aansluiting niet tot een extra belasting van de transformators zal leiden, komt het hof tot het oordeel dat O-I deze stelling niet afdoende heeft onderbouwd.