Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het verloop van het geding
- het dossier van de procedure bij de kantonrechter, eindigend met het vonnis van 27 november 2019;
- de appeldagvaarding van 26 februari 2020;
- de memorie van grieven, met bijlagen;
- de memorie van antwoord, tevens houdende wijziging van eis, met bijlagen.
2.De zaak in het kort
3.De vaststaande feiten
4.De procedure bij de kantonrechter
5.Vorderingen in hoger beroep en de klachten tegen het vonnis
6.Beoordeling in hoger beroep
“mijn”beheerder. [geïntimeerde] wijst er verder terecht op dat uit niets blijkt dat Zeker Makelaars beheerskosten heeft ingehouden op de overschrijvingen van € 600,-. De stelling van [appellant] dat Zeker Makelaars de beheerder is van [geïntimeerde] is dan ook niet geloofwaardig en niet voldoende onderbouwd. Aan bewijslevering wordt daarom niet toegekomen. Dit betekent overigens ook dat aan de overgelegde schriftelijke verklaring van [makelaar] geen waarde toekomt: dat de onderhuurders altijd netjes op tijd hebben betaald doet niet ter zake. Het gaat in dit geding om de betaling van de hoofdhuur, niet om de betaling van de onderhuur. [appellant] is als hoofdhuurder zelf verantwoordelijk voor de tijdige betaling van de huur.
zelfgedaan moesten worden, kon [appellant] niet in redelijkheid denken dat contante betalingen aan de partner of zoon van [geïntimeerde] ook bevrijdend zouden zijn. Het aanbod om de gestelde contante betalingen te bewijzen, wordt daarom als niet ter zake dienend gepasseerd.