Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Petróleos de Venezuela S.A.,
Refineria Isla (Curazao) S.A.,
1.Refineria di Korsou N.V.,
het Land Curaçao,
1.De zaak in het kort
2.Verloop van de procedure
3.Feiten
Utilities Service Agreement, hierna: USA) gesloten met betrekking tot de levering van stroom, stoom, water en perslucht aan de raffinaderij. PDVSA staat garant voor de nakoming van betalingsverplichtingen uit hoofde van de USA. In 2011 heeft RdK de positie van CUC onder de USA overgenomen wat betreft toekomstige rechten en verplichtingen. Zowel de LA als de USA bevat een forumkeuze voor arbitrage.
With respect to the judgment of the Curaçao Court in the First Instance, (…) Refineria de Korsou is enjoined from pursuing the enforcement of the Judgment in any court, including in the Dutch courts in relation to PDVSA’s shares in Propernyn B.V.”).
5.8 Ook overigens verenigt het Hof zich met het bestreden vonnis en faalt het hoger beroep. De omstandigheid dat bij de door Isla c.s. bij pleidooi ingebrachte Interim Award of the Emergency Arbitrator (…)[bedoeld is het arbitraal kort geding vonnis, toevoeging hof]
RdK een verbod is opgelegd om – vooruitlopend op de uitkomst van de thans lopende arbitrage tussen partijen – het bestreden vonnis ten uitvoer te leggen, brengt het Hof niet tot een ander oordeel; alleen al niet gezien artikel 438 Rv.”
4.Het verzoek van PDVSA c.s.
5.Beoordeling van het verzoek
Ecuador/Chevron(ECLI:NL:HR:2019:565) leidt niet tot een ander oordeel. In die zaak heeft de Hoge Raad geoordeeld dat een arbitraal vonnis, waarbij Ecuador op vordering van Chevron was gelast om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de tenuitvoerlegging van een vonnis van de Ecuadoriaanse rechter gewezen tussen Ecuadoriaanse burgers en Chevron te voorkomen, in de omstandigheden van het geval niet in strijd was met het recht op tenuitvoerlegging van een rechterlijke uitspraak binnen een redelijke termijn. Het gesloten stelsel van rechtsmiddelen was in die zaak niet aan de orde. Ook in het door PDVSA aangehaalde arrest van het Hof van Justitie van 13 mei 2015 (ECLI:C:2015:316) was niet het gesloten stelsel van rechtsmiddelen aan de orde.