Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Waar de zaak over gaat
2.Het procesverloop in hoger beroep
3.De feiten
“Daarnaast geeft de vestigingsdirectie van de MBS aan dat er sprake is van een niet te repareren vertrouwensbreuk. Dit heeft ertoe geleid dat u aangeeft er voor open te staan om een doorstart naar een andere CVO school te maken. (…)”.
“In november 2019 is een mediationtraject gestart op advies van de bedrijfsarts; dit om het geschil over het ouderschapsverlof op te lossen. (…) Echter, tijdens deze mediationgesprekken is direct aangestuurd op een beëindiging van het dienstverband van cliënte in plaats van dat gezocht werd naar een oplossing van het probleem. De directie van de school zou geen vertrouwen meer hebben in een verdere samenwerking met cliënte en er zou sprake zijn van veelvuldig ziekteverzuim. Cliënte heeft echter altijd goed gefunctioneerd en slechts terechte vragen gesteld over onder andere haar ouderschapsverlof; dit kan en mag evident niet leiden tot een vertrouwensbreuk bij de werkgever. Ook van veelvuldig ziekteverzuim is aantoonbaar geen sprake. Cliënte heeft dan ook meerdere malen aangegeven niet over te willen gaan tot een beëindiging van haar arbeidsovereenkomst; het was en is enkel haar wens dat de fouten die zijn gemaakt worden rechtgezet.”
“Bij deze meld ik me ziek, de klap van het afgelopen jaar is dit weekend flink binnen gekomen. (…)”.
4.Procedure bij de kantonrechter
5.De beoordeling in hoger beroep
“(…) de klap van het afgelopen jaar is dit weekend flink binnen gekomen.(…)”)lijkt op dat moment van een herstelde arbeidsverhouding geen sprake te zijn geweest. Het hof concludeert dat de arbeidsverhouding tussen partijen vanaf oktober 2019 tot heden ondanks het mediationtraject onafgebroken verstoord is geweest.