ECLI:NL:GHDHA:2021:1127

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
6 juli 2021
Publicatiedatum
24 juni 2021
Zaaknummer
200.182.227/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake betaling van facturen door Stichting Geestelijke Gezondheidszorg Delfland

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen Stichting Geestelijke Gezondheidszorg Delfland (hierna: GGZ Delfland) over de betaling van verschillende facturen. De zaak is behandeld door het Gerechtshof Den Haag, dat op 6 juli 2021 een tussenuitspraak heeft gedaan. De appellant vordert betaling van meerdere facturen, die betrekking hebben op geleverde goederen en diensten, waaronder IT-producten en reparaties. GGZ Delfland heeft betwist dat deze goederen en diensten zijn besteld en geleverd, en heeft in verschillende gevallen onvoldoende bewijs geleverd om haar stellingen te onderbouwen. Het hof heeft in zijn beoordeling gekeken naar de bewijsstukken die door de appellant zijn overgelegd, waaronder e-mails en orderbevestigingen. Het hof heeft geconcludeerd dat GGZ Delfland in sommige gevallen de facturen moet betalen, terwijl in andere gevallen het hof GGZ Delfland in de gelegenheid heeft gesteld om te reageren op de stellingen van de appellant. De zaak is complex en betreft meerdere facturen, waarbij het hof de bewijswaardering van de overgelegde stukken centraal heeft gesteld. Het hof heeft de verdere beslissing aangehouden en GGZ Delfland verwezen naar de rol voor het nemen van akte.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.182.227/01
Zaaknummer rechtbank : 1168211 \ CV EXPL 12-33447
arrest van 6 juli 2021
inzake
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
appellant,
hierna te noemen: [appellant] ,
advocaat: mr. J.P. van de Berg te Den Haag,
tegen
Stichting Geestelijke Gezondheidszorg Delfland,
gevestigd te Delft,
geïntimeerde,
hierna te noemen: GGZ Delfland,
advocaat: mr. D.J.G. Timmermans te Leiden.

1.Het verdere verloop van het geding

Voor het verloop van het geding verwijst het hof naar het arrest van 22 december 2020 (hierna: het vierde tussenarrest). GGZ Delfland heeft een akte genomen. [appellant] heeft hierop gereageerd met een antwoordakte met producties. Daarna hebben partijen arrest gevraagd.

2.De verdere beoordeling van het hoger beroep

2.1
In het vierde tussenarrest heeft het hof GGZ Delfland in de gelegenheid gesteld te reageren op de reconventionele vordering van [appellant] .
2.2.
[appellant] vordert betaling van de volgende facturen.
Factuur 20110039 ten bedrage van € 16.899,92
Factuur 20110040 ten bedrage van € 15.906,37
Factuur 20110041 ten bedrage van € 10.734,42
Factuur 20110042 ten bedrage van € 472,37
Factuur 20110043 ten bedrage van € 524,10
Factuur 20110045 ten bedrage van € 296,31
Factuur 20110046 ten bedrage van € 661,59
Factuur 20110047 ten bedrage van € 873,90 (ziet op kortingen op de facturen a, b en c)
Factuur 20110048 ten bedrage van € 1.153,37
Factuur 20110049 ten bedrage van € 1.166,20
Factuur 20110051 ten bedrage van € 32,75 (ziet op kortingen op de facturen d, e en h)
Factuur 20110052 ten bedrage van € 952,-
Factuur 20110053 ten bedrage van € 1.190,-
Factuur 20110054 ten bedrage van € 1.190,-
Factuur 20110055 ten bedrage van € 952,-
Factuur 20110056 ten bedrage van € 952,-
Factuur 20110058 ten bedrage van € 7.616,-
De onder (h) en (k) genoemde facturen zien op factuurkortingen die GGZ Delfland zou krijgen als zij de desbetreffende facturen binnen vijf dagen zou betalen. Omdat GGZ Delfland dat niet gedaan heeft, heeft [appellant] deze kortingen alsnog in rekening gebracht.
2.3
GGZ Delfland heeft erkend dat zij factuur 20110041 (factuur (c)) ten bedrage van € 10.734,42 (inclusief btw) nog dient te betalen. [appellant] had op deze factuur aanvankelijk een korting verleend van € 183,28 (exclusief btw; = € 218,10 inclusief btw) bij betaling binnen vijf dagen. GGZ Delfland heeft verder aangegeven – nu zij bedoelde factuur niet heeft voldaan – geen aanspraak te maken op de korting bij tijdige betaling. GGZ Delfland is dus wat betreft voormelde factuur nog een bedrag van € 10.952,52 (inclusief btw) aan [appellant] verschuldigd.
2.4
Het hof zal hieronder de facturen (a), (b), (d) tot en met (g), (i), (j) en (l) tot en met (q) bespreken.
2.5
Factuur 20110039 van 10 maart 2011 ten bedrage van € 16.899,92 (plus de factuurkorting van € 289,39 exclusief btw)(factuur a)
2.5.1
Deze factuur heeft betrekking op een “blade configuratie”. [appellant] heeft in eerste aanleg een aantal e-mails overgelegd waaruit volgens hem volgt dat de gefactureerde artikelen zijn besteld door [naam 1] / [naam 2] .
  • [naam 2] heeft op 9 maart 2011 om 10.19 uur aan [appellant] gemaild dat hij met spoed behoefte heeft aan twee extra HP Blade servers. De onderwerpregel van de e-mail luidt: “HP Blades nodig”.
  • [appellant] heeft die zelfde dag om 13.54 uur aan [naam 2] geantwoord dat hij twee configuraties (optie 1 en optie 2) op papier heeft samengesteld en heeft hem gevraagd om een keuze te maken. De e-mail is CC aan [naam 1] gericht. De onderwerpregel van de e-mail luidt: “FW: HP Blades nodig”.
  • [naam 1] schrijft ook diezelfde dag om 14.58 uur aan [appellant] en [naam 2] : “Direct uitvoeren graag.” De onderwerpregel van de e-mail luidt: “RE: HP Blades nodig”.
  • [appellant] antwoordt vervolgens om 15.57 uur aan [naam 1] : “Is geregeld.” De onderwerpregel van deze e-mail luidt: “RE: HP Blades nodig”
[appellant] heeft verder een ‘Delivery Note’ overgelegd die volgens hem betrekking heeft op de artikelen die zijn vermeld op factuur 20110039 en waarop GGZ Delfland als afleveradres is genoemd. Verder wordt hierop vermeld dat de artikelen op 10 maart 2011 zijn besteld en dat het ‘Customer Order Number’ 20110038 is.
2.5.2
GGZ Delfland heeft aangevoerd dat zij de blade configuratie wel wilde bestellen, maar dat zij niet daadwerkelijk tot bestelling is overgegaan. Volgens haar is de door [appellant] overgelegde mailwisseling niet authentiek, wat blijkt uit het feit dat in het antwoord dat [appellant] om 13.54 uur aan [naam 2] stuurt, staat dat het gaat om een “FW”-mail, terwijl bij een antwoordmail automatisch een “RE”-mail wordt gegenereerd. Uit de e-mails volgt evenmin dat er een keuze is gemaakt voor een van de beide aangeboden configuraties. Inhoudelijk correspondeert de factuur ook niet volledig met de door [appellant] geboden optie (2).
2.5.3
GGZ-Delfland heeft verder aangevoerd dat op de ‘Delivery Note’ het ‘Customer Order Number’ 2011003
8is, in plaats van 2011003
9. De vermelde besteldatum (10 maart 2011) klopt niet met de e-mails. Uit de e-mailwisseling volgt dat [appellant] de bestelling al op 9 maart heeft gedaan. Verder volgt uit de factuur dat de artikelen op 10 maart 2011 zijn geleverd, maar volgens GGZ Delfland is het onwaarschijnlijk dat de configuratie op dezelfde dag is besteld en geleverd. De gang van zaken is ook in strijd met de werkwijze die [appellant] naar eigen zeggen altijd volgt, aldus GGZ Delfland.
2.5.4
Tot slot heeft GGZ Delfland onder de aandacht gebracht dat dezelfde ‘Delivery Note’ die ter onderbouwing van factuur 20110039 moet dienen, ook al in het geding is gebracht ter onderbouwing van de facturen 218, 219 en 220.
2.5.5
[appellant] heeft een en ander betwist. Hij heeft bij zijn laatste akte twee e-mails overgelegd waaruit blijkt dat hij op 9 maart 2011 contact heeft gehad met [naam 3] van K2-IT over de HP Blades. In de eerste e-mail (van 13.02 uur) stelt [naam 3] twee opties aan [appellant] voor. Om 14.35 uur mailt [appellant] aan [naam 3] : “Optie 2 alstublieft”. In deze e-mail vermeldt [appellant] GGZ Delfland als afleveradres.
2.5.6
Verder heeft [appellant] twee e-mails van [naam 3] overgelegd met als onderwerp “Despatch Notification – 20110038”. Hieruit volgt volgens [appellant] dat de zending daadwerkelijk is afgeleverd.
2.5.7
Het hof is voorshands van oordeel dat uit de e-mails die [appellant] heeft overgelegd, kan worden afgeleid dat [appellant] op 9 maart 2011 daadwerkelijk contact heeft gehad met de leverancier van de HP-Blades (K2-IT). De voorstellen van [naam 3] heeft [appellant] kennelijk doorgestuurd aan [naam 2] en/of [naam 1] , wat kan verklaren dat de e-mail van 13.54 van [appellant] een “FW”-mail is. De overgelegde e-mails ter zake van “Despatch Notification” ondersteunen de stelling van [appellant] dat er daadwerkelijk een levering heeft plaatsgevonden. Dat deze als nummer 20110038 vermeldt, acht het hof niet zonder meer reden om te twijfelen aan de door [appellant] gestelde gang van zaken; die vermelding zou kunnen berusten op een vergissing. Het hof verwijst in dit verband ook nog naar de e-mail van 5 april 2011 van [appellant] aan [medewerker GGZ Delfland] (werkzaam bij GGZ Delfland), waarin [appellant] onder meer verwijst naar: “De blade co=figuratie die met spoed geleverd moest worden”; ook die e-mail (waarop [appellant] overigens in dit verband niet expliciet een beroep heeft gedaan) lijkt de juistheid van het standpunt van [appellant] te onderstrepen. GGZ Delfland is echter nog niet in de gelegenheid geweest op deze laatste stukken van [appellant] te reageren. Het hof zal haar in de gelegenheid stellen dat alsnog te doen.
2.6
Factuur 20110040 van 10 maart 2011 ten bedrage van € 15.906,37 (plus de factuurkorting van € 289,39 exclusief btw)(factuur b)
2.6.1
Deze factuur heeft betrekking op 30 telefoons plus opladers en vijf stuks DT690 met Bluetooth-ondersteuning. [appellant] heeft in eerste aanleg een e-mail van 9 maart 2011 overgelegd waaruit volgens hem volgt dat [medewerker ICT bij GGZ Delfland] (medewerker ICT Telefonie bij GGZ Delfland) deze artikelen heeft besteld. Verder heeft hij informatie overgelegd van de leverancier (Business Com) en de vervoerder (DHL). Hieruit kan het volgende worden afgeleid.
  • Op de pakbon van BusinessCom van 10 maart 2011 met nummer 18587/00 staat dat [appellant] de desbetreffende artikelen op 9 maart 2011 heeft besteld.
  • Uit ‘detail informatie’ van DHL blijkt dat DHL op 11 maart 2011 een pakket bij [appellant] heeft afgeleverd, dat [appellant] het pakket heeft geweigerd en dat het pakket vervolgens bij DHL in opslag is genomen. De informatie vermeldt als ‘order referentie’ 18587/00.
  • Op de tweede pakbon van BusinessCom van 15 maart 2011 met nummer 18587/01 staat dat het pakket moet worden afgeleverd aan het adres van GGZ Delfland.
  • Uit ‘detail informatie’ van DHL blijkt dat DHL het pakket op 16 maart 2011 heeft afgeleverd. GGZ Delfland is als geadresseerde vermeld.
  • Op 5 april 2011 heeft BusinessCom een e-mail gestuurd aan DHL. Daarin heeft zij geïnformeerd of het pakket is afgeleverd of dat het in opslag is genomen bij DHL.
  • Hierop heeft DHL geantwoord dat uit hun systeem blijkt dat het pakket is afgeleverd op het adres van GGZ Delfland.
2.6.2
GGZ Delfland heeft niet betwist dat zij de desbetreffende artikelen heeft besteld of heeft willen bestellen, maar voert aan deze niet bij haar zijn afgeleverd. Volgens haar ontbreekt het bewijs dat [appellant] de zaken heeft besteld en betaald en dat de zaken bij GGZ Delfland zijn afgeleverd.
2.6.3
Het hof verwerpt de stellingen van GGZ Delfland. Hoe de gang van zaken is geweest, volgt genoegzaam uit de door [appellant] overgelegde stukken. Meer in het bijzonder staat – anders dan GGZ Delfland aanvoert – op de tweede pakbon met nummer 18587/01 wel vermeld dat GGZ Delfland het afleveradres is. De zending is voor ontvangst getekend door (de heer of mevrouw) [naam 4] . Uit de door [appellant] overgelegde e-mails volgt dan ook dat het pakket is bezorgd bij GGZ Delfland. GGZ Delfland dient deze factuur dus te betalen. Dat geldt ook voor de korting die [appellant] ter zake van deze factuur heeft gevorderd. In totaal komt dat neer op een bedrag van € 16.595,11 (inclusief btw).
2.7
Factuur 20110042 van 17 maart 2011 ten bedrage van € 472,37 (plus de factuurkorting van € 7,80 exclusief btw)(
factuur d)
2.7.1
Deze factuur ziet op viermaal een “HP V1410-8G switch 8-port” en vijf batterijen met nummer cr3032. GGZ Delfland heeft in haar akte na het vierde tussenarrest betwist dat zij deze zaken heeft besteld en dat deze aan haar zijn afgeleverd.
2.7.2
[appellant] heeft bij zijn laatste akte een aantal producties (bijlagen 20-22) overgelegd waaruit volgens hem blijkt dat de switches door GGZ Delfland bij hem zijn besteld en dat hij daarvoor bestelling heeft gedaan bij Best’Store weborder. Het hof is voorshands van oordeel dat hieruit volgt dat de switches daadwerkelijk zijn besteld ten behoeve van GGZ Delfland. De ontvangstbevestiging van Best’Store weborder vermeldt immers GGZ als afleveradres. De enkele omstandigheid dat [appellant] geen bewijs heeft overgelegd dat de artikelen daadwerkelijk zijn afgeleverd bij GGZ Delfland, is vooralsnog onvoldoende om daar anders over te oordelen. Echter, GGZ Delfland heeft nog niet op deze laatste producties van [appellant] kunnen reageren. Het hof zal haar in de gelegenheid stellen dat alsnog te doen.
2.7.3
Ter zake van de batterijen heeft [appellant] eveneens een aantal e-mails overgelegd waaruit volgt dat [appellant] vijf batterijen met het nummer cr3032 bij GGZ Delfland heeft afgeleverd. (bijlagen 23 en 24). Het hof is voorshands van oordeel dat hieruit volgt dat de batterijen zijn besteld en geleverd. Ook op dit punt zal GGZ nog kunnen reageren.
2.8
Factuur 20110043 van 18 maart 2011 ten bedrage van € 523,98 (plus de factuurkorting van € 8,68 exclusief btw)(factuur e)
2.8.1
Deze factuur ziet op een “HP CLJ4700 Transfer Kit Q7604A” en een “HP CLJ4700 Fuser Kit Q7503A”. GGZ Delfland betwist niet dat zij deze zaken heeft willen bestellen maar betwist wel dat genoemde zaken ook daadwerkelijk door haar zijn besteld en dat deze aan haar zijn afgeleverd.
2.8.2
In zijn laatste akte heeft [appellant] stukken overgelegd waarin het volgende staat.
  • Bij e-mail van 18 maart 2011 heeft [naam 5] (GGZ Delfland) [appellant] verzocht om een transfer kit en een fuser kit voor een printer (HP Color Laserjet 4700) te bestellen.
  • Hierop heeft [appellant] gereageerd met “Ik ga direct rennen voor je!”
  • Nog diezelfde dag heeft [appellant] een bestelling geplaatst bij Best’Store weborder voor een transfer kit en een fuser kit (met dezelfde serienummers als op de factuur). Op de ontvangstbevestiging van Best’Store weborder is als afleveringsadres wordt GGZ Delfland vermeld.
2.8.3
Naar het oordeel van het hof heeft [appellant] met deze e-mails voorshands bewezen dat hij een transfer kit en een fuser kit heeft besteld ten behoeve van GGZ Delfland. De enkele omstandigheid dat [appellant] geen bewijs heeft overgelegd dat de artikelen daadwerkelijk zijn afgeleverd bij GGZ Delfland, is thans onvoldoende om daar anders over te oordelen. GGZ Delfland is echter nog niet in de gelegenheid geweest te reageren op bovengenoemde producties. Zij zal in de gelegenheid worden gesteld dat alsnog te doen.
2.9
Factuur 20110045 van 18 maart 2011 ten bedrage van € 296,31(factuur f)
2.9.1
Deze factuur ziet op de reparatie van gebroken glas van een iPhone 4 van de heer
[naam 6] . GGZ Delfland betwist dat zij [appellant] zou hebben verzocht om het scherm van die iPhone te (laten) repareren. De reparatie is volgens GGZ Delfland ook niet uitgevoerd.
2.9.2
Naar het oordeel van het hof heeft GGZ Delfland onvoldoende gemotiveerd betwist dat [appellant] is gevraagd de telefoon van [naam 6] te (laten) repareren. GGZ Delfland blijft steken in een blote ontkenning, terwijl de factuur voldoende aanknopingspunten bevat voor een meer toegespitste betwisting, zoals de naam van degene wie het scherm zou zijn gerepareerd. GGZ Delfland dient deze factuur dan ook te voldoen.
2.1
Factuur 20110046 van 21 maart 2011 ten bedrage van € 661,59 (plus de factuurkorting van € 11,04 (exclusief btw)(factuur g)
2.10.1
Deze factuur ziet op viermaal een “Siemens Gigaset Dect repeater”. GGZ Delfland betwist dat zij deze zaken heeft besteld en dat deze aan haar zijn afgeleverd.
2.10.2
In zijn laatste akte heeft [appellant] een aantal e-mails overgelegd met als onderwerp “Repeaters t.b.v. Siemens Dect”. Daarin staat het volgende.
  • Op 18 maart 2011 schrijft [medewerker ICT bij GGZ Delfland] (GGZ Delfland) aan [appellant] : “Kun jij de prijs, de bestelcode en de levertijd van 4 stuks repeater t.b.v. Siemens Gigaset doorgeven?”
  • Hierop antwoordt [appellant] : “De laatste order die je geplaatst ging om 1 stuk. Artikelnr. 100108614 en kost bij mij op dit moment € 138,-. Direct leverbaar, en kan maandag in huis zijn.”
  • Hierop reageert [medewerker ICT bij GGZ Delfland] als volgt: “Zojuist heb ik accoord gekregen om deze 4 repeaters te bestellen.”
  • [appellant] antwoordt (alles nog steeds op 18 maart 2011): “Super, ik ga ze voor je bestellen.”
Verder heeft [appellant] een orderbevestiging overgelegd van de bestelling van vier Gigaset Dect repeaters bij Dectwinkel.nl. De orderbevestiging vermeldt GGZ Delfland als afleveradres.
2.10.3
Naar het oordeel van het hof heeft [appellant] met deze e-mails voorshands bewezen dat hij vier repeaters heeft besteld ten behoeve van GGZ Delfland. De enkele omstandigheid dat [appellant] geen bewijs heeft overgelegd dat de artikelen daadwerkelijk zijn afgeleverd bij GGZ Delfland, is onvoldoende om daar nu anders over te oordelen. GGZ Delfland is echter nog niet in de gelegenheid geweest te reageren op bovengenoemde producties. Zij zal in de gelegenheid worden gesteld dat alsnog te doen.
2.11
Facturen ter zake van Search Engine Optimalization(facturen i, l, o, p en q))
2.11.1
Factuur 20110048 van 1 april 2011 ten bedrage van € 1.153,37 (inclusief btw) ziet op:
  • “SEO, Search Engine Optimalization en rapportage 17-3-2011 – 16-04-2011 Website eerste Psychose”, waarvoor [appellant] een bedrag van € 800,- (exclusief btw) in rekening brengt;
  • “Website Hosting tbv Website Eerste Psychose periode Feb 2010 t/m Dec 2010” waarvoor [appellant] een bedrag van € 189,- (exclusief btw) in rekening brengt.
2.11.2
Ook de volgende facturen zien (deels) op “SEO, Search Engine Optimalization”:
  • Factuur 20110052 van 13 mei 2011 ten bedrage van € 952,- (inclusief btw);
  • Factuur 20110055 van 16 juni 2011 ten bedrage van € 952,- (inclusief btw);
  • Factuur 20110056 van 16 juni 2011 ten bedrage van € 952,- (inclusief btw);
  • Factuur 20110058 van 26 september 2011 – voor zover betrekking hebbend op SEO – ten bedrage van € 2.400,- (exclusief btw).
2.11.3
GGZ Delfland betwist dat zij deze dienstverlening heeft besteld en dat deze aan haar is geleverd.
2.11.4
[appellant] heeft – kort gezegd – aangevoerd dat het hier gaat om dienstverlening van DP Internet Service (een bedrijf van [naam 7] ) teneinde de vindbaarheid van de website eerstepsychose.nl via Google te vergroten. Uit de door [appellant] overgelegde e-mails volgt dat daarover ook contact is geweest met een medewerker van GGZ Delfland.
2.11.5
Op basis van de door [appellant] overgelegde stukken begrijpt het hof dat het hier gaat om steeds terugkerende dienstverlening (van [naam 7] ), waarvan niet onaannemelijk is dat deze daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. GGZ Delfland zal in de gelegenheid worden gesteld te reageren op wat [appellant] naar voren heeft gebracht.
2.12
Facturen ter zake van 2Confirm(facturen j, m, n en q)
2.12.1
De volgende facturen zien (deels) op 2Confirm:
  • Factuur 20110049 van 1 april 2011 ten bedrage van € 1.166,20 (inclusief btw);
  • Factuur 20110053 van 13 mei 2011 ten bedrage van € 1.190,- (inclusief btw);
  • Factuur 20110054 van 16 juni 2011 ten bedrage van € 1.190,- (inclusief btw);
  • Factuur 20110058 van 26 september 2011 – voor zover betrekking hebbend op 2Confirm – ten bedrage van € 4.000,- (exclusief btw) (= € 4.760,- inclusief btw).
2.12.2
De kwestie van de 2Confirm bundel is in deze procedure al aan de orde geweest. GGZ Delfland heeft hierover – in conventie – aangevoerd dat de 2Confirm bundel wel door [appellant] is geleverd, maar dat [appellant] een te hoge marge in rekening bracht. Het hof heeft hierover in het tussenarrest van 21 mei 2019 het volgende overwogen:
“2.7 Ter zake van de stelling van GGZ Delfland dat ICT Put bij een aantal facturen een te hoge marge heeft berekend (de
D-facturen) geldt het volgende. De door ICT Put verzonden D-facturen hebben – zoals uit de stukken blijkt – (vrijwel) uitsluitend betrekking op 2Confirm en DP Internetservice. Het hof is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat bij die facturen de marge te hoog is vastgesteld.”
2.12.3
GGZ Delfland heeft in haar laatste akte volstaan met een standaard betwisting die inhoudt dat de in de facturen genoemde dienstverlening niet aan haar is geleverd; dat de factuur daarom niet voor akkoord is getekend en niet door GGZ Delfland betaalbaar is gesteld. Deze betwisting is ontoereikend in het licht van haar eerdere erkenning dat deze bundels wel door [appellant] zijn geleverd, maar tegen een te hoge prijs. De conclusie is dat GGZ Delfland deze facturen dient te betalen.
Slotsom
2.13
Samengevat weergegeven komt het vorenstaande op het volgende neer:
Factuur 20110039: GGZ Delfland mag zich hierover uitlaten;
Factuur 20110040: GGZ Delfland dient deze factuur te betalen, te vermeerderen met de factuurkorting; dit komt het neer op een bedrag van € 16.595,11 (inclusief btw).
Factuur 20110041: GGZ Delfland dient deze factuur te betalen, te vermeerderen met de factuurkorting; dit komt het neer op een bedrag van € 10.952,52 (inclusief btw);
Factuur 20110042: GGZ Delfland mag zich hierover uitlaten;
Factuur 20110043: GGZ Delfland mag zich hierover uitlaten;
Factuur 20110045 ten bedrage van € 296,31 (inclusief btw): GGZ Delfland dient deze factuur te betalen;
Factuur 20110046: GGZ Delfland mag zich hierover uitlaten;
Factuur 20110047 ziet op de factuurkortingen met betrekking tot de facturen a, b en c;
Factuur 20110048: GGZ Delfland mag zich hierover uitlaten;
Factuur 20110049 ten bedrage van € 1.166,20 (inclusief btw): GGZ Delfland dient deze factuur te betalen;
Factuur 20110051: ziet op de factuurkortingen met betrekking tot de facturen d, e en h,
Factuur 20110052: GGZ Delfland mag zich hierover uitlaten;
Factuur 20110053 ten bedrage van € 1.190,- (inclusief btw): GGZ Delfland dient deze factuur te betalen;
Factuur 20110054 ten bedrage van € 1.190,- (inclusief btw): GGZ Delfland dient deze factuur te betalen;
Factuur 20110055: GGZ Delfland mag zich hierover uitlaten;
Factuur 20110056: GGZ Delfland mag zich hierover uitlaten;
Factuur 20110058: GGZ Delfland mag zich hierover uitlaten voor zover het gaat om SEO; het deel van de factuur dat ziet op 2Confrim (ten bedrage van € 4.760,- inclusief btw) moet GGZ Delfland betalen.
2.14
Het hof zal iedere verdere beslissing aanhouden.

3.Beslissing

Het hof:
  • verwijst de zaak naar de rol van vier weken na heden voor het nemen van akte aan de zijde van GGZ Delfland met het doel zoals vermeld in rechtsoverweging 2.13 van dit arrest;
  • houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. C.A. Joustra, R.S. van Coevorden en S.R. Mellema en is ondertekend en uitgesproken door mr. J.E.H.M. Pinckaers, rolraadsheer, ter openbare terechtzitting van 6 juli 2021 in aanwezigheid van de griffier.