Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.[geïntimeerde 1] ,
1.Het geding
2.De vaststaande feiten
Voor de Beren Exploitatie B. V. wordt een 2 hypotheek ingeschreven op zowel woning en BOG van in totaal.
De inschrijving van zowel 1ste hypotheek als 2e hypotheek worden verlaagd a.d.h.v. de aflossing(en);
Er wordt een addendum op de huidige leningsovereenkomst opgesteld waarin de aanpassing van het bedrag naar € 294.000,- en de overige afspraken genoemd in deze mail worden vastgelegd. Over dit bedrag wordt rente betaald. Rente gelijk aan de rente van de vastgoedfinanciers. Indien de afspraken in het addendum niet nagekomen worden, worden de afspraken in de geldleningsovereenkomst (d.d. 28-12-2015) per omgaande weer van kracht. Het addendum wordt opgesteld door TB-Plus;
De betaalde rente wordt in mindering gebracht op het af te lossen eindbedrag;
Wanneer er overtollige liquiditeit is wordt ten alle tijden de lening van inventaris afgelost;
Indien de liquiditeit er niet is zal er evenredig rente betaald worden aan de hypotheekverstrekkers van het pand (panden woning en BOG) de Beren Exploitatie B. V.;
De rentebetaling van de hypotheekverstrekkers dient onlosmakelijk verbonden te zijn met de rentebetaling aan het Inventaris;
Looptijd van de geldlening 10 jaar, met een de voorwaarde dat de lening langer verstrekt wordt mits wordt voldaan aan de voorwaarden gesteld in de overeenkomst;
Tevens zal in het addendum opgenomen worden dat de leningsovereenkomst met St. Maarten t.b.v. € 15.000,— (d.d. 28-12-2015) ultimo 31-12-2016 afgelost is.”
Een tweede hypotheek is mogelijk e.e.a. na Euro 550.000,-- als eerste inschrijving (verder dus geen rente en kosten als surplus);
Lening ad euro 15.000,-- namens St. Maarten kan, o.v.b.v. mogelijke RC regiobank, niet terugbetaald worden voor of op 31/12/2016;
Oplossing: Lening meenemen in 2e hypotheek waarbij dit gedeelte rente dragend wordt aangezien ondergetekende hier ook rente voor moet betalen. Rente dient een incentive te zijn zodat deze lening a.s.a.p. afgelost wordt, rente 7%.
3.De procedure in eerste aanleg
4.Het geschil in hoger beroep
5.De beoordeling van het hoger beroep
we moeten terugvallen op het eerder genoemde alternatief.”Het hof is, evenals de rechtbank, van oordeel dat met
“eerder genoemd alternatief”alleen bedoeld kan zijn het voorstel van Beren Ouddorp in haar e-mail van 29 november 2016 om de lening van € 15.000,- mee te financieren in de tweede hypotheek. Beren Ouddorp heeft dan ook moeten begrijpen dat [geïntimeerde 1] c.s. dat voorstel met de e-mail van 30 december 2016 hebben aanvaard. Een reactie van Beren Ouddorp op die aanvaarding was dus niet meer nodig. Aan het uitblijven daarvan kunnen daarom, anders dan Beren Ouddorp meent, geen consequenties worden verbonden.
“wens”als uit het door Beren Ouddorp zelf op schrift gezette voorstel om Geldlening II mee te financieren in de 2e hypotheek, blijkt in tegendeel dat het weliswaar de voorkeur had van Beren Ouddorp dat Geldlening II werd afgelost, maar dat dit voor haar niet doorslaggevend was voor het antwoord op de vraag of zij akkoord kon gaan met de gewijzigde voorwaarden van Geldlening I. Ook de verklaring van [geïntimeerde 1] ter comparitie dat in mei 2016 niet is gesproken over de lening van € 15.000,- omdat al duidelijk was dat deze eind 2016 moest worden afgelost, laat de mogelijkheid onverlet dat partijen hierover in november en december 2016 andere afspraken hebben gemaakt.
“Omdat wij tot op heden nog geen getekende overeenkomsten hebben houden wij op dit moment de eerder overeengekomen stukken aan. Dit betekend dat wij juridisch bij niet nakoming aflossing wederom een aangetekend schrijven jou kant op zullen doen.”Volgens Beren Ouddorp heeft zij hiermee het voorbehoud gemaakt dat de tussen partijen gemaakte afspraken pas zouden gelden als deze schriftelijk waren vastgelegd en door beide partijen zouden zijn ondertekend. Het hof is van oordeel dat [geïntimeerde 1] c.s. op grond van de hiervoor geciteerde passage, mede in aanmerking genomen de verdere gedragingen van Beren Ouddorp, niet hoefden te begrijpen dat schriftelijke vastlegging en ondertekening van de gemaakte afspraken voor Beren Ouddorp essentieel was. Een expliciet voorbehoud valt in die passage immers niet te lezen. Beren Ouddorp is hierop bovendien nadien nooit meer teruggekomen en heeft, in tegendeel, de mondelinge afspraken tussen partijen juist steeds schriftelijk vastgelegd in e-mails.
“steeds aan tafel heeft gezeten om nieuwe afspraken te maken ‘subject to contract’”kan in het midden blijven. Het gaat er om wat partijen over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben mogen afleiden. Aan het bewijsaanbod ten aanzien van deze stelling, die ziet op interne overwegingen van [naam bestuurder 2] /Beren Ouddorp, gaat het hof dan ook – als niet relevant – voorbij.