ECLI:NL:GHDHA:2020:2896
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- U.E. Tromp
- J.T. Sanders
- W.M.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake ontvankelijkheid bezwaarschriften en boetebeschikkingen in belastingzaken
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 17 april 2020, waarin de rechtbank de bezwaren van belanghebbende tegen naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen niet-ontvankelijk heeft verklaard. De naheffingsaanslagen zijn opgelegd naar aanleiding van een boekenonderzoek en betroffen bedragen van € 11.572 en € 25.330, met bijbehorende boetes en belastingrente. De Inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende tegen deze aanslagen en boetebeschikkingen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de bezwaartermijn was overschreden. Belanghebbende heeft hiertegen beroep ingesteld bij de Rechtbank, die de bezwaren deels gegrond verklaarde, maar de niet-ontvankelijkheid van de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen handhaafde.
In hoger beroep heeft het Gerechtshof Den Haag de ontvankelijkheid van het hoger beroep van belanghebbende beoordeeld. Het Hof oordeelt dat belanghebbende tijdig hoger beroep heeft ingesteld, ondanks dat de brief bij het Hof later binnenkwam. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Rechtbank dat de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. Het Hof stelt vast dat belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd dat er eerder pro forma bezwaarschriften zijn ingediend. De Inspecteur heeft niet kunnen aantonen dat deze bezwaarschriften niet zijn ontvangen, maar het Hof concludeert dat de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen terecht zijn afgewezen.
De uitspraak van de Rechtbank wordt vernietigd, maar de beslissingen over de vermindering van de boetes en de proceskosten blijven in stand. Het Hof bevestigt de uitspraak van de Inspecteur, waarmee de zaak wordt afgesloten. De uitspraak is gedaan in het openbaar op 26 november 2020, met inachtneming van coronamaatregelen.