Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Uitspraak van 1 december 2020
[X] B.V. te [Z] , belanghebbende,
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
Procesverloop
- verklaart het beroep met betrekking tot de jaren 2011 en 2012 ongegrond;
- verklaart het beroep met betrekking tot de jaren 2013 en 2014 gegrond;
- vernietigt de desbetreffende uitspraken op bezwaar;
- vermindert de aanslag voor 2013 tot een, berekend naar een belastbaar bedrag van € 132.655, met dienovereenkomstige wijziging van de rentebeschikking;
- vermindert de aanslag voor 2014 tot een, berekend naar een belastbaar bedrag van € 201.745, met dienovereenkomstige wijziging van de rentebeschikking;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraken op bezwaar;
- draagt [de Inspecteur] op het voor de zaak SGR 18/4362 geheven griffierecht van € 338 aan [belanghebbende] te vergoeden.”
Vaststaande feiten
Oordeel van de Rechtbank
hof) heeft de rechtbank geoordeeld dat [belanghebbende] in 2011 aan [de dga] een uitdeling heeft gedaan ter grootte van de effectenlening en dat de effectenlening daardoor vanaf 1 januari 2012 niet meer bestaat. De over de jaren 2013 en 2014 - ten onrechte - berekende rente dient dus nog op de belastbare winst over deze jaren in mindering te worden gebracht. Aangezien uit de onder 5 weergegeven uitspraken op bezwaar naar voren komt dat dit nog niet is gebeurd, is het beroep in zoverre gegrond.
Omschrijving geschil in hoger beroep en conclusies van partijen
.Voor de standpunten van partijen wordt verwezen naar de stukken.