Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
beschikking van 17 december 2020
[verzoekster],
Stichting VSZ,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
- de portefeuille van Nationale Nederlanden zal worden voortgezet door DAS Rechtsbijstand (DAS);
- de portefeuille van Aegon zal worden voortgezet door ARAG Rechtsbijstand (ARAG);
- de portefeuille van De Goudse, Juwon en De Vereende zullen worden voortgezet door een nieuw op te richten SRK 2.0 (SRK 2.0).
“(…)Keuzemogelijkheid: we willen de medewerkers zoveel als mogelijk zélf de regie laten nemen over hun toekomst door naar hun belangstelling te vragen voor een functie bij SRK 2.0 en/of ARAG. We proberen de plaatsing daar (zo) optimaal mogelijk op te laten aansluiten. In geval een medewerker geen belangstelling registreert voor SRK 2.0 en/of ARAG betekent dat deze medewerker bij SRK blijft en van rechtswege overgaat naar DAS.”
- betaling van de transitievergoeding van € 36.341,08 bruto;
- vergoeding in verband met onregelmatige opzegging van € 26.035,40 bruto,
- betaling van de wettelijke rente vanaf 1 augustus 2019 over de transitievergoeding en vanaf het moment van opeisbaarheid over de gefixeerde schadevergoeding;
- betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 1.398,76;
- betaling van de proceskosten.
- primair: voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] op 30 juni 2019 is geëindigd als gevolg van een beëindiging met wederzijds goedvinden, of
- subsidiair: voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst met [verzoekster] op 30 juni 2019 van rechtswege is geëindigd in verband met de keuze van [verzoekster] om over te stappen naar ARAG en niet mee te gaan naar DAS op basis van overgang van onderneming, of
- meer subsidiair: voor recht te verklaren dat de arbeidsovereenkomst van [verzoekster] niet is geëindigd en [verzoekster] van rechtswege mee is overgegaan naar DAS op basis van overgang van onderneming; of
- uiterst subsidiair: te bepalen dat het verzoek (en de toekenning) van een transitievergoeding of gefixeerde schadevergoeding in strijd is met goed werknemerschap dan wel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, althans deze vergoedingen te matigen tot nihil;