Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 3 november 2020
[appellant],
Stichting Staedion,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
“(…) Zoals reeds telefonisch besproken, is de kwestie minder prangend dan voor u wellicht op het eerste gezicht leek. Er is in het hele complex slechts 1 woning verhuurd (…) met een totale huurprijs beneden de € 710,68, derhalve beneden de liberalisatiegrens. (…) Daarbij staat het complex niet aangemerkt als een sociaal complex binnen onze organisatie. Zoals toegezegd, zullen wij geen andere woningen meer verhuren beneden de liberalisatiegrens. (…).”
- primairveroordeling van Staedion tot nakoming van de koopovereenkomst in die zin dat Staedion de huurappartementen in de Couperustoren vanaf 1 januari 2020 zal verhuren voor een (kale) huurprijs boven de bij het aangaan van de huurovereenkomst geldende liberalisatiegrens, op straffe van een dwangsom. Voorts vordert [appellant] vergoeding van de door hem geleden schade van € 97.000,-, te vermeerderen met wettelijke rente;
- subsidiairveroordeling van Staedion om haar onrechtmatige daad te staken en gestaakt te houden en haar te verbieden om woningen in de Couperustoren te verhuren voor een kale huurprijs onder de bij het aangaan van de huurovereenkomst geldende liberalisatiegrens. Voorts vordert [appellant] vergoeding van de door hem geleden schade van € 97.000,-;
- meer subsidiairgedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst, zodanig dat de koopprijs wordt verminderd met € 97.000,- en veroordeling van Staedion tot betaling van dit bedrag te vermeerderen met wettelijke rente;
- nog meer subsidiairwijziging van de koopovereenkomst wegens dwaling, zodanig dat de koopprijs wordt verminderd met een bedrag van € 97.000,-, een en ander op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
Grief 1is in de eerste plaats gericht tegen de overweging van de rechtbank dat [appellant] heeft erkend dat Staedion beoogt de appartementen in de zogenaamde vrije sector te verhuren. De grief is voorts gericht tegen de overweging dat de in rov. 4.4. van het vonnis opgenomen omstandigheden niet in de risicosfeer van Staedion liggen. Buijs voert aan dat niet is gebleken dat Staedion door de gemeente wordt verplicht de appartementen in de sociale sector aan te bieden. Met grief 1 voert [appellant] voorts aan dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat [appellant] er op basis van de verkoopinformatie geen aanspraak op kan maken dat de appartementen in de vrije sector worden verhuurd. [appellant] voert onder meer aan dat de voorbehouden in de verkoopinformatie geen betrekking hadden op de specifieke informatie over de verhuur van de huurappartementen. [appellant] doet met grief 1 bovendien een beroep op een door hem gestelde toezegging van de makelaar. Met
grief 2komt [appellant] op tegen de overweging van de rechtbank dat Staedion gebonden is aan prestatieafspraken met de gemeente Den Haag. De
grieven 3 en 4zijn gericht tegen het oordeel dat [appellant] geen voor vergoeding in aanmerking komende schade heeft geleden. Met
grief 5voert [appellant] aan dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat een gedeeltelijke ontbinding niet aan de orde is omdat er geen sprake is van een tekortkoming.
Grief 6komt op tegen het oordeel van de rechtbank over het beroep op dwaling.
Grief 7houdt in dat de rechtbank ten onrechte voorbij is gegaan aan de toezegging die begin 2016 door Staedion aan [appellant] is gedaan.
“een perceel bouwterrein (…) bestemd voor de bouw van tweehonderdachtentachtig (288) woningen, waarvan (…) zesentachtig (86) in de sociale huur en éénhonderdzesenvijftig (156) huur vrije sector (…).”Afgezien van de vraag of [appellant] aan deze akte enig recht jegens Staedion kan ontlenen, heeft Staedion gesteld dat het gebouwde hieraan voldoet. Uit de stellingen van [appellant] is niet af te leiden dat dit niet het geval is.
“aan deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend”kon afdoen aan de in diezelfde brochure opgenomen oppervlakte van een te koop aangeboden woning. Daarbij gold dat voor een makelaar op grond van de door zijn beroepsvereniging opgestelde normen de verplichting bestond de oppervlakte volgens een bepaalde methode te bepalen. Kopers mogen er daarom in beginsel vanuit gaan dat de oppervlakte op die manier is bepaald, zodat de enkele vermelding in de verkoopbrochure dat daaraan geen rechten kunnen worden ontleend onvoldoende specifiek werd geacht om afbreuk te kunnen doen aan het vertrouwen dat de aspirant-koper aan het verplichte karakter van die meetinstructie mag ontlenen.
onbedoeldis voorgekomen dat enkele appartementen onder de liberalisatiegrens zijn verhuurd. Het hof is in het licht hiervan van oordeel dat Staedion weliswaar niet kan worden bevolen nimmer een appartement onder de liberalisatiegrens te verhuren, maar dat de minder verstrekkende veroordeling tot nakoming van die inspanningsverplichting wel toewijsbaar is.
erkenddat Staedion beoogt de huurappartementen boven de liberalisatiegrens te verhuren is daarvoor niet relevant en kan dus onbesproken blijven. Datzelfde geldt voor de vraag of Staedion in haar verhouding tot de gemeente Den Haag gehouden was sociale woningen in de Couperustoren te verhuren. Hoewel een dergelijke verplichting in beginsel niet zou kunnen afdoen aan een door Staedion gegeven garantie, kan de vraag of Staedion een dergelijke verplichting heeft, onbesproken blijven omdat zij jegens [appellant] niet gehouden is nimmer appartementen onder de liberalisatiegrens te verhuren. Grief 2 kan om die reden niet tot een ander resultaat leiden.
Beslissing
opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt Staedion tot nakoming van de uit de koopovereenkomst voortvloeiende inspanningsverbintenis die inhoudt dat zij jegens [appellant] is gehouden om bij verhuur van vrijkomende appartementen in de Couperustoren zich ervoor in te spannen die appartementen te verhuren voor een (kale) huurprijs boven de bij het aangaan van de huurovereenkomst geldende liberalisatiegrens;
- compenseert de kosten van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep in die zin dat ieder der partijen de eigen kosten draagt;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.