ECLI:NL:GHDHA:2020:1881
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- U.E. Tromp
- J.T. Sanders
- W.M.G. Visser
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van proceskostenvergoeding voor taxatierapport in WOZ-zaak
In deze zaak gaat het om de vraag of de Heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam terecht geen proceskosten heeft toegekend voor een taxatierapport in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ). De belanghebbende, [X], had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van zijn onroerende zaak, die door de Heffingsambtenaar was vastgesteld op € 300.000. Na bezwaar werd deze waarde verlaagd naar € 280.000, maar de Heffingsambtenaar weigerde een vergoeding voor de kosten van het taxatierapport, omdat dit niet aan de minimale eisen zou voldoen. De Rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van de belanghebbende gegrond en veroordeelde de Heffingsambtenaar tot vergoeding van de proceskosten, inclusief een bedrag voor het taxatierapport.
De Heffingsambtenaar ging in hoger beroep tegen deze uitspraak. Tijdens de procedure heeft de gemachtigde van de belanghebbende aangegeven geen afschrift van het hogerberoepschrift te hoeven ontvangen, omdat dit al was doorgezonden. De mondelinge behandeling werd achterwege gelaten, en beide partijen stemden in met een schriftelijke afdoening van de zaak. Het Hof oordeelde dat de kosten voor het taxatierapport niet als deskundigenkosten konden worden aangemerkt, omdat het rapport niet voldeed aan de eisen van onderbouwing en relevantie. Het Hof vernietigde de uitspraak van de Rechtbank en bevestigde de beslissing van de Heffingsambtenaar, waarbij het belanghebbende niet werd toegewezen in de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de noodzaak voor taxatierapporten om aan bepaalde eisen te voldoen om in aanmerking te komen voor proceskostenvergoeding. Het Hof concludeerde dat de Heffingsambtenaar terecht had geoordeeld dat het ingediende taxatierapport niet voldeed aan de vereisten, en dat de kosten voor dit rapport niet vergoed konden worden.