ECLI:NL:HR:2012:BY4617
Hoge Raad
- Cassatie
- J.W. van den Berge
- Th. Groeneveld
- G. de Groot
- Rechtspraak.nl
Vergoeding taxatiekosten in bestuursrechtelijke geschillen
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 november 2012 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure betreffende de vergoeding van taxatiekosten in het kader van onroerendezaakbelastingen. De belanghebbende, een eigenaar van een onroerende zaak aan de a-straat 1 te Z, had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde waarde van zijn onroerende zaak voor het kalenderjaar 2010. De heffingsambtenaar had de waarde gehandhaafd, waarna de belanghebbende in beroep ging bij de Rechtbank. De Rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, maar de belanghebbende deed verzet tegen deze uitspraak. De Rechtbank verklaarde het verzet ongegrond, wat leidde tot de cassatieprocedure.
De Hoge Raad oordeelde dat de Rechtbank ten onrechte het verzet ongegrond had verklaard. De heffingsambtenaar had in de beroepsfase de door de belanghebbende verdedigde waarde alsnog aanvaard, waardoor de eerdere uitspraak van de Rechtbank niet in stand kon blijven. De Hoge Raad benadrukte dat aan de toekenning van een vergoeding voor taxatiekosten niet de eis mag worden gesteld dat het taxatierapport een bijdrage heeft geleverd aan de beslissing van de rechter over het geschilpunt. Dit arrest heeft belangrijke implicaties voor de vergoeding van kosten in bestuursrechtelijke procedures, vooral in gevallen waar taxatierapporten zijn ingediend.
De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie gegrond, vernietigde de uitspraak van de Rechtbank en gelastte dat de gemeente Enschede de belanghebbende vergoedt voor het betaalde griffierecht en de kosten van rechtsbijstand. Dit arrest onderstreept de noodzaak voor rechters om zorgvuldig om te gaan met de beoordeling van taxatiekosten en de rol die deze spelen in bestuursrechtelijke geschillen.