Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 8 september 2020
[werkneemster],
Infinitum Curae B.V.,
Het geding
“(…) dat ik op dinsdag
“(…) Het personeelsdossier heb ik op 5 september 2017 aangemaakt van [werkneemster]. Haar arbeidsovereenkomst en loonstroken heb ik mogen archiveren in het personeelsdossier. Ik getuig dat er een bruto uurloon van 13,89 euro is overeengekomen en dat er absoluut geen sprake is van een afspraak van 2000 netto per maand. Alle medewerkers van Infinitum Curiae worden ingeschaald volgens de CAO, en dat is altijd een bruto uurloon. Nooit volgens een netto maandbedrag (…).Als getuige gehoord, verklaart [getuige 2] over de hiervoor geciteerde verklaring: “
(…) Die verklaring is correct, daar blijf ik bij. [naam] heeft de verklaring op papier gezet nadat wij een en ander hadden besproken. [naam] heeft het op papier gezet en niet ik zelf omdat [naam] vaardiger is in het Nederlands dan ik. Maar, zoals gezegd, wat er staat is correct en daar blijf ik bij. (…)”.
(…) U zegt mij dat er een geschil is tussen [werkneemster] en Infinitum over het salaris van [werkneemster] dat zij met elkaar zouden zijn overeengekomen. Zoals gezegd weet ik daar niets van. (…)”.
“(…) [werkneemster] gaf aan dat zij nog een sollicitatie had lopen voor een nieuwe baan maar dat ze dit nog kon afzeggen als ze de zelfde salaris zou krijgen van wat ze toen kreeg. Dat was nm. zo rond 2000,- euro. (…)”.
“[werkneemster] zei (…) dat zij boven de 2000,- verdiende en [naam] zei daarop dat is goed, dat krijg je dan van mij ook. U vraagt mij of het bedrag dat genoemd is, is aangeduid als een netto of bruto bedrag. Dat was netto, we praten nooit over bruto. (…)”.
“Alle medewerkers van Infinitum Curiae worden ingeschaald volgens de CAO, en dat is altijd een bruto uurloon. Nooit volgens een netto maandbedrag.”Als getuige heeft [getuige 2] verklaard:
“er wordt altijd een bruto bedrag afgesproken in een sollicitatiegesprek”.
(…) U vraagt mij nog eens concreet: nee er is echt gezegd dat het[de € 2.000,--]
om een netto bedrag ging (…)”
nettoper maand zou hebben gezegd, komt het hof dan ook onwaarschijnlijk voor.
Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter te Den Haag van 30 oktober 2018;
- veroordeelt [werkneemster] in de kosten van het geding in hoger beroep, aan de zijde van Infinitum tot op heden begroot op € 741,-- aan griffierecht en € 1.518,-- aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.