ECLI:NL:GHDHA:2020:123
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Eisvermeerdering na onttrekking advocaat in hoger beroep
In deze zaak is [appellant] in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Rotterdam. De appellant heeft zes grieven aangevoerd en twee incidentele vorderingen ingesteld. Na de indiening van de memorie van grieven heeft de advocaat van de appellant zich onttrokken, waarna de geïntimeerde, Stichting Centrum voor de Ontwikkeling van Transport en Logistiek in Europa (CETLE), haar memorie van antwoord heeft ingediend, waarin zij haar eis heeft vermeerderd. Het hof heeft zich gebogen over de vraag of de eisvermeerdering rechtsgeldig was, gezien het feit dat de advocaat van de appellant zich had onttrokken en de appellant geen andere advocaat had aangesteld. Het hof oordeelt dat de appellant niet op de hoogte was van de eisvermeerdering en dat deze pas kan worden meegenomen in de procedure als de appellant daarvan op de hoogte is of kan zijn. Het hof heeft CETLE de gelegenheid gegeven om de memorie van antwoord, die ook de eisvermeerdering bevat, aan de appellant te betekenen. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 10 maart 2020 voor verdere behandeling.