ECLI:NL:HR:2000:AA7361
Hoge Raad
- Cassatie
- H.L.J. Roelvink
- W.H. Heemskerk
- A.E.M. van der Putt-Lauwers
- J.B. Fleers
- A. Hammerstein
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onrechtmatige daad en eigendomsoverdracht van spuitcabines in faillissement
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure die is ingesteld door ECCL Associates Inc. tegen de curator van CXA International B.V. De curator had in eerste aanleg vorderingen ingesteld tegen ECCL en CX Automobiles Europe B.V. (CXA Europe) wegens onrechtmatige daad en ongerechtvaardigde verrijking, omdat zij spuitcabines zouden hebben onttrokken aan de failliete boedel van CXA International. De Rechtbank te Breda wees de vorderingen van de curator af, waarna het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch in hoger beroep het vonnis van de Rechtbank gedeeltelijk vernietigde en ECCL veroordeelde tot betaling van ƒ 125.000,--. ECCL ging in cassatie tegen dit arrest, waarbij de curator voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep instelde.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof in zijn overwegingen niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het de stellingen van de curator als vaststaand heeft aangenomen. De curator had niet gesteld dat ECCL onrechtmatig had gehandeld door de spuitcabines aan een derde te verkopen, en het Hof had dit niet als vaststaand mogen aannemen. Daarnaast oordeelt de Hoge Raad dat het Hof art. 134 lid 4 Rv. onjuist heeft uitgelegd, wat leidt tot de conclusie dat de vordering van de curator niet op de juiste wijze is beoordeeld.
De Hoge Raad vernietigt het arrest van het Gerechtshof en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof te Arnhem voor verdere behandeling. De curator wordt in zijn hoedanigheid veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Dit arrest benadrukt het belang van zorgvuldige motivering door de rechter en de noodzaak om de feitelijke grondslagen van vorderingen goed te onderbouwen.