ECLI:NL:GHDHA:2019:903
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van partneralimentatie en draagkracht in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 24 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over de partneralimentatie tussen een man en een vrouw na hun echtscheiding. De rechtbank had eerder de behoefte van de vrouw vastgesteld op € 15.545,- bruto per maand, maar de man bevond zich in betalingsnood. Het hof heeft de behoefte van de vrouw herzien en vastgesteld op € 6.150,- netto per maand, rekening houdend met de luxueuze levensstijl van partijen tijdens hun huwelijk. De man had een aanzienlijke schuld aan zijn B.V. van € 5.900.000,- en het hof heeft zijn draagkracht vastgesteld op € 2.478,- bruto per maand. De vrouw had verweer gevoerd tegen de door de man opgevoerde uitgaven en zijn draagkracht. Het hof heeft geoordeeld dat de man de alimentatie moet betalen vanaf de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking, maar dat de vrouw niet verplicht is om teveel betaalde alimentatie terug te betalen aan de man. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.