Uitspraak
I. Is belanghebbende ten onrechte de DV-status toegekend?
nietde Nederlandse nationaliteit hebben. Voorts volgt uit het arrest van 9 januari 2015 dat belanghebbende terecht betoogt dat het moment waarop moet worden beoordeeld of een personeelslid van het EOB duurzaam in Nederland verbleef, het moment is van de aanvang van diens werkzaamheden voor het EOB. Niet in geschil is dat belanghebbende op dat moment niet duurzaam in Nederland verbleef.
Artikel 8 (nationaliteit van diplomatiek personeel)
III. Is sprake van een verboden beperking in de zin van het EU-recht?
Protocol inzake voorrechten en immuniteiten
allelidstaten van die organisatie, zodat de onafhankelijke functie-uitoefening ook gewaarborgd dient te zijn ten aanzien van dier werknemers die de nationaliteit van de gaststaat bezitten. Het is evenwel de vraag of die strekking tevens in de weg staat aan het belasten door de gaststaat van ander inkomen en (inkomsten uit) het vermogen van de betrokken werknemers. Het is niet buiten twijfel dat de vermogensrendementsheffing een onafhankelijke functie-uitoefening van een in die heffing betrokken werknemer van het EOB zou kunnen belemmeren of zou kunnen leiden tot een ongerechtvaardigd voordeel voor Nederland dan wel anderszins van invloed zou zijn op de verdeling van de financiële lasten van de EOO over de lidstaten. Wanneer dit niet het geval is, vormt de achtergrond van de fiscale privileges evenmin een verklaring voor het beperken van de vrijstelling van inkomstenbelasting over het onderhavige inkomen uit sparen en beleggen tot EOB-werknemers zonder de Nederlandse nationaliteit. Uitgaande van de veronderstelling dat die strekking ook een dergelijke vrijstelling vergt, valt naar 's Hofs oordeel niet in te zien dat dit alleen zou gelden ten aanzien van werknemers zonder de nationaliteit van de gaststaat, en niet evenzeer voor werknemers met de nationaliteit van de gaststaat; zie hierna onder 5.35.3.
Hof] (…), all of which relate to individual members of missions, the effect in most States was to decrease the privileges and immunities enjoyed by diplomats, other members of diplomatic missions, and their families. The unifying thread which ran through all these changes was the attempt to ensure, in the words of the Preamble of the Convention, ‘that the purpose of such privileges and immunities is not to benefit individuals but to ensure the efficient performance of the functions of diplomatic missions as representing States’. The functional approach was not regarded by those who prepared the Convention as merely an academic rationale – it guided them at every crucial point. The general effect was to tighten the protection given to the mission itself – its premises, communications, property, and archives. On the other hand, it reduced the occasions when privilege or immunity could be invoked in regard to essentially private activities of individuals, and it reduced the protection and privileges of junior members of the mission and of those who belonged to the receiving State. In these cases it was decided that possible abuse by mission staff of their privileges and immunities was more likely than their harassment for political motives.”
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank;
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de aanslag tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van nihil;
- vernietigt de beschikking heffingsrente; en
- gelast de Inspecteur aan belanghebbende een bedrag van € 172 aan griffierecht te vergoeden.
- de naam en het adres van de indiener;
- de dagtekening;
- de vermelding van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
- de gronden van het beroep in cassatie.