ECLI:NL:GHDHA:2019:3999

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
26 november 2019
Publicatiedatum
7 maart 2024
Zaaknummer
200.227.424/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor brandschade door ontplofte gascontainers aan boord van een containerschip

In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Den Haag, betreft het een hoger beroep inzake de aansprakelijkheid voor brandschade veroorzaakt door ontplofte gascontainers aan boord van een containerschip. De appellante, Airgas USA LLC, gevestigd te Radnor, Pennsylvania, Verenigde Staten, heeft een vordering ingesteld tegen de geïntimeerde, Universal Africa Lines Ltd., gevestigd te Limassol, Cyprus. De zaak is eerder behandeld in een tussenarrest op 23 april 2019, waarin het hof heeft overwogen deskundigenvoorlichting te gelasten. Beide partijen hebben op de rol van 23 juli 2019 een akte genomen, waarna wederom arrest is gevraagd.

Het hof heeft in het tussenarrest een aantal vragen geformuleerd en partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de aan de deskundige(n) te stellen vragen en de persoon van de te benoemen deskundige(n). Beide partijen hebben gebruik gemaakt van deze gelegenheid en voorstellen gedaan voor deskundigen, evenals opmerkingen bij de voorgestelde vragen. Echter, er heeft geen onderlinge afstemming plaatsgevonden over de gepresenteerde voorstellen, wat heeft geleid tot een verzoek van UAL om alsnog op elkaars voorstellen te kunnen reageren.

Het hof heeft dit verzoek toegestaan en partijen in de gelegenheid gesteld om in overleg te treden en bij gelijktijdig te nemen akte een eenstemmig voorstel te doen of hun bezwaren tegen de voorgestelde deskundigen te motiveren. De verdere beslissing is aangehouden, en het hof heeft de zaak verwezen naar de voor uitlating aan beide zijden, zoals bedoeld in de eerdere overwegingen. De beslissing is genomen op 17 december 2019, en het arrest is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 26 november 2019.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.227.424/01
Zaaknummer rechtbank : C/10/434781/HA ZA 13-1039
arrest van 26 november 2019
inzake
Airgas USA LLC,
gevestigd te Radnor, Pennsylvania, Verenigde Staten van Amerika,
appellante,
hierna te noemen: Airgas,
advocaat: mr. M. Verhagen te Rotterdam,
tegen
Universal Africa Lines Ltd.,
gevestigd te Limassol, Cyprus,
geïntimeerde,
hierna te noemen: UAL,
advocaat: mr. M.M. van Leeuwen te Rotterdam.

1.Het verdere verloop van geding in hoger beroep

Het hof verwijst naar het tussenarrest van 23 april 2019. Ingevolge dit tussenarrest hebben beide partijen op de rol van 23 juli 2019 een akte genomen, waarna wederom arrest is gevraagd en bepaald.
Zoals door Airgas al ten pleidooie was verzocht (met welk verzoek UAL toen heeft ingestemd), wordt zij op het voorblad van dit arrest aangeduid als ‘Airgas USA LLC’, de entiteit waarin zij als gevolg van een fusie is opgegaan. De afgekorte aanduiding blijft Airgas.

2.De verdere beoordeling

2.1
Het hof heeft in het tussenarrest overwogen voornemens te zijn deskundigenvoorlichting te gelasten en heeft daarbij een aantal vragen geformuleerd. Vervolgens heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de aan de deskundige(n) te stellen vragen en de persoon van de te benoemen deskundige(n).
2.2
Partijen hebben allebei van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Zij hebben voorstellen gedaan voor te benoemen deskundigen en opmerkingen geplaatst bij de door het hof voorgestelde vragen en zelf aanvullende vragen geformuleerd.
2.3
Ongelukkigerwijs heeft klaarblijkelijk geen onderlinge afstemming plaatsgevonden over de gepresenteerde voorstellen. UAL verzoekt nu om gelegenheid om alsnog op elkaars voorstellen te kunnen reageren. In de hoop dat dit tot eenstemmigheid over het aantal te benoemen deskundigen zal leiden, de persoon of personen van de deskundige(n) en de voor te leggen vragen zal dit verzoek worden toegestaan.
2.4
Het hof stelt partijen dus in de gelegenheid alsnog in overleg te treden en vervolgens bij gelijktijdig te nemen akte zo mogelijk een eenstemmig voorstel te doen, dan wel hun eventuele bezwaren tegen een of meer van de voorgestelde deskundigen te motiveren.
2.5
In de te nemen akte kunnen partijen dan tevens reageren op elkaars opmerkingen bij de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen.
2.6
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.Beslissing

Het hof:
- verwijst de zaak naar de
roldatum 17 december 2019voor uitlating aan beide zijden als bedoeld in 2.4 en 2.5;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. B.J. Lenselink, J.M. van der Klooster en F.G.M. Smeele en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 26 november 2019 in aanwezigheid van de griffier.