Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
beschikking van 24 december 2019
SB Projects B.V.,
[verweerder] ,
De verdere loop van het geding
De verdere beoordeling van het hoger beroep
- [verweerder] is op 7 september 2016 in dienst getreden van SB Projects. In zijn arbeidsovereenkomst was een geheimhoudingsbeding opgenomen;
- SB Projects zette [verweerder] in als [functienaam] bij het project Astrix van [bedrijf X] . Dit project zou lopen tot 31 december 2016. Bij het project werd gebruik gemaakt van Chapoo, een cloudomgeving waar alle relevante documenten en tekeningen met betrekking tot het project werden opgeslagen;
- Tussen [bedrijf X] en SB-Projects is een geschil ontstaan. [bedrijf X] was niet tevreden over de kwaliteit van het geleverde werk en liet daarom vele facturen onbetaald;
- Op 30 november 2016 heeft [verweerder] de arbeidsovereenkomst met SB Projects opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van één maand. Als reden noemde hij de schending door SB Projects en haar leveranciers van de Code of Conduct van [bedrijf X] , waaraan hij niet mee wilde werken;
- Op donderdag 8 december 2016 heeft [verweerder] de complete inhoud (1901 documenten en tekeningen) uit Chapoo gedownload; deze zijn terecht gekomen in zijn (privé) Dropbox-account;
- Op vrijdag 9 december 2016 heeft een bouwvergadering plaatsgevonden, waarbij van SB Projects alleen [verweerder] aanwezig was;
- Later die dag heeft [bedrijf X] de overeenkomst met SB Projects ontbonden wegens kort gezegd "ondermaats projectmanagement". Ook de overeenkomst met Global Newspace B.V. (GNS), een aan SB Projects gelieerde aannemer, werd ontbonden.
- Op zaterdag 10 december 2016 heeft [verweerder] aan SB Projects voorgesteld de arbeidsovereenkomst ingaande maandag 12 december 2016 met wederzijds goedvinden te ontbinden. SB Projects heeft daarmee niet ingestemd en heeft [verweerder] verzocht maandag 12 december 2016 op kantoor te komen;
- Op zondag 11 december 2016 heeft [verweerder] aan SB Projects bericht zijn arbeidsovereenkomst per direct te beëindigen;
- Vanaf maandag 12 december 2016 heeft [verweerder] zijn werkzaamheden aan het project Astrix voor [bedrijf X] voortgezet (al dan niet via een derde);
- [bedrijf X] heeft het project Astrix zonder noemenswaardige vertraging afgerond;
- De ontbinding van de overeenkomst en het onbetaald blijven van facturen heeft geleid tot een arbitrageprocedure tussen SB Projects en [bedrijf X] voor de Raad van Arbitrage voor de Bouw.
Ik kreeg de e-mail van [bedrijf Y] laat in de avond van 22 november 2016. Deze zag ik de volgende ochtend toen ik onderweg was naar de bouwplaats. Ik heb de e-mail toen direct doorgestuurd naar [directeur SB]. Ook heb ik er [directeur SB] er direct op aangesproken en gevraagd hoe we ermee om moesten gaan omdat het in strijd was met de code of conduct. Ook heb ik aangegeven dat ik er persoonlijke bezwaren tegen had. [directeur SB] heeft daar toen niet echt op gereageerd, hij veegde het van tafel en ging door met zijn werkzaamheden"Deze verklaring sluit aan bij de pleitnota [verweerder] d.d. 12 januari 2018 onder 9:
" [verweerder] en [directeur SB] zaten die ochtend recht tegenover elkaar te werken, dit terwijl [directeur SB] in die periode maar weinig op zijn werkplek aanwezig was. Er was dus optimale gelegenheid om over de schending van de code of conduct te spreken. [directeur SB] weigerde echter enig duidelijk antwoord te geven, zette zijn werkzaamheden voort alsof er niets aan de hand was en deed het geheel af als geneuzel.". Daarbij komt dat de e-mail – blijkens de daarop vermelde verzendregistratie – naar [directeur SB] is verzonden op 23 november 2016, 9:04 uur, terwijl [directeur SB] volgens de diverse tijdregistraties van de bouwplaats van die dag, op dat tijdstip nog niet op de bouwplaats aanwezig was. Ook dit doet af aan de geloofwaardigheid van de verklaring van [verweerder] als getuige. De slotsom blijft dat [verweerder] niet kan worden aangemerkt als een klokkenluider. Niet valt in te zien dat de vrijheid van meningsuiting op enigerlei wijze in het geding is.
alle 1901gedownloade documenten aan [bedrijf X] ter beschikking heeft gesteld, is ontkracht. Alle getuigen maken immers melding van het feit dat [verweerder] geen "verzameling documenten" aan [bedrijf X] ter beschikking heeft gesteld en dat dit ook niet nodig was, omdat [bedrijf X] en haar aannemers zelf over voldoende documenten beschikten om het project af te kunnen maken. Documenten werden, aldus de getuigen, omdat Chapoo niet naar wens functioneerde, ook per e-mail gedeeld en de tekeningen hingen veelal "in hard copy" in het gebouw. Dit laatste wordt door SB Projects ook erkend (antwoordmemorie na enquête onder 4.9), zij het dat het volgens SB Projects niet om alle documenten zou gaan en niet altijd sprake was van de meest recente versie. Het bewijsvermoeden dat [verweerder]
alle1901 gedownloade documenten aan [bedrijf X] moet hebben verstrekt (en aldus evenzovele malen het geheimhoudingsbeding heeft overtreden), omdat anders niet goed denkbaar is dat het project zonder noemenswaardige vertraging is afgerond, is daarmee echter wel ontkracht. Het door [verweerder] aan [bedrijf X] verstrekken van documenten/tekeningen (in de juiste versie) waarover [bedrijf X] zelf al op andere wijze beschikte, kan immers niet als overtreding van het geheimhoudingsbeding worden aangemerkt.
alledocumenten uit Chapoo, dus ook over die waarover zij onverhoopt niet anderszins (in de meest recente versie) de beschikking had (bijvoorbeeld omdat deze in handen waren van GNS, terwijl de werkzaamheden moesten worden afgerond door een andere aannemer). Door hieraan mee te werken heeft [verweerder] onrechtmatig, want in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamd, jegens SB Projects gehandeld.
" [bedrijf X] had alle nodige documenten al en bouwde gewoon verder toen SB de toegang tot Chapoo blokkeerde en later helemaal afzwaaide". Als getuige verklaarde [verweerder] dat hij zich niet kan herinneren dat SB Projects hem op enig moment heeft bericht dat [bedrijf X] niet langer toegang had tot Chapoo en hij dan ook niet weet of die toegang echt geweigerd is. In zijn verweerschrift tevens incidenteel appel wist hij echter zich een en ander nog wel te herinneren. Daar stelt hij immers (in randnummer 22):
"Volgens appellante is een belangrijk detail dat [bedrijf X] via Chapoo geen toegang meer had tot de projectadministratie op 6 november 2016 (…) Ondanks dat [bedrijf X] de toegang tot de documenten was ontzegd, deed dit niet af aan de verplichting tot het verrichten van werkzaamheden door geïntimeerde op het bouwterrein. (…) Appellante plaatste geïntimeerde in een lastige positie door hem enerzijds zijn werkzaamheden te laten continueren met bestanden waartoe [bedrijf X] geen toegang mocht hebben van appellante".Het hof merkt op dat ontzeggen van downloadrechten uit Chapoo – zoals door SB Projects gesteld en door [verweerder] niet, althans onvoldoende gemotiveerd betwist – niet impliceert dat [bedrijf X] geen enkele toegang meer had tot Chapoo. Dat laatste was klaarblijkelijk niet het geval. Accorderen van tekeningen en facturen was kennelijk nog steeds mogelijk.
"in volle gang was hij en met zijn te late binnenkomst aan het einde van de ochtend de vergadering onwenselijk verstoorde". In het PV van de mondelinge behandeling van 12 januari 2018 staat over het niet toelaten van [naam 3] tot de bouwvergadering:
" [naam 3] werd weggestuurd omdat hij notulist zou zijn op die vergadering. Als je dan te laat aankomt heeft het notuleren ook geen zin meer (…)."Dit in aanvulling op de pleitnotities van [verweerder] waarin onder 16 was opgemerkt:
" [naam 3] (…) kwam pas tegen het einde van de vergadering binnen."
"SB doet voorkomen alsof het merkwaardig zou zijn dat de documenten niet meer op de laptop staan nadat zij die geretourneerd heeft gekregen. (…) Daarmee miskent SB echter de werking van Dropbox. De documenten komen namelijk nooit fysiek op de laptop te staan: de gebruiker logt in op zijn Dropbox en heeft vervolgens de beschikking over de documenten. Logt hij weer uit, dan vervalt de toegang. Het is dan ook juist als Division IT concludeert dat er geen bestanden zijn aangetroffen, dat die er wel op hebben gestaan maar weer zijn verwijderd. Dat is hoe een Dropbox werkt".Ook in zijn verweerschrift tevens incidenteel appel onder randnummer 17 heeft [verweerder] volgehouden dat SB Projects ten onrechte suggereert dat de gedownloade documenten ergens op de zakelijke laptop te vinden zouden zijn geweest. Daarvan zou geen sprake zijn geweest: er zou enkel
"een verschuiving hebben plaatsgevonden van de ene Cloud omgeving naar de andere Cloudomgeving ten behoeve van de uitvoering van de werkzaamheden."In dat licht wekt de verklaring van [verweerder] als getuige dat hij de Chapoo Transfer tool gebruikte om de complete map met documenten in één keer op zijn laptop te zetten, zodat hij deze op locatie (waar Chapoo wegens het gesteld gebrekkige internet niet werkte) bij de hand had, verbazing. De omstandigheid dat het hof aannemelijk acht dat [verweerder] vaker (al dan niet op cruciale momenten in de relatie tussen SB Projects en [bedrijf X] ) de totale inhoud van Chapoo downloadde, doet aan het vorenstaande niets af.
"€ 1.000,-- per dag of gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt"– evenmin passend voor de overtreding van een geheimhoudingsbeding.