Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 26 november 2019
[naam onderneming] B.V.,handelend onder de naam [handelsnaam],
Goudse Schadeverzekeringen N.V.,
Het geding
De feiten
€ 8.500,- aan [X] betaald.
In de overeenkomst zijn partijen verder onder meer het volgende overeengekomen:
5. Het rechtstreeks aan de aansprakelijke wederpartij/verzekeraar declareren van door opdrachtneemster in opdracht en voor rekening van opdrachtgever gemaakte buitengerechtelijke kosten (BGK) via op naam van opdrachtgever gestelde declaraties, een en ander op grond van art. 6:96 BW. Deze kosten vangen aan op het moment van het eerste telefonische of schriftelijke contact tussen opdrachtgever en opdrachtneemster en zijn gebaseerd op het door opdrachtneemster gehanteerde standaarduurtarief van 300,00 euro, ex 6% kantoorkosten, verschotten en BTW.[…]7. Door ondertekening verklaart opdrachtgever zijn potentiële BGK-claim op de aansprakelijke wederpartij reeds nu voor alsdan aan opdrachtneemster te cederen.
Het geschil en de vorderingen in eerste aanleg
b. Goudse te veroordelen om aan haar een bedrag van € 20.000,- te betalen;
De vorderingen in hoger beroep
De beoordeling van het hoger beroep
€ 1.521,81, met betaling van een bedrag van € 9.833,76 inclusief btw (dat is € 8.127,07 exclusief btw) de redelijke kosten van rechtsbijstand ruimschoots heeft voldaan.
€ 11.355,57 te boven gaan, redelijk zijn, in die zin dat de werkzaamheden van [appellante] die daartegenover staan redelijkerwijs noodzakelijk waren. Verder is het hof van oordeel dat de door [appellante] gevorderde kosten, voor zover die het bedrag van € 11.355,57 te boven gaan, in omvang niet redelijk zijn, dit gelet op de aard en omvang van die werkzaamheden (als hiervoor bedoeld) en mede gezien de verhouding tot het bedrag van de uiteindelijke schade-uitkering van € 8.500,-.