Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 26 februari 2019
[naam 1] , voorheen h.o.d.n. [X Transport] ,
[naam 2] ,
Het geding
Verdere beoordeling van het principaal en incidenteel hoger beroep
“Ongeveer een jaar geleden heeft zij een hopeloze jongen in ons leven gebracht die eigenlijk geen woord Nederlands kan spreken”(productie 10 bij brief van 8 december 2014). Bij deze stand van zaken kan niet worden geoordeeld dat [geïntimeerde] de Nederlandse taal zo beheerste dat hij de tekst, althans de strekking daarvan begreep. Het hof gaat niet mee met de stelling dat aan deze opmerking van [appellant] geen waarde moet worden gehecht omdat deze in een emotionele bui is gemaakt. Dat [geïntimeerde] in zijn dagelijkse werkzaamheden geen last heeft ondervonden van zijn gebrekkige beheersing van het Nederlands is van onvoldoende gewicht om anders te oordelen.
“ik heb ontslag genomen, ik ga niet meer aan het werk bij die klootzak, althans het Perzische woord daarvoor […] Hij vertelde mij dat hij een brief had ondertekend en ik vertelde hem dat als hij zo wegging, hij geen recht zou hebben op WW of bijstand. Hij vertelde mij dat het hem niet uitmaakte hoe het afliep: hij ging niet meer”.Het hof is niet overtuigd van de juistheid van deze verklaring nu er serieus is af te dingen op het motief van [de getuige] om contact te zoeken met [appellant] , om de volgende redenen.
: “Ik was gewoon erg betrokken, noem het nieuwsgierigheid, noem het vrouwelijke nieuwsgierigheid. Ik wilde de andere kant van het verhaal horen”. Dit is een vreemde gang van zaken als er geen duidelijke aanleiding is voor deze ommekeer.
nadatze contact met hem had opgenomen.
Beslissing in het principaal en incidenteel hoger beroep
- veroordeelt [geïntimeerde] in de kosten van het geding in incidenteel hoger beroep, aan de zijde van [appellant] tot op heden begroot op € 537,-- (tarief II, 0,5 punt) aan salaris advocaat;
- verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.