ECLI:NL:GHDHA:2019:2230
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Verzoek om bijdrage in kosten van levensonderhoud en studie door moeder als gevolmachtigde van jongmeerderjarige in echtscheidingsprocedure
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 7 augustus 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van de moeder, als gevolmachtigde van de jongmeerderjarige, om een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie in het kader van een echtscheidingsprocedure. De man, verzoeker in het principaal hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de rechtbank Rotterdam van 15 november 2018 aangevochten, waarin de echtscheiding werd uitgesproken en de alimentatie voor de vrouw en de jongmeerderjarige werd vastgesteld. De vrouw, als verweerster in het principaal hoger beroep, heeft een verweerschrift ingediend en tevens een voorwaardelijk incidenteel hoger beroep ingesteld. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de rechtbank zijn vastgesteld, en heeft de ontvankelijkheid van de vrouw in haar verzoek om alimentatie beoordeeld. Het hof oordeelde dat de vrouw als gevolmachtigde van de jongmeerderjarige het verzoek om een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie kon indienen, ook al was de jongmeerderjarige inmiddels meerderjarig geworden. Het hof heeft de grieven van de man verworpen en de bestreden beschikking bekrachtigd, met uitzondering van de alimentatie voor de vrouw, die werd verlaagd. De beslissing van het hof houdt in dat de jongmeerderjarige niet-ontvankelijk werd verklaard in het incidenteel appel, en dat de alimentatie voor de vrouw werd vastgesteld op € 34,- per maand, te betalen vanaf de inschrijving van de echtscheiding.