Uitspraak
I. Feiten
www.ryanair.com. Onderaan de beginpagina van de website is vermeld:
“Use of this site is subject to the Ryanair.com Terms and Conditions.”Deze zinsnede bevat een link naar de
Terms of Use of the Ryanair Website, hierna te noemen: de gebruiksvoorwaarden.
www.wegolo.comen
www.wegolo.nl. Op deze websites kunnen consumenten (via het zogeheten Elsy Arres-systeem) vluchtgegevens zoeken en prijzen vergelijken van vluchten van zogenaamde ‘lage kosten luchtvaartmaatschappijen’, waaronder Ryanair. De consument kan er vervolgens voor kiezen om PR Aviation te laten bemiddelen bij het boeken van de vlucht bij een dergelijke luchtvaartmaatschappij. Het zoek- en boeksysteem werkt samengevat als volgt:
a. de consument geeft op de website van PR Aviation een zoekopdracht naar een bepaalde vlucht;
screen scrapinggenoemd. De gegevens worden vervolgens ingevoerd in de website van PR Aviation, alwaar de door het systeem gevonden vluchten worden getoond aan de consument. In dit overzicht wordt achtereenvolgens bij alle heen- en terugvluchten die aan de zoekcriteria voldoen het volgende vermeld:
het verschaffen van reisinformatie en -advies;
het faciliteren van reserveringen en boekingen, welke direct worden gemaakt tussen de klant en de leverancier, waarbij PR Aviation uitsluitend als intermediair cq facilitator optreedt;
het verstrekken van een bevestiging van deze reserveringen;
het namens u overmaken van de betaling ten behoeve van de reservering aan de leverancier van het product cq de dienst; en
het namens u bevestigen van de acceptatie van de (algemene) voorwaarden van de leverancier van het product cq de dienst.
II. De procedure: eerdere instanties
van de Ryanair-website;
3. Hoge Raad en Hof van Justitie EU
screen scrapingheeft gebruikt door vluchtgegevens te extraheren, zulks voor haar eigen commerciële doeleinden.
screen scrapingvan de website van Ryanair. Dit is in confesso. Volgens PR Aviation eindigt de relevante periode eind 2009 omdat zij toen de
wegolo-websites verkocht aan een derde partij, en zij zelf vanaf dat moment elk gebruik van de website van Ryanair heeft gestaakt. Ryanair betwist dat. Zij stelt niet te weten wanneer de
wegolo-websites zijn overgedragen, alsmede dat PR Aviation het gebruik van de website van Ryanair heeft gestaakt na de betekening op 5 dan wel 11 augustus 2010 van het vonnis van de rechtbank van 28 juli 2010.
wegolo-websites eind 2009 plaatsvond. Voor zover het bewijsaanbod ter zake in haar memorie na cassatie en verwijzing moet worden opgevat als een aanbod tot getuigenbewijs zou het hof daar dus niet aan toekomen.
browse-wrappingen
click-wrapping.
click-wrapovereenkomst is een overeenkomst die een aanvaardingshandeling van de website-gebruiker vereist zoals een klik op de knop met een tekst als ‘ik ga akkoord met de voorwaarden’ of het aanvinken van een vakje naast een dergelijke tekst. Deze voorwaarden kunnen dan worden geraadpleegd door te klikken op een hyperlink, waardoor zich een nieuw venster opent waarin de voorwaarden worden medegedeeld. Zij kunnen dan ook worden opgeslagen en/of afgedrukt. [10]
browse-wrappingconcept is geen specifieke aanvaardingshandeling vereist. Op de (beginpagina van de) website wordt alleen – vaak onderaan in kleine lettertjes – melding gemaakt van bepaalde voorwaarden zoals gebruiks- of privacyvoorwaarden (
‘Gebruiksvoorwaarden voor deze website’), die via een hyperlink kunnen worden geraadpleegd in een nieuw venster. Dit concept berust op de gedachte dat een website-gebruiker gebonden is aan deze voorwaarden wanneer hij gebruik maakt van de website door verder te gaan dan de beginpagina.
click-wrappingeerder sprake zal zijn van aanvaarding dan in geval van
browse-wrapping.
browse-wrapping(rov. 2.2 en 2.3). Het hof Amsterdam heeft zich vervolgens, in zijn arrest van 13 maart 2012, niet uitgelaten over de situatie vóór dat arrest, maar alleen geoordeeld dat de website van Ryanair “thans” (dus in 2012) zo werkt dat bezoekers moeten aangeven dat zij de gebruiksvoorwaarden op die website accepteren (door het zetten van een vinkje in het daartoe bestemde hokje), alvorens een zoekopdracht te kunnen uitvoeren (in rov. 3.4). Daarmee is dus nog niet geoordeeld over de situatie in de relevante periode (2004 tot en met 11 augustus 2010).
click-wrappingte zijn. Later, in haar memorie van antwoord van 5 april 2011 (in de procedure bij het hof Amsterdam), stelde zij dat haar website aldus werkt dat bezoekers de gebruiksvoorwaarden uitdrukkelijk moeten aanvaarden door het zetten van een vinkje in het daartoe bestemde hokje, dus via
click-wrapping(par. 3.15). Ryanairs productie 69, een schermafdruk die dat aantoont, is gedateerd op 16 maart 2011.
click-wrappingwerkte (dus sinds begin 2011).
click-wrappingwerkt (par. 5.2). Zij heeft dat onderbouwd met schermafdrukken van Ryanairs website uit de jaren 2004 tot met 2009 waaruit blijkt dat deze website in die jaren werkte met
browse-wrapping(productie 27). Pas ten pleidooie na cassatie en verwijzing heeft Ryanair in dit verband iets gesteld, namelijk (i) dat zij voor 2009
browse-wrappinghanteerde voor haar website (par. 3.9) en (ii) dat voor het daadwerkelijk boeken van een reis altijd
click-wrappingis gehanteerd, ook voor 2009 (par. 3.33).
click-wrappingwerkte.
browse-wrappinghanteerde voor haar website, zegt strikt genomen nog niets over de vraag wanneer zij op
click-wrappingis overgestapt.
click-wrappinghanteert – zou die stellingname haar ook niet baten. Het is, gelet op het gemotiveerde verweer van PR Aviation (onbetwist onderbouwd met schermafdrukken uit onder meer het jaar 2009), aan Ryanair om bewijs te leveren van deze stelling. Zij heeft hiervan evenwel geen enkel bewijs bijgebracht, noch heeft zij ter zake getuigenbewijs aangeboden. Het hof zou er dan dus, met PR Aviation, van uitgaan dat de website pas sinds begin 2011 met
click-wrappingwerkt. Stelling (ii) is naar het oordeel van het hof onvoldoende onderbouwd en is daarnaast niet relevant omdat het in deze zaak gaat om
screen scraping, en niet om de gevallen waarin PR Aviation (daarna) reizen heeft geboekt.
browse-wrappingwerkte en daarna met
click-wrapping.
browse-wrapping: in de relevante periode (2004 tot en met 11 augustus 2010) werkte de website van Ryanair immers met
browse-wrapping. De vraag of sprake is van
click-wrapovereenkomsten is niet aan de orde.
V. Toepasselijk recht
browse-wrapping?
Het EVO is temporeel van toepassing op overeenkomsten die zijn gesloten in de periode van 1 september 1991 tot 17 december 2009 (art. 17 EVO en art. 24 Rome I-Verordening); dit verdrag is in deze zaak dus van toepassing voor zover het gaat om de periode van 2004 tot 17 december 2009.
De Rome I-Verordening is temporeel van toepassing op overeenkomsten die zijn gesloten op of na 17 december 2009 (art. 28 en 24); zij is in deze zaak dus van toepassing voor zover het gaat om de periode van 17 december 2009 tot 11 augustus 2010, indien er van moet worden uitgegaan dat de gebruiksvoorwaarden steeds opnieuw (moeten) worden overeengekomen bij elk bezoek aan de website (“gebruiksmoment”). Het EVO en de Rome I-Verordening – voor zover van belang voor deze zaak – zijn grotendeels gelijkluidend.
1. Drie rechtskeuzes
legal opinionover Engels recht over (productie 37). PR Aviation betwistte dat Engels recht van toepassing is, en stelde dat Nederlands recht van toepassing is.
hierbij zullen alle andere partijen zich onderwerpen aan de regelgeving dit rechtsgebied”) slaat vervolgens terug op de situatie van pluraliteit van gedaagden (“
alle andere partijen”), welke situatie hier niet aan de orde is (reeds daarom gaat de stelling van PR Aviation niet op). Deze bijzin tracht tot uitdrukking te brengen dat men zich er niet tegen zal verzetten indien men wordt gedaagd voor de rechter van de woonplaats van een medegedaagde (vgl. art. 8 sub 1 Brussel I
bis-Verordening). [13] Daar komt bij dat het (overigens niet door PR Aviation aangevoerde) argument van
Gleichlaufniet overtuigt nu in ieder geval duidelijk is dat geen rechtskeuze wordt gemaakt ingeval van procedures in het land waar de schending heeft plaatsgevonden of in het land waar de gedaagde woonachtig is.
shall submitto the application of the lawin that jurisdiction”) en de tweede alinea (“
shall submit to that jurisdiction”) vergelijkt. Deze alinea’s luiden (productie 50; onderstreping toegevoegd):
legal opinions, maar niet op Engels recht. Het hof heeft partijen ten pleidooie gevraagd naar hun visie op de onderhavige zaak onder Engels recht. Beide partijen hebben bij monde van hun advocaten daarop verklaard de zaak niet te willen compliceren en te kennen gegeven dat mocht Engels recht van toepassing zijn, dat recht – als
common law jurisdiction– huns inziens gelijkluidend is aan het Ierse recht, met het verzoek Iers recht dan toe te passen. Het hof begrijpt dit aldus dat partijen ten processe een uitdrukkelijke rechtskeuze hebben uitgebracht die inhoudt dat voor zover het hof tot het oordeel komt dat Engels recht van toepassing is, partijen kiezen voor Iers recht (art. 3 leden 1 en 2 Rome I-Verordening; de derde rechtskeuze in deze zaak).
browse-wrappingook daadwerkelijk zijn overeengekomen. PR Aviation betwist immers dat de (gebruiksvoorwaarden en dus ook daarin opgenomen) rechtskeuzes zijn overeengekomen.
browse-wrapping.
legal opinionvan 11 juli 2016 van haar Ierse advocaat, Mr M. Hayden SC, in het geding gebracht (productie 109). PR Aviation heeft een
legal opinionvan 14 oktober 2016 van Mr J. Newman SC overgelegd (productie 30). Op deze laatste opinie heeft Mr Hayden gereageerd in een
supplemental legal opinionvan 9 februari 2017 (productie 112).
browse-wrappingovereenkomst aan met Ryanair in de vorm van de gebruiksvoorwaarden; ook PR Aviation is dus gebonden aan die gebruiksvoorwaarden, en – zo begrijpt het hof – dus ook aan de daarin opgenomen rechtskeuze. Volgens PR Aviation is onder Iers recht daarentegen om verschillende redenen geen overeenkomst tot stand gekomen, en dus – zo begrijpt het hof – ook niet wat betreft de daarin opgenomen rechtskeuze.
www.bailii.org.Mr Hayden stelt in zijn
legal opiniondat uit deze uitspraken blijkt dat in Noord Amerika ontwikkelde
“legal principles of ‘Click Wrap’ and ‘Browse Wrap’ (…) have now been adopted into Irish law”.Volgens PR Aviation is dat niet het geval, en zijn deze uitspraken om verschillende redenen niet van belang voor de onderhavige zaak.
Ryanair Ltd. v. Billigfluege.de GmbH[2010] IEHC 47 (26 February 2010). Het ging in die zaak om een
click-wrapovereenkomst. Hanna J constateert immers:
“The inclusion by Ryanair of their website terms of use via a hyperlink that the website user is required to view and assent to results in the user entering into what is known as “a click-wrap agreement” with Ryanair.”In de thans voorliggende zaak gaat het echter om
browse-wrapping. Dat betekent dat
Ryanair Ltd. v. Billigfluege.de GmbHreeds om deze reden niet relevant is voor de onderhavige zaak.
Ryanair Ltd. v. Club Travel Ltd.[2012] IEHC 165 (23 March 2012) geen precedent in
Ryanair Ltd. v. Billigfluege.de GmbH:
He says that one of the issues which may ultimately fall to be determined by the Court if the plaintiff overcomes the initial hurdle of defeating the defendant's jurisdiction application is whether or not the plaintiff's website Terms of Use constitutes a valid and legally binding contract which was entered into by the defendant through its use of the website. This clearly suggests that he was postponing any decision on that issue. At p. 6 of his judgment, he holds that the jurisdiction clause is severable and distinct from the agreement in terms of validity and capable of surviving independently of it. On that basis he went on to consider the jurisdiction clause in the plaintiff's website's Terms of Use, notwithstanding the fact that the defendant in those proceedings disputed that document's validity.”
Ryanair Ltd. v. Billigfluege.de GmbHook overigens geen precedent wat betreft het Ierse contractenrecht inzake elektronisch contracteren. Het ging in die zaak, als gezegd, om de vraag of de forumkeuze voor de Ierse rechter in punt 7 van Ryanairs gebruiksvoorwaarden was overeengekomen tussen partijen. Hanna J overwoog:
“The only issue I have to determine at this juncture therefore is whether or not this Court has jurisdiction to hear these proceedings pursuant to the Brussels Regulation.”De vraag of de gebruiksvoorwaarden voor het overige waren overeengekomen, lag niet ter tafel:
“One of the issues which may ultimately fall to be determined by this Court if the plaintiff overcomes the initial hurdle of defeating the defendant’s jurisdiction application, is whether or not the plaintiff’s website’s Terms of Use constitute a valid and legally binding contract which was entered into by the defendant’s through their use of the said website.”Op de vraag of de forumkeuze was overeengekomen paste Hanna J vervolgens Iers contractenrecht toe. Dat vond in beroep bij het Supreme Court of Ireland geen genade: in
Ryanair Ltd. v. Billigfluege.de GmbH & Ryanair Ltd. v. On the Beach Ltd.[2015] IESC 11 (19 February 2015) oordeelde het Supreme Court dat Hanna J ten onrechte Iers contractenrecht (
“traditional contract principles of offer, acceptance and consideration”) had toegepast op de vraag of de forumkeuze in was overeengekomen; daarop had primair art. 23 van de Brussel I-Verordening moeten worden toegepast (
“That emerges as the more correct approach”). [15] Nu zou men zich in de onderhavige zaak kunnen afvragen – partijen hebben dat overigens niet gedaan – of de uitspraak van Hanna J niettemin een vorm van precedentwerking toekomt wat betreft het Ierse contractenrecht inzake elektronisch contracteren (dat Hanna J in die zaak ten onrechte had toegepast, maar in de onderhavige zaak wél moet worden toegepast). Naar het oordeel van het hof is dat echter niet het geval. Het Supreme Court kwam immers tot het oordeel dat deze forumkeuze was overeengekomen, maar dat de vraag of de gebruiksvoorwaarden voor het overige eveneens zijn overeengekomen, nog open ligt. In rov. 18 noteerde Charleton J immers:
“It is not for the Court to now adjudicate on this matter, as essential to the rights asserted by Ryanair, and denied by the travel companies, are the rights and obligations under the contract, if any (…)”. En in rov. 45 overwoog het Supreme Court uitdrukkelijk:
“In upholding that decision on this appeal, and in accordance with precedent, no decision is made that a binding contract was entered into, only that a clear choice of jurisdiction has been made by the parties.”
Ryanair Ltd. v. Billigfluege.de GmbHdus geen houvast (
persuasivenoch
binding authority) voor de beslechting van de onderhavige zaak.
Ryanair Ltd. v. On the Beach[2013] IEHC 124 (22 March 2013). Ook in die zaak lag de vraag voor of de forumkeuze in punt 7 van Ryanairs gebruiksvoorwaarden was overeengekomen. Anders dan in
Ryanair Ltd. v. Billigfluege.de GmbHlijkt in deze zaak niet alleen
click-wrappingaan de orde, maar – anders dan Mr Newman in zijn
legal opinionstelt – ook
browse-wrapping. In deze uitspraak, in rov. 33, ging Ms Laffoy J in op uitspraken van Amerikaanse en Canadese rechters over
browse-wrapping, zoals
Specht v. Netscape Communications Corp306 F. 3d 17 van het United States Court of Appeals, Second Circuit, en
Century 21 Canada Limited Partnership v. Rogers Communications Inc[2011] BCSC 1196 van het Supreme Court of British Columbia in Canada. Laffoy J oordeelde echter – terecht – dat de vraag of de forumkeuze was overeengekomen in die zaak primair moest worden beoordeeld aan de hand van art. 23 Brussel I-Verordening:
“Insofar,if at all, as the decision in the Century 21 case and the other decisions of the U.S. and Canadian courts relied upon by the plaintiff may assist in resolving the issue before this Court,they can only do so in the Court’s consideration of the application of Article 23 of the Brussels 1 Regulation.”(onderstreping toegevoegd). Vervolgens kwam zij, zonder referte aan deze Noord-Amerikaanse uitspraken, tot het oordeel dat sprake was van een forumkeuze op grond van art. 23 lid 1 sub c Brussel I-Verordening.
Ryanair Ltd. v. Billigfluege.de GmbH & Ryanair Ltd. v. On the Beach Ltd.[2015] IESC 11 (19 February 2015) –, duidelijk is dat zij is gegeven onder de vigeur van (art. 23 van de) Brussel I-Verordening, en
nietonder Iers contractenrecht of onder invloed van Noord-Amerikaanse uitspraken. Ook deze uitspraak vormt dus geen precedent.
Ryanair Ltd. v. Billigfluege.de GmbHen in
Ryanair Ltd. v. On the Beach Ltd.– geen precedent vormt. Terzijde merkt het hof op dat in het handboek van McDermott over Iers contractenrecht over deze uitspraak wordt opgemerkt:
legal opinionvan Mr Hayden de uitspraak van het High Court (Mr Justice McGovern) in
Ryanair Ltd. v. Club Travel Ltd.[2012] IEHC 165 (23 March 2012) vermeld. Het ging in die zaak om een
“interlocutory application whereby Ryanair sought injunctive relief”. De desbetreffende uitspraak – waarin Ryanairs verzoek overigens werd afgewezen – bevat geen beslissingen ten gronde en vormt naar Iers recht geen precedent, zo is niet in geschil. Bovendien accepteerde McGovern J, zoals hiervoor in rov. 65 bleek,
Ryanair Ltd. v. Billigfluege.de GmbH[2010] IEHC 47 niet als precedent voor wat betreft de vraag of de gebruiksvoorwaarden waren overeengekomen.
browse-wrapdoctrine in het Ierse recht is opgenomen, zoals Mr Hayden in zijn
legal opinionstelt. Noch de High Court uitspraken, noch de Ierse Supreme Court uitspraak bevestigen die stelling.
browse-wrapdoctrine’ in Iers contractenrecht, is het hof van oordeel dat, zoals Mr Newman in zijn
legal opinionuiteenzet,
“browsewrap cases simply involve factual circumstances, involving internet browsing, to which existing principles of Irish contract law must be applied.”
offer(aanbod),
acceptance(aanvaarding),
considerationen
intention to create legal obligations.
(“Use of this site is subject to the Ryanair.com Terms and Conditions”) kan worden aangemerkt als een
offeraan een ieder om deze website te gebruiken onder de gebruiksvoorwaarden en de daarin opgenomen rechtskeuze, rijst in de eerste plaats de vraag of PR Aviation dit heeft aanvaard (
acceptance) door de website van Ryanair te gebruiken, dat wil zeggen te bezoeken en
screen scrapingte bedrijven.
acceptancewordt in het eerdergenoemde handboek van McDermott opgemerkt:
“Acceptance may be defined as a final and unequivocal expression of agreement to the terms of an offer. Two aspects of acceptance must be considered: the fact of the acceptance and the communication of the acceptance”. [17] Daarbij wordt onder
“fact of acceptance”wordt onder meer de
“intention to accept”geschaard: een aanvaarding is in beginsel niet geldig indien zij niet is gedaan met de wil om te aanvaarden. Aangenomen moet worden dat PR Aviation niet wilde aanvaarden, gezien ook hetgeen hierna in rov. 79 zal worden overwogen.
conduct) kan naar Iers recht ook aanvaarding meebrengen. In een aanbod kan worden aangegeven dat een bepaalde vorm van aanvaarding (in woord of door gedrag) is vereist of toegelaten; indien iemand aldus handelt, zal dat worden opgevat als aanvaarding, zo is bepaald in de Engelse uitspraak
Carlill v. Carbolic Smoke Ball Co[1893] 1 QB 256.
‘objective principle’geldt. Professor Clark merkt daarover op in zijn handboek over Iers contractenrecht:
“A person may be bound by his conduct if, objectively speaking, that person conducts himself or herself in such a way that the conduct would indicate to a reasonable person that he or she intends to be bound.” [18] Dit beginsel is door Blackburn J als volgt geformuleerd in de Engelse uitspraak
Smith v. Hughes(1871) LR 6 QB 597:
acceptance) kan in zo’n geval niet worden aangenomen. De omstandigheden dat PR Aviation wist of moest weten van deze gebruiksvoorwaarden, dat zij een professionele partij is, dat zij zelf ook via
browse-wrappinggebruiksvoorwaarden gebruikt(e) op haar eigen website (zie rov. 3.9 hiervoor), en dat PR Aviation naderhand expliciet is gewezen op de gebruiksvoorwaarden van Ryanair, zoals bij brief van 11 januari 2008 (vgl. rov. 3.10 en 98), doen daar niet aan af. Deze omstandigheden – ieder voor zich en ook indien tezamen genomen – kunnen immers niet met zich brengen dat, objectief gezien, een redelijk persoon denkt dat PR Aviation (de rechtskeuze in) de gebruiksvoorwaarden wilde aanvaarden.
“Door opDaar gaan we
te klikken ga ik akkoord met de Gebruiksvoorwaarden van de Ryanair-website”, welke voorwaarden door middel van een hyperlink kunnen worden geraadpleegd. Dat is een schoolvoorbeeld van een
click-wrapovereenkomst. Zou PR Aviation bij haar bezoek aan de website (langs geautomatiseerde weg) op deze knop hebben gedrukt om de gegevens te verzamelen, dan lijkt voor de hand te liggen om aan te nemen dat sprake zou zijn geweest van aanvaarding van de (rechtskeuze in de) gebruiksvoorwaarden. Over de vraag of dat naar Iers recht inderdaad het geval is, hoeft het hof zich niet uit te laten. In de onderhavige zaak is immers alleen
browse-wrappingaan de orde.
considerationen/of
intention to create legal obligationskan dus in het midden blijven.
legal opinionsin dit verband is gewezen op de uitspraak van het High Court (Costello P) in
Carroll v. An Post National Lotery Company[1996] IEHC 50; [1996] 1 IR 443 (17 April 1996). Het ging in die zaak om de vraag of, gegeven een contractuele relatie, een contractspartij is gebonden aan bepaalde standaardvoorwaarden die de andere contractspartij op de achterzijde van een loterijformulier (
playslip) heeft afgedrukt. Costello P oordeelde daarover in rov. 36:
Carroll v. An Post National Lotery Companydus om de vraag of,
gegeveneen contractuele relatie, bepaalde voorwaarden
geïncorporeerdzijn in deze overeenkomst, of geacht worden daarin te zijn geïncorporeerd. Vgl. ook
Interfoto Picture Library Ltd v. Stiletto Visual Programmes Ltd.[1989] QB 433, waarnaar Hanna J verwees in
Ryanair Ltd. v. Billigfluege.de GmbH[2010] IEHC 47 (26 February 2010). In deze en andere uitspraken is de
‘doctrine of notice’terug te vinden, volgens welke – kort gezegd – van belang is of de contractspartij
“was given reasonable notice of the terms”. Bingham LJ merkte in
Interfoto Picture Library Ltd v. Stiletto Visual Programmes Ltd.op over de desbetreffende uitspraken:
Carroll v. An Post National Lotery Company,zodat deze uitspraak zich daarom niet goed leent voor toepassing in de context van
browse-wrappingzoals in deze zaak aan de orde. Voor zover de door Ryanair genoemde Noord-Amerikaanse uitspraken over
browse-wrappingzijn gebaseerd op een
doctine of noticeof een
Carroll-benadering, volgt dit hof deze daarom, alsook gelet op het hiervoor genoemde
objective principle, niet. Daarnaast is het, zoals Mr Newman in par. 63 en 64 van zijn
legal opinionopmerkt, niet waarschijnlijk dat de Ierse rechter deze uitspraken in dit verband relevant zal achten.
browse-wrapping.
browse-wrappinggebruiksvoorwaarden gebruikt(e) op haar eigen website (zie rov. 3.9 hiervoor), en dat PR Aviation naderhand expliciet is gewezen op de gebruiksvoorwaarden van Ryanair, zoals bij brief van 11 januari 2008 (zie rov. 3.10 hiervoor), doen daar niet aan af (vgl. rov. 80 hiervoor). Deze omstandigheden – ieder voor zich en ook indien tezamen genomen – kunnen immers niet met zich brengen dat sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen dat PR Aviation wilde aanvaarden.
nadatdeze per e-mail en per aangetekende post aan PR Aviation waren toegezonden op 21 januari 2008 (conclusie van repliek, par. 143 e.v.; memorie na cassatie en verwijzing, par. 8.10 e.v.). Daarbij vermeldt zij niet dat PR Aviation bij brief van 28 januari 2008 heeft gereageerd (productie 1 bij conclusie van antwoord), uit welke brief zij naar het oordeel van het hof redelijkerwijs niet mocht afleiden dat PR Aviation de gebruiksvoorwaarden wilde aanvaarden (conclusie van dupliek, par. 110).
- in eerste aanleg, vastgesteld op € 25.000,- voor salaris van de advocaat en op € 254,- voor griffierecht; en
- in hoger beroep, in het principaal beroep vastgesteld conform partijafspraak op € 40.000,- voor salaris advocaat, € 640,- voor griffierecht en € 73,89 voor kosten van het appelexploot, en in incidenteel beroep vastgesteld conform partijafspraak op € 10.000,- voor salaris advocaat.
Immers, voor zover haar vorderingen waren gebaseerd op auteursrecht en databankenrecht zijn deze, zo blijkt uit de arresten van de Hoge Raad en het Hof van Justitie EU, door het hof Amsterdam terecht afgewezen. Voor zover haar vorderingen waren gebaseerd op onrechtmatige daad, is Ryanair niet verder opgekomen tegen de afwijzing door het hof Amsterdam. En voor zover haar (gewijzigde) vorderingen waren gebaseerd op wanprestatie, worden zij door dit hof afgewezen.
Het hof zal Ryanair daarom voor wat betreft de procedure bij het hof Amsterdam veroordelen in de door dat hof begrote proceskosten (dus € 50.713,89), en voor wat betreft de procedure bij dit hof in de proceskosten volgens het liquidatietarief (3 punten in tarief II, dus) € 2.682,-.
“in de kosten gemaakt in het kader van de procedure in cassatie, inclusief de kosten voor de procedure bij het Hof van Justitie, o.m. bestaande uit de volledige en daadwerkelijk gemaakte kosten ex artikel 1019h Rv.”Volgens PR Aviation brengt art. 14 van de Handhavingsrichtlijn mee dat
alleproceskosten die PR Aviation in de
geheleprocedure heeft moeten maken, voor rekening van Ryanair komen.
NJ2016/174, rov. 2.5).
- veroordeelt Ryanair in de kosten van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep, zoals hiervoor in rov. 105 e.v. aan de zijde van PR Aviation tot op heden in totaal begroot op € 103.975,69, waarvan thans nog is te betalen € 2.682,-;
- wijst af het meer of anders gevorderde,