Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Shell Offshore Personnel Services B.V.,
1.Het geding
2.De feiten
“We are pleased to confirm your employment with us, Shell Offshore Personnel Services B.V. (the “Company). (…) By entering the service of the “Company” your present contract of employment will be terminated. (…) This offer is subject to the condition(s) set out in Paragraph 1 of this letter.”Het daarop volgende eerste artikel van de overeenkomst bepaalde het volgende:
Conditions of Employment
Deze overeenkomst is een vaststellingsovereenkomst in de zin van artikel 7:900 BW en verdere Burgerlijk Wetboek en wordt beheerst door Nederlands recht.”
3.Het geschil
4.De beoordeling in hoger beroep
Partijen komen hierbij overeen dat vorenstaande regeling volledig de voorwaarden voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst tussen partijen weergeeft en dat enig andere voorafgaande overeenkomst en/of afspraak vervallen door ondertekening van deze overeenkomst. Met inachtneming van het in deze overeenkomst bepaalde verleent werknemer de werkgever en/of enig met haar gelieerde partij finale kwijting en werknemer zal derhalve, anders dan uit deze overeenkomst, geen aanspraken jegens werkgever en/of enig met haar gelieerde partij hebben of maken, die samenhangen met de arbeidsovereenkomst en de beëindiging daarvan.”
- bekrachtigt het tussen partijen gegeven vonnis van de kantonrechter Den Haag van 7 november 2016;
- veroordeelt [appellant] in de kosten op het hoger beroep gevallen, tot op heden aan de kant van geïntimeerden begroot op € 5.200,- aan griffierecht en € 11.002,- (2 punten, tarief VIII) aan salaris advocaat;