Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
€ 870,- per maand. Gelet op de gemotiveerde betwisting daarvan door verzoekers acht het hof het in dit specifieke geval niet redelijk om daarnaast rekening te houden met de door de man opgevoerde oppaskosten van [minderjarige 4] van € 750,- per maand. De man en zijn nieuwe partner hebben ervoor gekozen om een kind te krijgen en voltijds te blijven werken, waardoor zij een (veel) hoger inkomen genieten dan de man en de vrouw destijds. Het hof acht het niet redelijk om deze keuzen ten nadele van de andere kinderen te doen strekken en, boven op dit hoge inkomen, ook nog oppaskosten te verdisconteren. Gelet op het inkomen van de man en zijn nieuwe partner en het feit dat zij de kosten van kinderopvang gezamenlijk dragen, houdt het hof geen rekening met deze kosten bij de bepaling van de behoefte van [minderjarige 4] . Op de man rust een zwaarwegende en wettelijke onderhoudsverplichting jegens de kinderen en hij dient zich dan ook tot het uiterste in te spannen om in hun kosten te voorzien. Dit brengt naar het oordeel van het hof met zich mee dat de kosten van een nieuw kind niet dermate afwijkend dienen te zijn dat hij niet langer in de kosten van zijn andere kinderen kan voorzien. Dit klemt te meer daar [minderjarige 4] thans één jaar oud is en de kinderen alle op een leeftijd zijn waarop hun kosten een vlucht hebben genomen.
€ 645,- per maand. De man houdt derhalve (437 - 225 =) € 212,- per maand over. Dit surplus komt ten goede aan de kinderen zodat de draagkracht van de man voor de kinderen (834 + 212 =) € 1.046,- bedraagt, zijnde € 262,- per maand per kind.