Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
of omstreeks11 juli 2016 te Schiedam
opzettelijk en met voorbedachten rade
althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,met dat opzet
en na kalm beraad en rustig overleg,
althans een brandbare stofover/naar
die [slachtoffer] en/ofhet bed waar die [slachtoffer] in/op lag
/zatheeftgegooid
/gegoten, en
/of
/ofwaarin voornoemd bed stond
heeftgegooid, en
/of
heeftbelemmerd die afgesloten kamer met daarin voornoemd bed met daarop een (inmiddels deels) brandend dekbed
/kussen, te verlaten door de deur van die kamer op slot te
doen/draaien, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
of omstreeks11 juli 2016 te Schiedam
in elk geval een brandbare stofin de richting van een bed gegooid en
/of(vervolgens) een brandende doek in de richting van voornoemd bed in die kamer gegooid,
in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met die terpentine, althans met (een) brandbare stof(fen),ten gevolge waarvan brand is ontstaan en
/ofeen dekbed
en/of een kussenwelke op voornoemd bed lag
(en) geheel ofgedeeltelijk is
/zijnverbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor
/ofzich in de nabijheid van die woning bevindende goederen,
in elk geval gemeen gevaar voor goederenen
/of
in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen,te duchten was.
poging tot doodslag.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
1 (één) jaar, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 1.730,74 (duizend zevenhonderddertig euro en vierenzeventig cent), bestaande uit € 730,74 (zevenhonderddertig euro en vierenzeventig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.730,74 (duizend zevenhonderddertig euro en vierenzeventig cent), bestaande uit € 730,74 (zevenhonderddertig euro en vierenzeventig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
27 (zevenentwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.