ECLI:NL:GHDHA:2018:2362
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de hardheidsclausule in het kader van de schuldsaneringsregeling
In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Rotterdam, waarin haar verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen. Het hof heeft op 24 april 2018 uitspraak gedaan. De rechtbank had geoordeeld dat [appellante] niet te goeder trouw was geweest in de vijf jaar voorafgaand aan haar verzoek, omdat zij schulden had gemaakt die duiden op overbesteding. De rechtbank noemde specifieke schuldeisers zoals The Fitnessclub, Klarna AB, KPN, Vodafone en Healthcenter Capelle, en ook een schuld aan het CJIB wegens zwartrijden. Het hof heeft echter in hoger beroep vastgesteld dat [appellante] haar financiële situatie onder controle heeft gekregen. Sinds november 2016 zijn er geen nieuwe schulden meer ontstaan en heeft zij een tijdelijk dienstverband van 36 uur per week. Het hof oordeelde dat de omstandigheden die hebben geleid tot de schulden nu zijn veranderd en dat er een gerede kans is op een vast contract. Bovendien woont [appellante] samen met haar partner, die geen schulden heeft en een fulltime baan heeft. Het hof heeft de rechtbank in haar oordeel gecorrigeerd en het vonnis vernietigd, waarbij het de toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft uitgesproken en de zaak heeft verwezen naar de rechtbank voor uitvoering.