Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
3.De beoordeling van het hoger beroep
grieven I tot en met III in incidenteel hoger beroepleggen - via bezwaren tegen de benoeming van de deskundige en de waardering van het deskundigenrapport - de vraag voor of (en zo ja, in hoeverre) [geïntimeerde] is tekortgeschoten in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Samengevat heeft Coopra gesteld dat het door [geïntimeerde] geleverde serversysteem van meet af aan ongeschikt was en de werkzaamheden van [geïntimeerde] dus nimmer konden leiden tot een werkend en functionerend systeem. Coopra heeft hiertoe een rapport van PC Hulp (prod. 7 bij conclusie van antwoord/conclusie van eis in reconventie) overgelegd en verwezen naar het door de rechtbank gelaste deskundigenbericht.
“De door [geïntimeerde] geleverde servers met het besturingssysteem Windows Home Server zijn ongeschikt voor de bedrijfsdoeleinden door het ontbreken van de benodigde capaciteit en functionaliteit. De werkstations waren, gegeven de geleverde server, technisch juist geïnstalleerd. De ongeschiktheid van de server echter, maakt het geheel van de installatie ongeschikt voor de bedrijfsdoeleinden. (…) Door [geïntimeerde] zijn geen licenties voor de geïnstalleerde NOD32 geleverd. (…) Met de installatie wordt dan (slechts) een basale beveiliging verkregen tegen de, op de datum van installatie van de NOD32 programmatuur, kenbare virussen.”
“Herstel van de door [geïntimeerde] geleverde serverapparatuur is niet aan de orde. De apparatuur en de daarop geïnstalleerde programmatuur Windows Home Server is niet geschikt en ook niet geschikt te maken voor bedrijfsdoeleinden. De server(s) zijn door Coopra buiten gebruik gesteld.”
“De door Coopra gestelde problemen kunnen niet zijn veroorzaakt door de staat van het netwerk en de computers zoals [geïntimeerde] deze aantrof bij de start van zijn werkzaamheden.”
grieven I tot en met III in incidenteel hogerberoep falen.
grieven I en III in principaal hoger beroepaldus, dat Coopra stelt op grond van de tekortkoming van [geïntimeerde] niet alleen bevrijd te zijn van haar betalingsverplichtingen voor de geleverde hardware en software, maar ook van haar betalingsverplichtingen voor door [geïntimeerde] ter installatie van dit van meet af aan ongeschikte systeem verrichte werkzaamheden. Volgens Coopra hebben deze werkzaamheden, gelet op de door de deskundige vastgestelde ongeschiktheid van de door [geïntimeerde] geleverde serveromgeving, nooit tot het overeengekomen resultaat kunnen leiden. Het hof maakt uit deze stellingen op dat volgens Coopra de (ingevolge de brief van 5 september 2011 plaatsgevonden) ontbinding ook de verplichting tot betaling van door [geïntimeerde] gemaakte uren betreft. De aldus begrepen grieven treffen in zoverre doel. De onder 3.10 besproken tekortkoming van [geïntimeerde], waardoor diens werkzaamheden volgens de deskundige nimmer tot een geschikte serveromgeving hadden kunnen leiden, rechtvaardigt een zodanige ontbinding, zodat Coopra ook van haar desbetreffende betalingsverplichting is bevrijd. Uitgaand van de onder 3.10 bedoelde tekortkoming had het op de weg van [geïntimeerde] gelegen nader toe te lichten en te onderbouwen dat de gefactureerde werkzaamheden desondanks voor vergoeding in aanmerking komen, bijvoorbeeld omdat zij onderdelen of diensten betreffen die geen verband houden met de installatie van de volgens de deskundige ongeschikte serveromgeving. De facturen van 4 en 5 december 2010, die betrekking hebben op door [geïntimeerde] gemaakte uren, zijn daarom niet toewijsbaar. Hetzelfde geldt voor de door [geïntimeerde] in 2011 gemaakte uren in verband met de ontstane klachten. Het hof volgt (ook) hier het deskundigenbericht, waarin het systeem als fundamenteel ongeschikt en als zodanig niet herstelbaar is aangemerkt, waarmee de uren die [geïntimeerde] in 2011 heeft gemaakt naar aanleiding van de gerezen klachten, evenmin voor vergoeding in aanmerking komen. Ook hier heeft [geïntimeerde] onvoldoende inzichtelijk gemaakt of, en zo ja in hoeverre, desondanks werkzaamheden zijn verricht of diensten geleverd die los staan van de tekortkoming en door Coopra ondanks de ontbinding zouden moeten worden voldaan. Gezien het voorgaande mist grief I belang, voor zover daarin nog wordt betoogd dat een vast aantal uren was afgesproken althans een richtprijs was overeengekomen. Ten overvloede overweegt het hof dat Coopra, op de door de kantonrechter genoemde gronden, in die laatste stelling niet kan worden gevolgd.
hof). Het hof stelt voorop dat in deze procedure niet is komen vast te staan dat Coopra voor het plaatsen van de UPS opdracht heeft gegeven. Op grond van artikel 6:212 lid 1 BW is hij, die ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van een ander, verplicht diens schade te vergoeden, voor zover dit redelijk is. Dit laatste vereiste strekt ertoe te voorkomen dat iemand een niet passende besteding wordt opgedrongen. [geïntimeerde], op wie in dit verband de stelplicht en bewijslast rusten, heeft niet voldoende toegelicht en onderbouwd (en/of specifiek te bewijzen aangeboden) dat de UPS nodig was en Coopra daarvan profijt heeft gehad. Coopra heeft immers betwist dat redelijk is dat zij voor de ongevraagd geplaatste UPS een gebruiksvergoeding dient te voldoen en bovendien in eerste aanleg het rapport PC Hulp overgelegd, waarin is vermeld dat de aangetroffen UPS ‘volslagen onnodig’ en ‘fout geïnstalleerd’ was. Daarmee is de gevorderde gebruiksvergoeding van € 335,29 niet toewijsbaar. De grief slaagt.
grief V in het principaal appelwordt daarover zelfs opgemerkt dat PC Hulp ook andere en daarmee meer werkzaamheden heeft moeten verrichten en software, zoals antivirusprogramma's geïnstalleerd, die niet overeenkomen met de offerte van [geïntimeerde]. In zoverre kan in ieder geval niet worden gesproken van kosten van herstel dan wel aanvullende (ontbindings)schade. Ook wat betreft de schade wegens het hacken van het systeem, blijkt uit de verstrekte overzichten niet welke kosten daarop betrekking hebben. Bovendien heeft [geïntimeerde], volgens wie slechts een administratiewachtwoord was gewijzigd en Coopra te allen tijde toegang had tot de data, het gebruik van de servers en de geïnstalleerde applicaties, de noodzaak van het hacken betwist. Coopra heeft dit laatste op haar beurt niet gemotiveerd weersproken. De
grieven IV en V in principaal hoger beroepfalen.
incidentele grief IVbouwt uitsluitend voort op grieven I tot en met III in incidenteel hoger beroep en faalt op de bij de bespreking van die grieven vermelde gronden.