ECLI:NL:GHDHA:2018:131
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- A.H.N. Stollenwerck
- I. Obbink-Reijngoud
- J.B. Backhuijs
- Rechtspraak.nl
Vernietiging beschikking inzake opheffing vereffening nalatenschap en gezamenlijke vereffenaar
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 17 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van de erflater, die op 8 januari 2017 is overleden. De verzoekers, die beneficiair hebben aanvaard, zijn de kinderen van de erflater uit een eerder huwelijk, terwijl de verweerster de echtgenote van de erflater is. De verzoekers hebben in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Den Haag van 24 februari 2017 aangevochten, waarin de opheffing van de vereffening was bevolen. Het hof heeft vastgesteld dat de nalatenschap door alle erfgenamen beneficiair is aanvaard, waardoor zij gezamenlijk als vereffenaar optreden. Het hof oordeelt dat het verzoek tot opheffing van de vereffening onbevoegd is gedaan, omdat dit verzoek niet door alle vereffenaren gezamenlijk is ingediend. De verweerster had het verzoek tot opheffing ingediend zonder instemming van de andere vereffenaren, wat in strijd is met de wet. Het hof vernietigt de eerdere beschikking en wijst het verzoek van de verweerster af, waardoor de vereffeningswerkzaamheden hervat moeten worden. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, aangezien alle partijen gezamenlijk erfgenamen zijn.