Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
zij op of omstreeks 23 september 2014 te Rhoon, gemeente Albrandswaard ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een vuurwapen een kogel, althans een projectiel heeft afgevuurd op de buik, althans het bovenlichaam van die [slachtoffer], zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
zij in of omstreeks de periode van 16 september 2014, althans op of omstreeks 23 september 2014 te Rotterdam en/of te Rhoon, gemeente Albrandswaard, een of meer wapens van categorie III, te weten een pistool (merk Bersa, model Lusber 844, kaliber 7.65), en/of munitie van categorie III, te weten 5, althans één of meer kogelpatro(o)n(en), voorhanden heeft gehad;
zij in of omstreeks de periode van 16 tot en met 23 september 2014, althans op of omstreeks 23 september 2014 te Rotterdam en/of te Rhoon, gemeente Albrandswaard, een of meer wapens van categorie I, onder 3, te weten een geluiddemper, voorhanden heeft gehad;
Eerst ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte daaromtrent verklaard dat zij haar persoonlijke OV-chipkaart niet zo snel kon vinden in haar tas. Het hof acht deze verklaring in het licht van de overige vastgestelde feiten en omstandigheden, en mede gelet op het hierna (sub ‘voorbedachte raad’) volgende, ongeloofwaardig en zal de verklaring derhalve terzijde schuiven.
zij op
of omstreeks23 september 2014 te Rhoon, gemeente Albrandswaard ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachten rade een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven te beroven,
althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een vuurwapen een kogel
, althans een projectielheeft afgevuurd op
de buik, althans het bovenlichaam vandie [slachtoffer], zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
zij
in ofomstreeks de periode van 16 september 2014
tot en met, althans op of omstreeks23 september 2014 te Rotterdam en
/ofte Rhoon, gemeente Albrandswaard, een
of meerwapen
svan categorie III, te weten een pistool (merk Bersa, model Lusber 844, kaliber 7.65), en
/ofmunitie van categorie III, te weten 5
, althans één of meerkogelpatro
(o)n
(en
), voorhanden heeft gehad;
zij in
of omstreeksde periode van 16 tot en met 23 september 2014
, althans op of omstreeks 23 september 2014te Rotterdam en
/ofte Rhoon, gemeente Albrandswaard, een
of meerwapen
svan categorie I, onder 3, te weten een geluiddemper, voorhanden heeft gehad
;.
poging tot moord.
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 21.316,00 (eenentwintigduizend driehonderdzestien euro) bestaande uit € 1.316,00 (duizend driehonderdzestien euro) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 21.316,00 (eenentwintigduizend driehonderdzestien euro) bestaande uit € 1.316,00 (duizend driehonderdzestien euro) materiële schade en € 20.000,00 (twintigduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
141 (honderdeenenveertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.