Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
1.Het geding
Op 4 juli 2017 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden; daarvan is een proces-verbaal opgemaakt. Vervolgens is een datum voor de beschikking bepaald.
2.Feiten, vordering en oordeel kantonrechter
In 2007 en 2011 heeft Hotel Zoetermeer [verzoeker] schriftelijk enkele kritiek- en verbeterpunten ter kennis gebracht, Het ging in deze twee gevallen om aanmerkingen op de netheid en het schoonhouden van de zalen, en om het nakomen van afspraken.
Heeft inzicht in de wensen en verwachtingen van klanten”heeft leidinggevende [leidinggevende] als ‘onvoldoende’ beoordeeld. Als aandachtspunt heeft zij vermeld: “
probeer nog meer service te geven aan de gasten van de zalen”.
In dit specifieke geval, deelde jij de trainer van Chanel mede een ‘omelet’ te hebben, terwijl het een ‘omelet met kaas’ betrof, die de trainer had besteld. Dit antwoord kwam onvriendelijk over op de gast (…)” .
Afsprakenlijst (…) Vastlegging punten” staat – voor zover relevant – na elke vraagstelling handgeschreven het volgende:
1. Welke onderdelen voor het uitvoeren van de functie moeten aandacht krijgen in de komende periode?
(…) [residentmananger]geeft aan dat er na het beoordelingsgesprek met [verzoeker] van 20 februari jl. geen verbetering is gekomen in de werkzaamheden van [verzoeker], sterker nog, het is achteruitgegaan. [residentmananger] geeft aan dat op dit moment het functioneren van [verzoeker] onvoldoende is. (…) [residentmananger] geeft aan dat we op twee manieren de komende maanden verder kunnen gaan:
We gaan op dezelfde voet verder. [verzoeker] blijft dan in zijn huidige functie verder werken. [residentmananger] geeft aan dat hij verwacht dat dit op den duur (…) zal leiden tot escalatie van de situatie. Dit omdat de eisen die aan [verzoeker] gesteld worden alleen maar hoger zullen worden de komende tijd, ook met het oog op de (…) renovatie. (…)
[verzoeker] blijft de komende maanden in zijn huidige functie werken, maar gaat voor zich zelf nadenken hoe hij zijn toekomst anders kan invullen, in een andere functie dan zijn huidige (…).
Gezien het voorgaande denk ik dat optie 1 de beste keus is. Ik weet zeker dat ik de huidige en toekomstige verwachtingen waar kan maken zolang deze uiteraard wel mogelijk en reëel zijn. (…)”
netheid, buffet, breaks
zaken eerder op [orde] hebben (7 uur beginnen ipv 8)
traject naar het vinden van ander werk’, en staat voorts het volgende geschreven:
(…) [residentmananger] geeft aan dat de werkprestaties van [verzoeker] te wisselvallig zijn. (…) [directeur] geeft aan dat we in het bediening team van Golden Tulip Zoetermeer een verfrissing willen, nieuw elan moet er komen. [directeur] geeft aan dat er in het nieuwe team dat we voor ogen hebben, geen plek meer is voor [verzoeker]. Het niveau in het team moet omhoog en er zal een alleen maar groter gat ontstaan tussen het werkniveau van Golden Tulip Zoetermeer en het individuele werkniveau van [verzoeker]. [verzoeker] past hier niet meer bij. [directeur] geeft aan dat in 2016 een stap gemaakt moet worden en dat dit het jaar is dat we [verzoeker] uit het bedieningsteam willen hebben.
Doelgerichte training ‘on the job’ door jouw leidinggevenden. Je krijgt verschillende praktijk modules aangeboden, waarin we jouw de gewenste werkwijze en procedures nog een keer gaan uitleggen. Hierna zal je de gelegenheid krijgen deze vaardigheden te oefenen. Voorafgaand aan elke module vindt er een trainingsgesprek plaats, waarin we de betreffende module samen doornemen. Tevens zal er een tussentijdse evaluatie plaatsvinden en na afloop van elke module een eind evaluatie.
Ter ondersteuning van enkele modules bieden wij jou extra training aan, welke door een extern trainingsbureau zal worden verzorgd. Van te voren bepalen wij in overleg voor welke modules dit het geval zal zijn. (…)”
[verzoeker] kan nog niet zelfstandig worden ingeroosterd in het restaurant. (…) Er is onvoldoende overzicht over het restaurant om zelfstandig te kunnen functioneren. (…) Van [verzoeker] wordt wel verwacht dat hij, met zijn ervaring, op korte termijn (binnen 4 tot maximaal 6 weken) zelfstandig kan functioneren in het á la carte restaurant bij het diner. Hiervoor zal [verzoeker] de komende weken nog extra worden ingeroosterd op de late diensten, zodat hij de gelegenheid krijgt om de werkzaamheden op de avond volledig onder de knie te krijgen.”
[verzoeker] zegt dat hij niet het gevoel heeft dat hij voldoende vertrouwen krijgt vanuit zijn leidinggevenden. [residentmananger] geeft ook aan dat dit zo is. We kunnen [verzoeker] pas volledig vertrouwen geven als hij ook laat zien dit aan te kunnen. [verzoeker] laat nu veel te veel steken vallen, zowel op de avonden maar ook overdag. Er gaan vaak te veel details mis, waardoor we [verzoeker] continue moeten controleren. Dit wekt geen vertrouwen. Het begint dus bij [verzoeker] zelf, hij moet zorgen dat alle details op orde zijn, dan groeit ook het vertrouwen vanuit zijn leidinggevenden.”
advies van de trainer’ het volgende vermeld:
[verzoeker] lijkt mij goed inzetbaar in de banqueting, hoewel zijn werkgever aangeeft dat hij ook daar steken laat vallen. Daarnaast is dat slechts een deel van zijn takenpakket. Het is van belang dat hij zich qua overzicht, snelheid en pro-activiteit verder ontwikkelt, zodat hij ook met meer vertrouwen op ieder moment in het restaurant kan werken. [verzoeker] heeft in dit coachingstraject zeker stappen gezet en verbetering laten zien. Er is echter nog veel training en vooral begeleiding nodig om hem op allround niveau te krijgen. (…)”
(…) SV[hof: [residentmananger] ]
geeft aan niet tevreden te zijn met de voortgang die [verzoeker]laat zien. Nog steeds gaan er veel basis dingen fout. Deze dingen zijn aan het begin van het trainingstraject en al eerder aangegeven aan [verzoeker]. Echter is nog steeds geen verbetering zichtbaar. Het werktempo van [verzoeker] is nog steeds onvoldoende, er worden fouten gemaakt bij het voorbereiden van zalen voor vergaderingen (banqueting) er is veel te weinig initiatief, het ontbreekt nog steeds aan oog voor detail. (…)”
3.Beoordeling van het hoger beroep
we [verzoeker] uit het bedieningsteam willen hebben”. [verzoeker] heeft daarop meegedeeld dat hij voor baanbehoud wilde gaan. Hotel Zoetermeer heeft tijdens de mondelinge behandeling toegelicht dat zij hiermee tot [verzoeker] wilde doordringen. Pas nadat [verzoeker] te kennen had gegeven dat hij hoe dan ook zijn baan wilde behouden en niet voornemens was om te vertrekken, heeft Hotel Zoetermeer (zie hiervoor in 2.21 e.v.) eind maart 2016 het Plan van Aanpak opgesteld om [verzoeker] terug te brengen op het niveau ‘voldoende’.
hospitality-training. Bij het plan van aanpak was een overzicht gevoegd waarin de te trainen werkzaamheden per dag waren beschreven en door wie [verzoeker] daarin werd getraind ([leidinggevende] of [residentmananger]). Ook was een overdrachtslijst bijgevoegd waarin was beschreven welke zaken bij de overdracht in orde moesten zijn. Het hof overweegt dat het interne Plan van Aanpak op zichzelf als deugdelijk moet worden beoordeeld; het geeft de verbeterpunten duidelijk weer, de tijdslijnen en de wijze van begeleiding. [verzoeker] moest meer werken volgens de vastgestelde procedures, beter inzicht ontwikkelen in de verwachtingen van gasten, zijn werktempo verbeteren, meer structureren van zijn werkzaamheden en zijn communicatieve vaardigheden verbeteren.
banqueting(het verzorgen van de zalen). De beoordelingen van [verzoeker] in het verleden zagen steeds op deze werkzaamheden, en bij de start van het verbetertraject (eind april 2016) was de nadruk gelegd op deze werkzaamheden. In het verslag van het 2e evaluatiemomenten op 9 mei 2016 (zie hiervoor in 2.25) is vermeld dat de eerste twee weken goed zijn verlopen, zo is de standaardprocedure voor het ontbijt goed gevolgd door [verzoeker], maar er waren ook nog verbeteringen mogelijk in het werktempo, de structuur en logica in de werkzaamheden (met enkele voorbeelden). Vervolgens is op 17 mei 2016 gestart met externe sessies, gegeven door coach [Coach] van trainingsbureau Letsgoactive. Het hof leidt echter uit het verslag van het 4e evaluatiemoment op 13 juni 2016 af dat van [verzoeker] – naast zijn standaardwerkzaamheden – ook werd verwacht dat hij zelfstandig zou kunnen functioneren bij het diner in het à-la-carterestaurant. Hotel Zoetermeer heeft [verzoeker] vanaf dat moment extra ingeroosterd op de late diensten. Het hof is van oordeel dat Hotel Zoetermeer in het kader van het verbetertraject niet voor het eerst van [verzoeker] kon verlangen deze werkzaamheden uit te voeren. Die (nieuwe) werkzaamheden waren niet vermeld bij de ‘leerdoelen’ die voorafgaand aan het verbetertraject op 31 maart 2016 waren opgesteld, zodat Hotel Zoetermeer [verzoeker] hierop niet mocht afrekenen.
continue moeten controleren”, dat zij geen vertrouwen in hem hebben en dat het aan [verzoeker] zelf is om dat vertrouwen (terug) te winnen. Het hof is van oordeel dat van Hotel Zoetermeer als goed werkgever juist mocht worden verwacht dat haar leidinggevenden jegens [verzoeker] een positieve, op verbetering gerichte insteek zouden kiezen in plaats van een negatieve insteek, die met name een bevestiging vormde van de reeds getrokken conclusie dat [verzoeker] niet goed functioneerde. Hotel Zoetermeer heeft op dit punt naar het oordeel van het hof aldus onvoldoende onderbouwd dat bij de uitvoering van het interne Plan van Aanpak steeds sprake is geweest van een serieuze en structurele begeleiding, die gericht was op verbetering van het functioneren van [verzoeker] door zijn leidinggevenden, en dat hem een eerlijke kans is geboden.
banqueting. Zij heeft tegelijkertijd in het verslag vermeld dat “
de werkgever dit anders ziet” omdat Hotel Zoetermeer [verzoeker] op allround niveau wilde brengen (waarvoor nog veel begeleiding nodig is) en hem ook wilde inzetten in het restaurant. Uit hetgeen hiervoor reeds is overwogen volgt echter dat Hotel Zoetermeer [verzoeker] niet op deze nieuwe restaurantwerkzaamheden mocht afrekenen.
banquetingwerkzaamheden. Er is daarom geen sprake van een redelijke grond als bedoeld in artikel 7:669 lid 3 aanhef en onderdeel d BW. Dit betekent dat grief 3 slaagt. De overige grieven behoeven daarmee geen bespreking meer.
Kamerstukken II2013/2014, 33818 nr. 3, p. 39). Het hof zal het dictum van het vonnis van de kantonrechter vernietigen, voor zover de hoogte van de door Hotel Zoetermeer bij het einde van de arbeidsovereenkomst aan werknemer te betalen transitievergoeding is bepaald op € 19.528,- bruto. [verzoeker] zal worden veroordeeld tot terugbetaling van de reeds ontvangen transitievergoeding.